• Als u de meting van de maximumsnelheid wilt instellen op
nul, selecteert u Herstel maximale snelheid.
• Als u de afstandmeting wilt instellen op nul, selecteert u
Herstel kilometerteller.
• Als u alle metingen op nul wilt instellen, selecteert u
Herstel alles.
Batterijbeheer
U kunt de batterij en andere voedingsbronnen bekijken, en de
toestellen die gebruikmaken van die bronnen.
Batterijen worden boven aan het scherm vermeld. Andere
voedingsbronnen, zoals zonnecellen, dynamo, converter en
windgenerator, worden aan de linkerkant vermeld. De items aan
de rechterkant van het scherm zijn toestellen die gebruikmaken
van de batterijen en andere voedingsbronnen.
De pagina Batterijbeheer instellen
1
Selecteer A/V, meters, bed. > Accubeheer > MENU >
Bewerk toestellen.
2
Selecteer een item.
3
Selecteer Toestel en selecteer een item in de lijst.
4
Selecteer zo nodig Naam, voer een naam voor het toestel in
en selecteer OK.
5
Selecteer zo nodig Wijzig pictogram, selecteer een nieuw
symbool en selecteer OK.
6
Herhaal stap 2 t/m 5 voor elk toestel.
Grafieken weergeven
U moet een geschikte transducer of sensor hebben aangesloten
op het netwerk voordat u grafieken van
omgevingsveranderingen, zoals temperatuur, diepte en wind,
kunt bekijken.
Selecteer NAV INFO > Reis en grafieken > Grafieken.
Het grafiekbereik en de tijdschaal instellen
U kunt opgeven hoe lang diepten worden weergegeven in de
grafieken voor diepte- en watertemperatuur en welk dieptebereik
wordt weergegeven.
1
Selecteer in een grafiek Grafiekinstellingen.
2
Selecteer een optie:
• Als u een schaal voor de verstreken tijd wilt instellen,
selecteert u Tijdsduur. De standaardinstelling is 10
minuten. Als u een hogere waarde instelt, kunt u de
variaties gedurende een langere periode bekijken. Als u
een lagere waarde instelt, kunt u meer details voor een
kortere periode weergeven.
• Als u de schaal van de grafiek wilt instellen, selecteert u
Schaal. Wanneer u een hogere waarde opgeeft, kan er
meer variatie in de metingen worden weergegeven.
Wanneer u een lagere waarde kiest, kunt u meer details
voor de variatie weergeven.
Informatie over getijden, stromingen
en zon en maan
Informatie van getijdenstation
Het scherm Getijden verschaft informatie over een
getijdenstation voor een specifieke datum en tijd, zoals de
vloedhoogte en de eb- en vloedtijden. De kaartplotter toont
standaard de getijde-informatie van het laatst weergegeven
getijdenstation, de huidige datum en afgelopen uur.
Selecteer NAV INFO > Getijden & stromingen > Getijden.
46
Informatie van stromingenstation
OPMERKING: Er is actuele informatie van stations beschikbaar
bij bepaalde gedetailleerde kaarten.
U kunt informatie van een stromingenstation voor een bepaalde
datum en tijd weergeven, inclusief de huidige stroomsnelheid en
het stroomniveau. Standaard toont de kaartplotter informatie
voor het laatst weergegeven stromingenstation en de huidige
datum en tijd.
Selecteer NAV INFO > Getijden & stromingen > Stromen.
Zon- en maanstanden
U kunt informatie over het opkomen/ondergaan van de zon en
de maan en de maanfasen weergeven, en bij benadering de
positie van de zon en de maan. Het midden van het scherm stelt
de hemel boven u voor en de buitenste cirkels stellen de horizon
voor. Standaard geeft de kaartplotter informatie over de zon- en
maanstanden van de huidige dag en tijd weer.
Selecteer NAV INFO > Getijden & stromingen > Zon en
maan.
Gegevens van getijdenstation, stromingen-
station of zon- en maanstanden voor een
andere datum weergeven
1
Selecteer NAV INFO > Getijden & stromingen.
2
Selecteer Getijden, Stromen, of Zon en maan.
3
Selecteer een optie:
• Als u informatie voor een andere datum wilt weergeven,
selecteert u Wijzig datum > Handmatig en voert u een
datum in.
• Als u informatie voor vandaag wilt weergeven, selecteert u
Wijzig datum > Huidig.
• Als u, indien beschikbaar, informatie voor de dag na de
weergeven datum wilt bekijken, selecteert u Volgende
dag.
• Als u, indien beschikbaar, informatie voor de dag vóór de
weergeven datum wilt bekijken, selecteert u Vorige dag.
Informatie van een ander getijden- of stro-
mingenstation weergeven
1
Selecteer NAV INFO > Getijden & stromingen.
2
Selecteer Getijden of Stromen.
3
Selecteer Nabije stations.
4
Selecteer een station.
Almanakgegevens weergeven op de
navigatiekaart
1
Selecteer in een kaart of 3D-kaartweergave een locatie.
2
Selecteer Informatie.
3
Selecteer Getijden, Stromen, of Zon en maan.
Waarschuwingsbeheer
Berichten weergeven
1
Selecteer NAV INFO > Waarschuwingsbeheer.
2
Selecteer een bericht.
3
Selecteer Bekijk.
Berichten sorteren en filteren
1
Selecteer NAV INFO > Waarschuwingsbeheer > Sorteren/
Filteren.
Informatie over getijden, stromingen en zon en maan