De console wordt uitge-
schakeld (slaapstand)
tijdens het gebruik
Het toestel schommelt/
staat niet gelijk
Losse pedalen/toestel
moeilijk om te trappen
Klikgeluid bij het trappen
Bewegen van de zadel-
pen
26
Controleer de integriteit
van de datakabel
Controleer de aanslui-
tingen/oriëntatie van de
datakabel
Controleer de positie van
de snelheidssensormag-
neet (hiervoor moet de
beschermkap worden
verwijderd)
Controleer het snelheids-
sensorblok
Controleer de afstelling
van de stelpootjes
Controleer de vloer onder
het toestel
Controleer de aansluiting
tussen het pedaal en de
crank
Controleer de aansluiting
tussen de crank en de as
Controleer de aansluiting
tussen het pedaal en de
crank
Controleer de borgpen
Controleer de vergrendel-
knop
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden gekrompen of doorgesneden zijn.
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
De snelheidssensormagneet moet op de poelie bevestigd zijn.
Neem contact op met uw lokale Schwinn-distributeur.
De stelpootjes kunnen omhoog of omlaag worden gedraaid om
de fiets gelijk te zetten.
Het verstellen van de stelpootjes is mogelijk niet voldoende
in het geval van een extreem oneffen vloer. Verplaats de fiets
naar een effen ruimte.
Het pedaal moet stevig op de crank zijn gedraaid. Controleer of
de aansluiting niet verkeerd is vastgeschroefd.
De crank moet stevig op de as zijn gedraaid.
Verwijder de pedalen en monteer ze opnieuw volledig.
Controleer of de verstelpen in een van de afstelgaten van de
zadelpen zit.
Zorg dat de knop stevig is aangedraaid.