19. Bevestig de veer van de maaihoogte-instelling aan de
bout (Fig. 40) met behulp van de veertrekker die is
meegeleverd met de machine.
1
3
Figuur 40
1. Veer
2. Bout
20. Controleer of de maaimessen horizontaal staan; zie
Maaimachine horizontaal stellen, blz. 34.
Drijfriem van maaimes
vervangen
Drijfriem van maaimes verwijderen
1. Verwijder het maaidek, zie Maaidek verwijderen,
blz. 30.
2
m-1851
3. Veertrekker
34
2. Draai de bevestigingsbouten van de riemgeleider los en
verwijder de riemgeleiders van de poelie (Fig. 41).
2
3
Figuur 41
Bovenaanzicht
1. Drijfriem van maaidek
2. Riemgeleider
3. De drijfriem van het maaimes verwijderen.
Drijfriem van het maaimes monteren
1. Leg de nieuwe riem om de mespoelie en binnen beide
riemgeleiders (Fig. 41).
2. Stel de riemgeleiders zo af dat de afstand tussen de
riemgeleiders en de poelie 3 mm bedraagt. Draai de
bevestigingsbouten vast (Fig. 41).
Important
Zorg ervoor dat de linker riemgeleider heel
goed vast zit, zodat deze niet beweegt als de remveer er
tegen aan wordt getrokken.
3. Monteer het maaidek, zie Maaidek monteren, blz. 33.
Maaimachine horizontaal
stellen
Het maaimes moet in dwarsrichting horizontaal staan.
Controleer de horizontale stand van de maaimachine
telkens wanneer u het maaidek monteert of wanneer het
maairesultaat onregelmatig is. Alvorens de maaimachine
horizontaal te stellen, moet u ervoor zorgen dat de banden
de aanbevolen spanning hebben; zie Bandenspanning
controleren, blz. 28.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de aftakas uit.
3. Zet de rijsnelheidshendel in de neutraalstand.
4. Stel de parkeerrem in werking.
1
2
3
3. Bevestigingsbout