Alarm instellingen
Er wordt een alarm geactiveerd wanneer een radar doel de grens
van het veiligheidsgebied overschrijdt. U kunt selecteren of het
alarm wordt geactiveerd wanneer het doel de zone binnengaat of
verlaat.
Gevoeligheid
De gevoeligheid van de veiligheidszone kan worden ingesteld, om
alarmen voor kleine doelen te voorkomen.
MARPA doelen
Als het systeem een koerssensor heeft, kan de MARPA functie (Mini
Automatic Radar Plotting Aid) worden gebruikt om maximaal tien
radar doelen te volgen.
U kunt alarmen instellen om u te waarschuwen als een doel te dicht
bij komt. Zie "Radar instellingen" op pagina 139.
De MARPA volgfunctie is een belangrijk hulpmiddel om
aanvaringen te voorkomen.
Ú Notitie:
MARPA vereist koersdata voor de radar en de Vulcan
Series.
MARPA-doelsymbolen
Het systeem maakt gebruik van de volgende symbolen voor doelen:
Verkrijgen MARPA-doel. In het algemeen duurt het
maximaal 10 volledige rotaties van de scanner.
Volgen van MARPA-doel, niet bewegend of voor anker.
Volgen van een veilig MARPA-doel met extensielijnen.
Gevaarlijk MARPA-doel
Een doel wordt als gevaarlijk gezien wanneer het de
bewakingszone binnengaat die op het radarpaneel is
aangegeven.
Radar
| Vulcan Series Gebruikershandleiding
137