Frontsymbool
Naast de weerfronten staan vaak drukcentrumsymbolen.
Drukcen-
Beschrijving
trumsymbo
ol
Geeft een lagedrukcentrum aan. Dit is een gebied met
een relatief lage luchtdruk. De luchtdruk wordt hoger
naarmate de afstand tot het lagedrukcentrum groter
wordt. Op het noordelijk halfrond draait de wind tegen de
wijzers van de klok in rond lagedrukcentra.
Geeft een hogedrukcentrum aan. Dit is een gebied met
een relatief hoge luchtdruk. De luchtdruk wordt lager
naarmate de afstand tot het hogedrukcentrum groter
wordt. Op het noordelijk halfrond draait de wind met de
wijzers van de klok mee rond hogedrukcentra.
Een weersverwachting voor de scheepvaart of de
verwachting voor buitengaats bekijken
1
Selecteer Grafieken > Weersverwachting.
2
Schuif de kaart naar een locatie buitengaats op.
De optie Weersverwachting voor de scheepvaart of
Weersverwachting buitengaats wordt weergegeven wanneer
de weersverwachting beschikbaar is.
3
Selecteer Weersverwachting voor de scheepvaart of
Weersverwachting buitengaats.
Verwachtingen voor steden
Verwachtingen voor steden worden als weersymbolen
weergegeven. De verwachting wordt elke 12 uur bijgesteld.
Symbool Weer
Deels bewolkt
Bewolkt
Winderig
Onweersbuien
Rook (stoffig,
nevelig)
Zeegang weergeven
De functie Zeegang geeft informatie weer over de
oppervlaktecondities, waaronder wind, hoogte van de golven,
duur van de golven en richting van de golven.
Selecteer Grafieken > Zeegang.
Oppervlaktewind
Oppervlaktewindvectoren worden op de kaart Zeegang
weergegeven met windcirkels die de richting aangeven van
waaruit de wind waait. Een windcirkel is een cirkeltje met een
lijn. De dwarslijn of vlag bij het uiteinde van de lijn geeft de
windsnelheid aan. Een korte lijn betekent een windsnelheid van
5 knopen, een lange lijn 10 knopen en een driehoekje 50
knopen.
Windcirkel
Windsnelheid
Kalm
5 knopen
SiriusXM Weather
Beschrijving
Gesloten front
Golfdal
Symbool Weer
Helder (zonnig, heet,
onbewolkt)
Regen (motregen, natte
sneeuw, regenbuien)
Mistig
Sneeuw (sneeuwbuien, lichte
sneeuwbuien, sneeuw-
stormen, jachtsneeuw, natte
sneeuw, ijsregen, ijsmotregen)
Windcirkel
Windsnelheid
20 knopen
50 knopen
Windcirkel
Windsnelheid
10 knopen
15 knopen
Hoogte, duur en richting van de golven
De hoogten van de golven voor een bepaald gebied worden in
verschillende kleuren weergegeven. Elke kleur staat voor een
andere golfhoogte, zoals u kunt zien in de legenda.
De duur van de golven is de tijd (in seconden) tussen elke golf.
Lijnen geven de gebieden met dezelfde golfduur aan.
De richting van de golven wordt op de kaart met rode pijlen
aangegeven. De richting van elke pijl geeft de richting aan
waarin de golf gaat.
Informatie over de verwachte zeegang voor een
andere tijdsperiode weergeven
1
Selecteer Grafieken > Zeegang.
2
Selecteer een optie:
• Als u de verwachte zeegang voor de volgende 36 uur wilt
bekijken in stappen van 12 uur, selecteert u
keren.
• Als u de verwachte zeegang voor de vorige 36 uur wilt
bekijken in stappen van 12 uur, selecteert u
keren.
Visinformatie weergeven
Op de weerkaart voor vissen worden de huidige temperatuur,
huidige oppervlaktedruk en visverwachtingen weergegeven.
Selecteer Grafieken > Vissen.
Gegevens over de oppervlaktedruk en de watertempe-
ratuur
De gegevens van de oppervlaktedruk worden als drukisobaren
en drukcentra weergegeven. Isobaren verbinden punten van
gelijke druk met elkaar. Aan de hand van drukmetingen kunnen
de weers- en windomstandigheden worden bepaald.
Hogedrukgebieden zijn doorgaans voorbodes van goed weer.
Lagedrukgebieden geven over het algemeen wolken en kans op
regen. Isobaren die dicht op elkaar staan, laten een sterke
drukstijging zien. Sterke drukstijgingen wijzen op gebieden met
meer wind.
Drukeenheden worden weergegeven in millibar (mb), inches
kwik (inHg) of hectopascal (hPa).
Kleurarceringen, zoals gedefinieerd in de legenda linksboven op
het scherm, geven de oppervlaktetemperatuur van het water
aan.
Het kleurbereik van de temperatuur van het
zeeoppervlak wijzigen
U kunt het kleurbereik dynamisch instellen als u de
temperatuurwaarden van het zeeoppervlak in een hogere
resolutie wilt weergeven.
1
Selecteer op de weerkaart voor vissen MENU >
Zeetemperatuur.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer Automatisch configureren om het bereik
automatisch te laten aanpassen door de kaartplotter.
De kaartplotter vindt automatisch de minimale en
maximale waarde voor het huidige scherm en past de
temperatuurkleurschaal aan.
• Als u de minimale en maximale waarde voor het
temperatuurbereik zelf wilt opgeven, selecteert u
Onderlimiet of Bovenlimiet en voert u de minimale of
maximale waarde in.
Windcirkel
Windsnelheid
65 knopen
meerdere
meerdere
51