Bestuurdersstoel instellen
U kunt de stoel naar voren en naar achteren verschuiven.
De positie van de stoel moet zo zijn dat u de machine het
best kunt bedienen en dat u comfortabel zit.
1. Til de stoel op en draai de instelknop los (Fig. 4).
Figuur 4
1. Instelknop
2. Verschuif de zitting in de gewenste positie en draai de
knop weer vast.
Bediening van de aftakas
Met de maaikoppelingshendel (aftakas) schakelt u de
aandrijving naar het maaimes in of uit.
Het maaimes inschakelen
1. Trap de koppeling/het rempedaal in om de machine te
stoppen.
2. Zet de maaikoppelingshendel (aftakas) in de stand
Ingeschakeld (Fig. 5).
1
m-7010
1. Uitgeschakeld
2. Ingeschakeld
Het maaimes uitschakelen
1. Trap de koppeling/het rempedaal in om de machine te
stoppen.
2. Zet de maaikoppelingshendel (aftakas) in de stand
Uitgeschakeld (Fig. 5).
De maaihoogte instellen
Met de maaihoogtehendel stelt u het maaidek in op de
gewenste maaihoogte. De maaihoogte kan in zeven standen
worden gezet, van ongeveer 25 tot 102 mm.
Trek aan de maaihoogtehendel en zet deze in de gewenste
stand (Fig. 6).
1
m-1881
1. Maaihoogtehendel
14
2
1
Figuur 5
3. Maaikoppelingshendel
(aftakas)
25 mm
38 mm
51 mm
64 mm
76 mm
89 mm
102 mm
Figuur 6
3
m-1852