Navico® is een handelsmerk van Navico Holding AS. • B&G® is een handelsmerk van Navico Holding AS. • BEP® is een handelsmerk van Power Products, LLC. • Bluetooth® is een handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc. Voorwoord | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger • Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere groep dan waarop de ontvanger is aangesloten • Raadpleeg de dealer of een ervaren technicus voor hulp Voorwoord | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Belangrijke tekstconventies Belangrijke tekst die speciale aandacht van de lezer behoeft, wordt als volgt aangegeven: Ú Notitie: Wordt gebruikt om de aandacht van de lezer op een opmerking of belangrijke informatie te richten. Voorwoord | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 7
Hieronder ziet u een voorbeeld van de bestandsnaam van een handleiding. De bestandsnamen van handleidingen kunnen variëren al naar gelang de unit. Voorwoord | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
U wordt tijdens het opstarten gevraagd om uw apparaat te registreren. U kunt het apparaat ook registreren door de instructies te volgen bij het selecteren van de registratieoptie in het dialoogvenster met systeeminstellingen of het dialoogvenster met systeembesturingselementen. Voorwoord | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
32 Kaarten Het kaartpaneel Kaartgegevens Kaarten delen Kaartbron selecteren Dubbele kaartbronnen tonen Vaartuigsymbool Inzoomen op de kaart De kaart verschuiven Kaartoriëntatie Vooruit kijken Informatie over kaartitems weergeven Gebruik van de cursor op het paneel Afstand meten Inhoud | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 10
74 SailSteer paneel Datavelden selecteren voor het paneel SailSteer Berekening van vaartijden SailSteer-overlay 77 Race paneel Weergaveopties Startlijn op paneel Kaart Paneel Startlijn data Een startlijn instellen Eindpunten en startlijn verwijderen Startlijn-display Instellingen Wat als? Inhoud | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 11
125 Cursor op een radarpaneel gebruiken 126 Het radarbeeld aanpassen 130 Doelen volgen 137 Gevaarlijke doelen 139 Geavanceerde radaropties 140 Meer opties 147 Radargegevens opnemen 148 Radarinstellingen 152 AIS 152 Over AIS 152 Selecteren van een AIS-doel Inhoud | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 12
176 ForwardScan 176 Informatie over ForwardScan 176 Het ForwardScan beeld 177 Het ForwardScan-beeld instellen 178 Meer opties 178 Voorl. koers verlenging 179 ForwardScan installatie-instellingen 183 Instrumenten 183 Over instrumentenpanelen 183 Dashboards 183 Het Instrumentspaneel aanpassen Inhoud | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 13
207 Uw telefoon gebruiken met de MFD 207 Over telefoonintegratie 207 Een telefoon aansluiten en koppelen 208 Telefoonmeldingen 209 Problemen met de telefoon oplossen 211 Bluetooth-apparaten beheren 212 Tools en instellingen 212 De werkbalk 214 Instellingen Inhoud | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 14
224 Software updates 226 Servicerapport 227 Back-up maken van uw systeemgegevens 231 Integratie van apparaten van derden 231 Integratie FUSION-Link 231 Integratie BEP CZone 233 Naviop 234 Bijlage 234 Bediening via het aanraakscherm 235 Statusbalkpictogrammen Inhoud | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Zorg dat u geen bestanden downloadt, overdraagt of kopieert naar een kaart met cartografische producten. Dat kan de cartografische informatie op de kaart beschadigen. U opent het klepje van de kaartlezer door de rubberen afdekking te openen. Inleiding | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Kaartlezer van de 7- en 9-inch units Kaartlezer van de 12-inch unit Home pagina De Home pagina is op elk moment toegankelijk door de knop Home te selecteren. Inleiding | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Knoppen op de werkbalk Bieden opties en hulpmiddelen die niet paneel-specifiek zijn. Zie "Tools en instellingen" op pagina 212 voor uitleg over de knoppen op de werkbalk. Inleiding | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Favoriete balk weergeven als pop-upvenster op een pagina De favoriete balk kan worden weergegeven op elke pagina door: • De knop Home ingedrukt te houden • De knop Pagina’s op een externe bedieningsunit ingedrukt te houden Inleiding | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 19
