7
Selecteer SELECT > OK.
8
Controleer de koers die met de magenta lijn wordt
aangegeven.
9
Volg de magenta lijn en vermijd daarbij land, ondiep water en
andere obstakels.
Een route maken en opslaan
Met deze procedure worden de route en alle hierin opgenomen
via-punten opgeslagen. Het startpunt kan uw huidige positie of
een willekeurige andere positie zijn.
U kunt maximaal 250 via-punten of koerswijzigingen in een
route opnemen.
1
Selecteer NAV INFO > Gebruikersgegevens > Routes en
Auto Guidance paden > Nieuw > Route maken met kaart.
2
Selecteer de beginlocatie van de route.
3
Selecteer Voeg koerswijziging toe.
4
Selecteer de locatie van de volgende koerswijziging op de
kaart.
5
Selecteer Voeg koerswijziging toe.
De kaartplotter markeert de locatie van de koerswijziging met
een via-punt.
6
Herhaal de stappen 4 en 5 als u meer koerswijziging wilt
opgeven.
7
Selecteer de eindbestemming.
Een lijst met routes en Auto Guidance routes
weergeven
1
Selecteer NAV INFO > Gebruikersgegevens > Routes en
Auto Guidance paden.
2
Selecteer zo nodig Filter om alleen routes of Auto Guidance
routes weer te geven.
Een opgeslagen route bewerken
U kunt de naam van een route wijzigen of de koerswijzigingen in
een route aanpassen.
1
Selecteer NAV INFO > Gebruikersgegevens > Routes en
Auto Guidance paden.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Bekijk > Wijzig route.
4
Selecteer een optie:
• Als u een naam wilt wijzigen, selecteert u Naam en voert
u de naam in.
• Als u een waypoint wilt selecteren in de
koerswijzigingslijst, selecteert u Wijzig koerswijzigingen
> Gebruik lijst met koerswijzigingen en selecteert u een
waypoint in de lijst.
• Als u een koerswijziging wilt selecteren, gaat u naar
Wijzig koerswijzigingen > Gebruik kaart en selecteert u
een locatie op de kaart.
Naar een opgeslagen route zoeken en navigeren
Voordat u een lijst met routes kunt doorzoeken en naar de
gewenste route kunt navigeren, moet u ten minste één route
maken en opslaan.
1
Selecteer NAV INFO > Gebruikersgegevens > Routes en
Auto Guidance paden.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Navigeren naar.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Vooruit om de route te navigeren vanaf het
beginpunt dat is gebruikt bij het maken van de route.
• Selecteer Achteruit om de route te navigeren vanaf het
bestemmingspunt van de route dat is gebruikt bij het
maken van de route.
Navigatie met een kaartplotter
Er wordt een magenta lijn weergegeven. Een dunnere paarse
lijn in de magenta lijn geeft de gecorrigeerde koers van uw
huidige positie naar de bestemming aan. De gecorrigeerde
koers is dynamisch en beweegt met uw boot mee wanneer u
van de koers afwijkt.
5
Controleer de koers die met de magenta lijn wordt
aangegeven.
6
Volg de magenta lijn langs elk traject van de route, vermijd
land, ondiep water en andere obstakels.
7
Wanneer u van de koers bent afgeweken, volg dan de
paarse lijn (gecorrigeerde koers) om naar uw bestemming te
gaan of ga terug naar de magenta lijn (directe koers).
Naar een opgeslagen route zoeken en parallel aan
deze route navigeren
Voordat u een lijst met routes kunt doorzoeken en naar de
gewenste route kunt navigeren, moet u ten minste één route
maken en opslaan.
1
Selecteer NAV INFO > Gebruikersgegevens > Routes en
Auto Guidance paden.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Navigeren naar.
4
Selecteer Offset om op een opgegeven afstand parallel aan
de oorspronkelijke route te navigeren.
5
Geef aan hoe u langs de route wilt navigeren:
• Selecteer Vooruit - bakboord om de route te volgen
vanaf het vertrekpunt bij het maken van de route naar
links van de oorspronkelijke route.
• Selecteer Vooruit - stuurboord om de route te volgen
vanaf het vertrekpunt bij het maken van de route naar
rechts van de oorspronkelijke route.
• Selecteer Achteruit - bakboord om de route te volgen
vanaf het bestemmingspunt bij het maken van de route
naar links van de oorspronkelijke route.
• Selecteer Achteruit - stuurboord om de route te volgen
vanaf het bestemmingspunt bij het maken van de route
naar rechts van de oorspronkelijke route.
6
Selecteer OK indien nodig.
Er wordt een magenta lijn weergegeven. Een dunnere paarse
lijn in de magenta lijn geeft de gecorrigeerde koers van uw
huidige positie naar de bestemming aan. De gecorrigeerde
koers is dynamisch en beweegt met uw boot mee wanneer u
van de koers afwijkt.
7
Controleer de koers die met de magenta lijn wordt
aangegeven.
8
Volg de magenta lijn langs elk traject van de route, vermijd
land, ondiep water en andere obstakels.
9
Wanneer u van de koers bent afgeweken, volg dan de
paarse lijn (gecorrigeerde koers) om naar uw bestemming te
gaan of ga terug naar de magenta lijn (directe koers).
Een zoekpatroon starten
U kunt een zoekpatroon starten om een gebied te doorzoeken.
Verschillende patronen zijn beter geschikt voor verschillende
zoeksituaties.
1
Selecteer NAV INFO > Gebruikersgegevens > Routes en
Auto Guidance paden > Nieuw > Route met behulp van
SAR-patroon.
2
Selecteer een patroon:
• Selecteer Zoeksector wanneer de locatie van het object
vrij bekend is, het zoekgebied klein is, en een intensieve
zoekactie nodig is.
• Selecteer Expanding square wanneer de locatie van het
object enigszins twijfelachtig is, het zoekgebied klein is, en
een intensieve zoekactie nodig is.
19