Rijsnelheid kiezen
Important
Om schade aan de transmissie te voor-
komen, moet u altijd eerst de koppeling/het rempedaal
intrappen, voordat u in of uit de Achteruit-stand schakelt.
Zet de machine altijd in beweging door de koppeling/ het
rempedaal in te trappen en de gewenste versnelling in te
schakelen. Als de machine eenmaal in beweging is, kunt u
in elke versnelling vooruit schakelen zonder de
koppeling/het rempedaal in te trappen. Meestal kunt u in
elke versnelling wegrijden. Als de machine niet wegrijdt in
een hogere versnelling als gevolg van een zware last,
schakelt u naar een lagere versnelling.
Important
Op hellingen niet schakelen. Kies een lage
versnelling, zodat u niet hoeft te stoppen of te schakelen op
een helling.
De machine stoppen
1. Trap de koppeling/het rempedaal in.
2. Zet de rijsnelheidshendel in de neutraalstand.
3. Schakel de aftakas uit.
4. Draai het contactsleuteltje op Uit.
5. Als u de machine onbeheerd laat, moet u tevens de
parkeerrem in werking stellen; zie Parkeerrem in
werking stellen, blz. 13.
Note: Verwijder het contactsleuteltje en het
KeyChoice-sleuteltje uit de desbetreffende schakelaars.
Caution
Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als
zij de machine verplaatsen of proberen te bedienen
terwijl deze onbeheerd staat.
Verwijder altijd het contactsleuteltje en het
KeyChoice-sleuteltje en stel de parkeerrem in
werking wanneer u de machine onbeheerd laat,
ook al is het slechts voor een paar minuten.
Important
Om overmatige slijtage te voorkomen,
verdient het aanbeveling niet "met ingetrapte rem te
rijden". Schakel naar een lagere versnelling voor een lagere
snelheid zodat u niet hoeft te stoppen of te schakelen op een
helling.
Zijafvoer of fijnmaken van gras
Danger
Zonder aangebrachte grasgeleider, afvoerafsluiter
of complete grasvanger kunnen u of anderen in
aanraking met het maaimes of uitgeworpen voor-
werpen komen. Contact met draaiende maai-
messen en uitgeworpen voorwerpen zal lichamelijk
of dodelijk letsel veroorzaken.
•
Verwijder de grasgeleider nooit van het maaidek
omdat hiermee het maaisel wordt afgevoerd
naar het gazon. Als de grasgeleider is be-
schadigd, moet u deze onmiddellijk vervangen.
•
Kom nooit met uw handen of voeten onder het
maaidek.
•
Probeer nooit de afvoerzone of de maaibladen te
reinigen zonder de aftakas eerst uit te schakelen
en het contactsleuteltje op UIT te draaien.
Verwijder verder het contactsleuteltje en trek de
bougiekabel van de bougies.
Het maaidek is uitgerust met een scharnierende gras-
geleider, die het maaisel zijwaarts en omlaag naar het gazon
afvoert.
Om gemaaid gras fijn te maken, moet u eerst de afvoer-
afsluiter plaatsen in de opening aan de zijkant van de
maaimachine; zie Afvoerafsluiter plaatsen, blz.18.
Afvoerafsluiter plaatsen
Om gemaaid gras fijn te maken in plaats van dit zijwaarts
af te voeren, moet u de afvoerafsluiter in de opening aan de
zijkant van de maaier plaatsen.
1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen
tot stilstand gekomen zijn.
2. Verwijder het contactsleuteltje.
18