Algemene veiligheidsinstructies
Werken met de machine
24
•
Voordat u de machine aan de driepuntshydraulica van de tractor
aan- of loskoppelt, dient u de bedieningshendel van de hydraulica
van de tractor te blokkeren in een positie waarin onbedoeld heffen
of zakken wordt uitgesloten!
•
Zet de steunelementen (indien aanwezig) bij het aan- en afkop-
pelen van machines in de juiste stand (stabiliteit bij stilstand)!
•
Let bij het gebruik van de steunelementen op de plekken waar u
bekneld kunt raken!
•
Ga bij het aan- en afkoppelen van machines aan of van de trac-
tor bijzonder voorzichtig te werk! Tussen tractor en machine be-
vinden zich bij de koppelingspunten plekken waar u bekneld kunt
raken!
•
Tijdens het bedienen van de driepuntshydraulica mag niemand
zich tussen de tractor en de machine bevinden.
•
Aangesloten voedingsleidingen
o
moeten lichtjes meegeven bij alle bewegingen, bij bochtige
ritten zonder spanning, knikken of wrijving.
o
mogen niet langs onderdelen schuren.
•
Ontkoppelingskabels voor snelkoppelingen moeten los hangen
en mogen in de onderste positie niet uit zichzelf ontkoppelen!
•
Zorg dat de afgekoppelde machine altijd stabiel staat!
•
Maak uzelf voordat u met de werkzaamheden begint vertrouwd
met de uitrusting en bedieningselementen van de machine en
hun functies. Tijdens het werk is het daarvoor te laat!
•
Draag strak zittende kleding! Losse kleding verhoogt het risico
op vastgrijpen of opwikkelen door aandrijfassen!
•
Gebruik de machine alleen als alle veiligheidsvoorzieningen zijn
aangebracht en zich in de juiste positie bevinden!
•
Houd rekening met de maximale belading van de aange-
bouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare asbelasting
en oplegdruk van de tractor! Rijd eventueel alleen met gedeelt-
elijk gevuld reservoir.
•
Het is verboden om zich binnen het werkbereik van de machine
te bevinden!
•
Het is verboden om zich binnen het draai- en zwenkbereik van
de machine te bevinden!
•
Extern bediende machineonderdelen (bv. hydraulisch) zijn voor-
zien van delen waar u bekneld kunt raken!
•
Gebruik extern bediende machineonderdelen uitsluitend als per-
sonen zich op voldoende veilige afstand van de machine bevin-
den!
•
Beveilig de tractor tegen onbedoeld starten en wegrollen,
voordat u de tractor verlaat.
Hiertoe
o
laat u de machine op de grond zakken;
GH HH BAF0005.4 06.21