Een MOB verwijderen U kunt een MOB-waypoint uit het menu verwijderen als de MOB is geactiveerd. Stoppen met navigeren naar MOB Het systeem blijft navigatiegegevens naar het MOB-waypoint weergeven totdat de navigatie in het menu wordt geannuleerd. Inleiding | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Een vooraf gedefinieerde gesplitste pagina toont meer dan één applicatiepagina op een paneel. U kunt de splitsing op een vooraf gedefinieerde gesplitste pagina aanpassen. Zie "De splitsing aanpassen op pagina’s met meerdere panelen" op pagina 29. Inleiding | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
27. Bedieningsbalk De bedieningsbalk bevat knoppen voor het starten van de controllers of functies die in uw systeem zijn ingeschakeld. De verschillende controllers worden verderop in de handleiding beschreven in de desbetreffende hoofdstukken. Inleiding | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Dialoogvenster Systeem regelingen Het dialoogvenster Systeem regelingen biedt snelle toegang tot basisinstellingen van het systeem. Welke knoppen in het dialoogvenster worden weergegeven hangt af van de operationele modus en de aangesloten apparatuur. Basisbediening | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Aan/uit-knop kort in te drukken. Displayverlichting Helderheid U kunt de vooraf ingestelde verlichtingsniveaus doorlopen door telkens kort op de Aan/uit-knop te drukken. De achtergrondverlichting van het display kan ook worden ingesteld in het dialoogvenster Systeem regelingen. Basisbediening | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Schermafdruk In het dialoogvenster Systeem regelingen kunt u de optie Schermafdruk in- of uitschakelen. Het maken van een schermafdruk: • Tik op de statusbalk of de dialoogvenstertitel Schermafdrukken worden in het interne geheugen opgeslagen. Basisbediening | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Wallpaper. De lange druk configureren U kunt instellen of met een lange druk op het paneel het menu wordt geopend of de cursorondersteuning op het paneel wordt getoond. Aanpassen van uw systeem | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Gebruik het pictogram Toevoegen op de home pagina om een favoriete pagina toe te voegen. Sleep in het dialoogvenster Pagina editor de panelen die u wilt opnemen in de favoriete pagina naar de gewenste plaats. Aanpassen van uw systeem | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Selecteer het toolpictogram op een favoriete knop om het dialoogvenster Pagina editor weer te geven De instrumentenbalk aanpassen Ú Notitie: U moet de instrumentenbalk in de toepassing activeren om het menu van de instrumentenbalk te openen. Aanpassen van uw systeem | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
De instrumentenbalk in- of uitschakelen De instrumentenbalk wordt standaard op het paneel getoond. U kunt de instrumentenbalk aan-/uitzetten in het dialoogvenster Systeem regelingen. Gegevens wijzigen U kunt gegevens in het menu wijzigen. Aanpassen van uw systeem | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Functies in- of uitschakelen Een compatibel apparaat dat aan de unit is verbonden, wordt automatisch door het systeem geïdentificeerd. Als dat niet het geval is, kunt u deze functie inschakelen in het dialoogvenster Geavanceerde instellingen. Aanpassen van uw systeem | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Nadat een functie-ontgrendelingscode is ingevoerd in de unit, is de functie beschikbaar voor gebruik. Ú Notitie: De optie Functie ontgrendelen is alleen beschikbaar als uw unit een vergrendelde functie ondersteunt. Aanpassen van uw systeem | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Als er een H5000-systeem op het netwerk beschikbaar is, is het H5000-pictogram beschikbaar op het paneel Tools op de Home pagina. Bij het H5000-systeem wordt een afzonderlijke handleiding geleverd. Raadpleeg deze documentatie voor het installeren en configureren van het H5000-systeem. Aanpassen van uw systeem | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Als de elektronische kaart wordt verwijderd, schakelt het systeem niet automatisch over naar vooraf geladen kaarten. Een kaart met lage resolutie wordt weergegeven tot u de elektronische kaart terugplaatst of handmatig terugschakelt naar de vooraf geladen kaarten. Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Op het kaartpaneel worden bereikschalen en bereikringen getoond (indien ingeschakeld). U kunt de schaal wijzigen door in en uit te zoomen op de kaart. De kaart verschuiven U kunt de kaart in alle richtingen verschuiven door: • Het scherm slepen Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
