Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Koerslijn En Hoekmarkeringen; Viszoeker Met Echolood - Garmin GPSMAP 1000 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 1000 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Selecteer terwijl een vaste voorliggende koers is
ingeschakeld MENU > Vaste windsturing.
De hoek voor vaste windsturing met de stuurautomaat
aanpassen
Wanneer vaste windsturing is ingeschakeld, kunt u met de
stuurautomaat de hoek aanpassen.
• Selecteer
of
om de hoek voor vaste windsturing in
stappen van 1° aan te passen.
• Houd
of
ingedrukt om de hoek voor vaste windsturing in
stappen van 10° aan te passen.
Overstag gaan en gijpen
U kunt de stuurautomaat tevens zo instellen dat deze overstag
gaat of gijpt wanneer het aanhouden van een vaste
voorliggende koers of een vaste windsturing is ingeschakeld.
Overstag gaan en gijpen vanuit een vaste voorliggende
koers
1
Schakel een vaste voorliggende koers in
inschakelen, pagina
41).
2
Selecteer MENU.
3
Selecteer een optie.
De stuurautomaat stuurt uw boot door een overstag- of
gijpmanoeuvre.
Overstag gaan en gijpen vanuit een vaste windsturing
Voordat u vaste windsturing kunt inschakelen, moet er een
windsensor zijn geïnstalleerd.
1
Schakel vaste windsturing in
pagina
24).
2
Selecteer MENU.
3
Selecteer een optie.
De stuurautomaat stuurt uw boot door een overstag- of
gijpmanoeuvre en informatie over de voortgang van de
overstag- of gijpmanoeuvre wordt weergegeven op het
scherm.
Een overstag-/gijpvertraging instellen
Met behulp van de overstag- en gijpvertraging kunt u een
overstag- en gijpmanoeuvre vertragen nadat u de manoeuvre
initieert.
1
Selecteer in het stuurautomaatscherm MENU >
Stuurautomaat instellen > Zeilinstellingen >
Overstagvertraging.
2
Selecteer de lengte van de vertraging.
3
Selecteer zo nodig OK.
De gijpbegrenzer inschakelen
OPMERKING: De gijpbegrenzer weerhoudt u er niet van
handmatig te gijpen met gebruik van het roer of de
koerswijzigingsstap.
De gijpbegrenzer voorkomt dat de stuurautomaat gijpt.
1
Selecteer in het stuurautomaatscherm MENU >
Stuurautomaat instellen > Zeilinstellingen >
Gijpbegrenzer.
2
Selecteer Ingeschakeld.
De reactie van de stuurautomaat aanpassen
Wanneer u de zeilbootmodus gebruikt, kunt u met de instelling
Antwoord de roerversterking snel aanpassen aan wisselende
windcondities.
1
Selecteer op het stuurautomatenscherm MENU > Antwoord.
2
Wijzig de roerreactie.
Als het roer sneller moet reageren en bewegen, verhoogt u
de waarde. Als het roer te veel beweegt, verlaagt u de
waarde.

Viszoeker met echolood

(De stuurautomaat
(Vaste windsturing inschakelen,

Koerslijn en hoekmarkeringen

De koerslijn is een lijn op de kaart vanaf de boeg van de boot in
de richting van de koers die de boot gaat varen.
Hoekmarkeringen geven de relatieve positie aan van de koers of
de koers over de grond, die u helpt tijdens casting of het vinden
van referentiepunten.
De koerslijn en hoekmarkeringen instellen
De koerslijn is een lijn op de kaart vanaf de boeg van de boot in
de richting van de koers die de boot gaat varen.
Hoekmarkeringen geven de relatieve positie aan van de koers of
de koers over de grond, die u helpt tijdens casting of het vinden
van referentiepunten.
U kunt de voorliggende-koerslijn en de koers-over-de-grondlijn
(COG) weergeven op de kaart.
Koers over de grond (COG) is de richting waarin u beweegt.
Voorliggende koers is de richting waarin de boeg van de boot
wijst wanneer een koerssensor is aangesloten.
1
Selecteer MENU > Lagen > Mijn boot > Koerslijn op een
kaart.
2
Hoekmarkeringen
3
Selecteer indien nodig Bron en selecteer een optie:
• Als u automatisch de beschikbare bron wilt gebruiken,
selecteert u Automatisch.
• Als u de koers van de GPS-antenne wilt gebruiken voor
de COG, selecteert u GPS-koers (COG).
• Als u gegevens van een aangesloten koerssensor wilt
gebruiken, selecteert u Noordreferentie.
• Als u gegevens van zowel een aangesloten koerssensor
als de GPS-antenne wilt gebruiken, selecteert u Koers
over de grond en voorliggende koers.
Hiermee worden zowel de voorliggende-koerslijn als de
koers-over-de-grondlijn weergegeven op de kaart.
4
Selecteer Scherm en selecteer een optie:
• Selecteer Afstand > Afstand en voer de lengte in van de
lijn die wordt weergegeven op de kaart.
• Selecteer Tijd > Tijd, en voer de tijd in die wordt gebruikt
om de afstand te berekenen die uw boot in de opgegeven
tijd aflegt bij de huidige snelheid.
Viszoeker met echolood
Als u een compatibele transducer aansluit op uw kaartplotter,
kunt u uw kaartplotter gebruiken als viszoeker.
Ga voor meer informatie over welke transducer het beste
voldoet aan uw eisen naar www.garmin.com/transducers.
Er zijn verschillende echoloodweergaven waarmee u de vis in
het gebied kunt weergeven. Welke echoloodweergaven
beschikbaar zijn, is afhankelijk van het type transducer en
echoloodmodule dat is aangesloten op de kaartplotter. U kunt
bijvoorbeeld de Panoptix
als u een compatibele Panoptix transducer hebt aangesloten.
Er zijn vier basisstijlen voor echoloodweergaven beschikbaar:
Een weergave op volledig scherm, een weergave met een
gesplitst scherm waarin twee of meer weergaven worden
gecombineerd, een gesplitste zoomweergave en een gesplitste
frequentieweergave waarin twee frequenties worden
weergegeven. U kunt de instellingen voor elke weergave in het
scherm aanpassen. Als u zich bijvoorbeeld in de gesplitste
frequentieweergave bevindt, kunt u de versterking voor elke
frequentie apart instellen.
Als u geen combinatie van echoloodweergaven ziet die past bij
uw behoeften, kunt u een aangepast combinatiescherm
nieuwe combinatiepagina maken, pagina
lay-out maken
(Een SmartMode lay-out toevoegen, pagina
echoloodschermen alleen weergeven
3) of een SmartMode
(Een
3).
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gpsmap 1200 series

Inhoudsopgave