Inhoudsopgave
Advertenties
Patronen bewerken
Wanneer u een patroon selecteert in het patroonkeuzescherm en op
het bewerken te voltooien drukt u op
■ Patroonbewerkscherm
Memo
• Als een toets lichtgrijs is, kunt u die functie niet gebruiken bij het geselecteerde patroon.
• Wanneer u een patroon hebt gewijzigd, controleer dan op de display welke borduurramen u kunt
gebruiken en neem een geschikt borduurraam. Als u een borduurraam gebruikt dat niet op de display
wordt aangegeven, kan de persvoet het raam raken en daardoor letsel veroorzaken.
Nr.
Display
Toetsnaam
1
Vergrotentoets
2
Borduurraam
3
Grootte van het patroon
4
Voorbeeldtoets
5
Rotatietoets
6
Garenkleurentoets
7
Wissentoets
8
Toets Lettertype
bewerken
9
Eindetoets
0
Geheugentoets
A
Patroonkeuzetoets
B
Toevoegentoets
C
Horizontale spiegeltoets
D
Draaddichtheidstoets
E
Verplaatsingstoets
F
Groottetoets
om door te gaan naar het borduurinstellingenscherm.
1 2
F
E
D
C
B
A
VOORZICHTIG
Druk op deze toets om het patroon op het scherm te vergroten.
Hier verschijnen de borduurramen die u kunt gebruiken.
Geeft de grootte van het gehele combinatiepatroon aan.
Druk op deze toets om een afbeelding van het naaiwerk weer te geven. Meer
bijzonderheden vindt u in "Voorbeeld van het geselecteerde patroon bekijken" in het
gedeelte "Basishandelingen".
Met de rotatietoets draait u het patroon op het scherm. U kunt patronen telkens 1
graad, 10 graden of 90 graden draaien.
Met deze toets wijzigt u de kleuren van het weergegeven patroon.
Met deze toets kunt u het geselecteerde patroon (het rood omrande patroon) wissen.
Druk op deze toets om het bewerkscherm voor lettertypen weer te geven. Meer
bijzonderheden vindt u in "Alle patronen bewerken".
Druk op deze toets om het kaderlay-outscherm te openen. Meer bijzonderheden
vindt u in "Letterpatronen bewerken".
Druk op deze toets om patronen op te slaan in het geheugen van de machine of op
de USB-stick.
Als u een combinatiepatroon hebt gekozen, kunt u met deze toetsen een gedeelte
van het patroon kiezen dat u wilt wijzigen.
Druk op deze toets om een borduurpatroon toe te voegen aan het patroon dat op dit
moment wordt weergegeven.
Met de horizontale spiegeltoets spiegelt u het geselecteerde patroon horizontaal.
Met deze toets wijzigt u de draaddichtheid van sommige letter- of kaderpatronen.
Druk op deze toetsen om het patroon te verplaatsen.
Met de groottetoets wijzigt u de grootte van het patroon. U kunt patronen vergroten
of verkleinen.
drukt, verschijnt het patroonbewerkscherm. Om
3
4
5
6
7
8
0
9
Uitleg
Patronen bewerken
E
Pagina
E-8
–
–
–
E-6
E-7
E-7
E-9
E-15
E-31
E-14
E-13
E-7
E-7
E-6
E-6
Borduren E-5
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
