Applicatie maken met een kaderpatroon (2)
Dit is een tweede methode om applicaties te maken met
borduurpatronen. Bij deze methode hoeft u de stof in het
borduurraam niet te verwisselen. Borduur één patroon met
een rechte steek en één patroon met een satijnsteek.
a
Kies een kaderpatroon (rechte steek) en borduur dit
patroon op de basisstof.
b
Plaats de applicatiestof op het patroon dat u hebt
a
geborduurd in stap
.
• Controleer of de applicatiestof het stiksel volledig
bedekt.
c
Borduur hetzelfde patroon op de applicatiestof.
d
Verwijder het borduurraam uit de borduureenheid en
knip het patroon rondom de naad uit.
Opmerking
• Haal de stof niet uit het borduurraam om het uit
te knippen. Trek of duw de stof niet. Anders kan
de stof los in het borduurraam gaan zitten.
e
Kies het kaderpatroon (satijnsteek) van dezelfde vorm
als de applicatie.
Opmerking
• Wijzig de grootte en de positie van het patroon
niet.
• Als u de grootte of de positie van de patronen
wijzigt wanneer u ze selecteert, noteer dan de
grootte en de positie daarvan.
1 Applicatiemateriaal
f
Bevestig het borduurraam weer op de borduureenheid
en borduur het patroon met de satijnsteken om de
applicatie te maken.
Borduurapplicaties
E
Borduren E-21