Basissteken
2
Hoofdstuk
Basissteken
U gebruikt rechte steken om gewone naden te maken.
• Raadpleeg voor het gebruik van onderstaande tabel
"Gebruik van de naaisteektabellen in het gedeelte
"Naaien"" in het gedeelte "Basishandelingen".
Steeknaam
Steek
Rijgsteek
Rechte steek (links)
Rechte steek (midden)
Rechte steek (midden)
Drievoudige
stretchsteek
* U kunt steekpatronen direct selecteren door tijdens de
vooraf ingestelde naaisteekmodus op de cijfertoetsen van
de machine te drukken. Zie het gedeelte
"Basishandelingen".
Rijgsteken
Naai rijgsteken met een steeklengte van 5 mm (3/16 inch) en
30 mm (1-3/16 inch).
a
Bevestig zigzagvoet "J".
b
Selecteer steek
.
Begin met naaien.
c
S-6
NAAISTEKEN
Steeknummer
1-08
08
07
*
*
1-01
01
01
*
*
1-02
02
02
J
*
*
1-03
03
03
04*
04*
1-04
*
*
1-05
05
05
J
Basissteken
a
Rijg of speld de stukken stof bijeen.
b
Bevestig persvoet "J".
c
Selecteer een steek.
d
Zet de naald omlaag in de stof aan het begin van het
stiksel.
Zet de persvoethendel omlaag en begin met naaien.
e
Knip de draad af wanneer het naaiwerk is voltooid.
f
J