Instellingen VIRB actiecamera
OPMERKING: Niet alle opties en instellingen zijn van
toepassing op alle cameramodellen.
Selecteer A/V, meters, bed. > VIRB® > MENU.
Naam: Hiermee kunt u een nieuwe naam invoeren voor de VIRB
actiecamera.
Opnemen: Hiermee kunt u opnemen starten en stoppen.
Maak foto: Hiermee kunt u een foto maken.
Speel af: Hiermee kunt u video-opnamen en foto's bekijken.
Pauzeer: Pauzeert het camerabeeld.
Slaap: Hiermee schakelt u de VIRB actiecamera in een
energiezuinige modus om de batterij te sparen. Niet
beschikbaar op de VIRB 360 camera.
Video-instellingen: Hiermee stelt u de video in
instellingen van de VIRB actiecamera, pagina
Wijzig overlays: Hiermee wijzigt u welke gegevens worden
getoond op het scherm
pagina
3).
Video-instellingen van de VIRB actiecamera
OPMERKING: Niet alle opties en instellingen zijn van
toepassing op alle cameramodellen.
Selecteer A/V, meters, bed. > VIRB® > MENU > Video-
instellingen.
Aspect: Hiermee stelt u de beeldverhouding voor de video-
opname in.
Videomodus: Hiermee stelt u de videomodus in. U kunt
bijvoorbeeld de optie Slow Motion HD selecteren om
slowmotion video-opnamen te maken.
Videoformaat: Hiermee stelt u het beeldformaat of de
afmetingen in pixels van video-opnamen in.
Video FPS: Hiermee stelt u het aantal frames per seconde in.
Fotoformaat: Hiermee stelt u het beeldformaat of de
afmetingen in pixels van foto's in.
Beeldveld: Hiermee kunt u het zoomniveau instellen.
Lensmodus: Hiermee stelt u in welke lens of lenzen de camera
gebruikt tijdens het opnemen van video.
Achteruitkijken: Hiermee kunt u de video kantelen of
spiegelen.
Rotatie: Hiermee kunt u de camerahoek draaien.
De bedieningsknoppen van de VIRB actiecamera
toevoegen aan andere schermen
Voor bediening van de VIRB actiecamera via de kaartplotter
moet u de toestellen eerst draadloos met elkaar verbinden
draadloos toestel verbinden met de kaartplotter, pagina
U kunt de knoppenbalk van de VIRB actiecamera toevoegen
aan andere schermen. U kunt dan vanuit andere functies op de
kaartplotter video-opnamen starten en stoppen.
1
Open het scherm waaraan u de knoppenbalk van de VIRB
actiecamera wilt toevoegen.
2
Selecteer MENU > Wijzig overlays > Onderste balk > VIRB
balk.
In een scherm met de bedieningsknoppen van de VIRB
actiecamera kunt u
selecteren om het scherm van de VIRB
actiecamera volledig weer te geven.
De GC
™
100 camera koppelen met een
Garmin kaartplotter
Voordat u een draadloos toestel kunt verbinden met het
draadloze netwerk van de kaartplotter, moet u het draadloze
netwerk van de kaartplotter configureren.
1
Druk drie keer snel op
zichtafstand van 76 m (250 ft.) van de kaartplotter bevindt.
Toestelconfiguratie
(Video-
55).
(De gegevensoverlays aanpassen,
terwijl de camera zich binnen een
2
Selecteer op de kaartplotter Instellingen > Communicatie >
Draadloze toestellen > Garmin camera > Start.
3
Volg de instructies op het scherm.
Systeeminstellingen
Selecteer Instellingen > Systeem.
Geluiden en scherm: Hier kunt u de scherm- en audio-
instellingen aanpassen.
GPS: Hier vindt u informatie over GPS-satellieten en -
instellingen.
Systeeminformatie: Geeft informatie over de toestellen in het
netwerk en de softwareversie.
Stationsgegevens: Hier kunt u het station instellen.
Automatisch inschakelen: Hiermee regelt u welke toestellen
automatisch worden ingeschakeld als stroom wordt
toegevoerd.
Automatisch uitschakelen: Hiermee wordt het systeem
automatisch uitgeschakeld als het gedurende de
geselecteerde periode in de slaapstand staat.
Simulator: Schakelt de simulator in of uit en biedt u de
mogelijkheid de tijd, datum, snelheid en gesimuleerde locatie
in te stellen.
Scherm- en geluidsinstellingen
Selecteer Instellingen > Systeem > Geluiden en scherm.
Zoemer: Schakelt het signaal in en uit dat afgaat voor alarmen
en selecties.
Schermverlichting: Hiermee kunt u de helderheid van de
schermverlichting instellen. U kunt de optie Automatisch
selecteren om de helderheid van de schermverlichting
automatisch aan te passen op basis van het omgevingslicht.
Synchronisatie schermverlichting: Synchroniseert de
helderheid van de schermverlichting van andere kaartplotters
in het station.
Kleurmodus: Hiermee stelt u in of het toestel dag- of
nachtkleuren weergeeft. U kunt de optie Automatisch
selecteren om het toestel automatisch te laten overschakelen
naar dag- of nachtkleuren op basis van de tijd van de dag.
Achtergrond: Hiermee kunt u de achtergrondafbeelding
instellen.
Beginafbeelding: Hiermee stelt u de afbeelding in die wordt
weergegeven als u het toestel inschakelt.
(Een
GPS-instellingen
7).
Selecteer Instellingen > Systeem > GPS.
Skyview: Geeft de relatieve positie van GPS-satellieten aan de
hemel weer.
GLONASS: Schakelt GLONASS gegevens (Russisch
satellietsysteem) in of uit. Als het systeem wordt gebruikt in
situaties met slecht hemelzicht, kunnen GLONASS gegevens
worden gebruikt in combinatie met GPS om nauwkeurigere
positie-informatie te leveren.
WAAS/EGNOS: Schakelt WAAS gegevens (in Noord-Amerika)
of EGNOS gegevens (in Europa) in of uit om nauwkeurigere
GPS-positiegegevens te verkrijgen. Het toestel kan meer tijd
nodig hebben om satellieten te vinden wanneer u WAAS/
EGNOS gegevens gebruikt.
Galileo: Schakelt Galileo gegevens (EU satellietsysteem) in of
uit. Als het systeem wordt gebruikt in situaties met slecht
hemelzicht, kunnen Galileo gegevens worden gebruikt in
combinatie met GPS om nauwkeurigere positie-informatie te
leveren.
Toestelconfiguratie
55