1
Selecteer MENU > Echoloodinstelling > Installatie in een
geschikte sonarweergave.
2
Selecteer indien nodig Gebruik AHRS om de AHRS-sensor
in te schakelen.
3
Selecteer Kalibreer kompas.
4
Volg de instructies op het scherm.
WAARSCHUWING
De scheepsradar zendt microgolfenergie uit, die een gevaar kan
vormen voor mens en dier. Controleer, vóór de radar wordt
ingeschakeld, of de directe omgeving vrij is. De radarbundel
bestrijkt een gebied van ca. 12° boven en onder de horizontale
lijn vanuit het midden van de radar.
Kijk als de radar aan het zenden is niet direct van dichtbij naar
de antenne; de ogen zijn van alle lichaamsdelen het meest
gevoelig voor elektromagnetische energie.
Wanneer u uw compatibele kaartplotter aansluit op een
optionele maritieme radar van Garmin, zoals een GMR
Fantom
6 of een GMR 24 xHD radar, kunt u meer informatie
™
over uw omgeving weergeven.
De radar zendt tijdens het ronddraaien in een patroon van 360°
een smalle bundel microgolfenergie uit. Wanneer die
energiebundel op een object stuit, kaatst een deel van de
energie terug naar de radar.
Interpretatie van de radar
Het lezen en interpreteren van het radarscherm vergt oefening.
Hoe vaker u de radar gebruikt, hoe meer u kunt vertrouwen op
het radarscherm wanneer u het echt nodig hebt.
De radar kan in veel situaties van pas komen, bijvoorbeeld om
een aanvaring te vermijden bij beperkt zicht in de mist of in het
donker, u kunt het weer volgen, zien wat er voor u ligt of vogels
en vissen opsporen.
De radaroverlayfunctie kan u helpen het radarscherm beter te
interpreteren, omdat deze functie de radarbeelden over de kaart
legt. Hierdoor kunt u het verschil zien tussen de radarbeelden
van een stuk land, een brug of een regenwolk. Door AIS-
schepen op de radaroverlay te tonen kunt u ook kenmerken op
het radarscherm herkennen.
Op het screenshot hieronder is de radaroverlay ingeschakeld.
Dit screenshot laat ook een videobeeld zien. We kunnen
makkelijk een aantal dingen herkennen op het radarbeeld.
Land
Schip
Radaroverlay
Wanneer u uw kaartplotter aansluit op een optionele maritieme
radar van Garmin, kunt u radargegevens projecteren op de
navigatiekaart of de viskaart.
De gegevens worden op de radaroverlay weergegeven op basis
van de laatst gebruikte radarmodus. Alle instellingen die op de
radaroverlay zijn toegepast, gelden ook voor de laatst gebruikte
radarmodus.
Radar
Radar
Radaroverlay en uitlijning van kaartgegevens
Wanneer u de radaroverlay gebruikt, lijnt de kaartplotter de
radargegevens op basis van de voorliggende koers van het
schip uit op de kaartgegevens. De koers wordt standaard
bepaald door middel van de gegevens van een magnetische
koerssensor die is aangesloten op een NMEA 0183 of een
NMEA 2000 netwerk. Als er geen koerssensor beschikbaar is,
wordt de koers van het schip bepaald aan de hand van de GPS-
koersgegevens.
De GPS-koersgegevens geven de richting aan waarin het schip
vaart, en niet de richting waarnaar het schip wijst. Als het schip
vanwege de stroming of de wind naar achteren of zijwaarts drijft,
ligt de radaroverlay waarschijnlijk niet volledig op één lijn met de
kaartgegevens. Dit kan worden vermeden door de gegevens
over de voorliggende koers van een elektronisch kompas te
gebruiken.
Als de voorliggende koers van het schip wordt bepaald op basis
van de gegevens van een magnetische koerssensor of een
stuurautomaat, kunnen de gegevens over de voorliggende koers
onnauwkeurig zijn vanwege een verkeerde instelling,
mechanisch defect, magnetische storing of andere factoren. In
dat geval ligt de radaroverlay waarschijnlijk niet precies op één
™
lijn met de kaartgegevens.
Radiosignalen uitzenden
OPMERKING: Om veiligheidsredenen gaat de radar na het
opwarmen in de stand-bymodus. Dat geeft u de gelegenheid om
te controleren of de omgeving van de radar vrij is, voordat u met
de radartransmissie begint.
1
Schakel de kaartplotter uit en sluit de radar aan zoals
beschreven in de installatie-instructies van de radar.
2
Schakel de kaartplotter in.
Indien nodig, warmt de radar op en waarschuwt een
aftelsignaal u wanneer de radar gereed is.
3
Selecteer Radar.
4
Selecteer een radarmodus.
Tijdens het opstarten van de radar wordt er een aftelbericht
weergegeven.
5
Selecteer MENU > Radar zenden.
Het uitzenden van radarsignalen stopzetten
Selecteer op een radarscherm MENU > Radar in standby.
TIP: Druk op het scherm dat wordt weergegeven op
Radar in standby om het uitzenden van radarsignalen direct
stop te zetten.
De modus Gepland uitzenden instellen
Om energie te besparen kunt u tijdsintervallen instellen waarop
de radar signalen uitzendt of op stand-by staat.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar in dubbele
radarmodi.
1
Selecteer in een radarscherm MENU > Radaropties >
Gepland uitzenden.
2
Selecteer Gepland uitzenden om de optie in te schakelen.
3
Selecteer Stand-bytijd, voer het tijdsinterval in waarop de
radar signalen uitzendt en selecteer OK.
4
Selecteer Verzendtijd, voer de duur van elke
signaaltransmissie in en selecteer OK.
Een radarvrije zone inschakelen en aanpassen
U kunt een gebied aangeven waarin de radarscanner geen
signalen verzendt.
OPMERKING: GMR Fantom en xHD2 radarmodellen
ondersteunen twee radarvrije zones. Andere GMR
radarmodellen ondersteunen één radarvrije zone.
>
35