• Als u niet navigeert, is de richting waarin het vaartuig vaart (COG) naar boven gericht Vooruit kijken Verplaatst het vaartuigpictogram op het paneel om uw zicht vóór het vaartuig te maximaliseren. Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Standaard wordt de cursor niet weergegeven op het paneel. Als u de cursor activeert, verschijnt een venster met de cursorpositie. Als de cursor actief is, pant of draait het paneel niet om het vaartuig te volgen. Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
De meetfunctie kan ook worden gestart zonder een actieve cursor. Beide meetpictogrammen zijn dan in eerste instantie op de positie van het vaartuig geplaatst. Het grijze pictogram volgt het vaartuig als het in beweging is, en het blauwe pictogram blijft op de locatie Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Hier kunt u in een kaartpaneel zoeken naar andere vaartuigen en verschillende items op de kaart. Activeer de cursor in het paneel om vanaf de cursorpositie te zoeken. Als de cursor niet actief is, zoekt het systeem naar items vanaf de positie van het vaartuig. Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 38
Om de weergegeven richting te wijzigen, pant u horizontaal • Om de kantelingshoek van de weergave te wijzigen, pant u verticaal Ú Notitie: Als op de vaartuigpositie gecentreerd is, kan alleen de kantelingshoek aangepast worden. De weergaverichting wordt Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Dynamische pictogrammen zijn zwart (meer dan 6 knopen), rood (meer dan 2 knopen en minder of gelijk aan 6 Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
U kunt foto-overlays in 2D of 3D weergeven. Geen foto-overlay Foto-overlay, alleen land Volledige foto-overlay Fototransparantie Met deze optie stelt u de doorzichtigheid van de foto-overlay in. Met minimale transparantie zijn de kaartdetails vrijwel verborgen door de foto. Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Er bestaan diverse categorieën en subcategorieën. U kunt deze afzonderlijk in- en uitschakelen, afhankelijk van het soort informatie dat u wilt weergeven. De categorieën van het dialoogvenster zijn afhankelijk van de gebruikte kaarten. Reliëfweergave Geeft de zeebodem in reliëf weer. Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 42
Veiligheidsarcering Arceert de kleuren van dieptegebieden op basis van de veiligheidslimiet voor diepte. De limiet bepaalt welke diepten worden getekend zonder blauwe arcering. Dieptefilter Filtert dieptewaarden uit die minder diep zijn dan de geselecteerde dieptefilterlimiet. Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 43
(transparantie) van kleurarcering voor de diepte op te geven. In het volgende voorbeeld wordt waterdiepte tussen 5 en 10 meter geel gearceerd op de kaart wanneer Diepte 1 de geselecteerde arcering in het menu is. Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
U kunt ook een bericht ontvangen als u probeert een beschermde functie te gebruiken, terwijl de Navionics mediakaart niet is geactiveerd. Neem contact op met Navionics om de kaart te activeren. Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Zo kunt u een bepaald dieptebereik markeren als u wilt vissen. Dit bereik is net zo nauwkeurig als de gegevens op de onderliggende kaart. Dat betekent dat als de kaart een interval van 5 meter heeft Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 46
20 m. Daarna is alles wit. Community wijzigingen Hiermee schakelt u de kaartlaag met de Navionics-wijzigingen in. Dit zijn gebruikerswijzigingen of -informatie die door gebruikers zijn geüpload naar Navionics Community en die op Navionics-kaarten beschikbaar gemaakt worden. Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 47
Voor het instellen van het kleurenpalet van het beeld. SCL geschiedenis Selecteer deze optie om eerder vastgelegde gegevens weer te geven op de kaart-overlay. Ú Notitie: SonarChart Live neemt niet op terwijl SCL geschiedenisbestanden worden weergegeven. Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
De lengte van de pijl is afhankelijk van de snelheid, en het symbool draait mee met de richting van de stroming. De stromingssnelheid wordt in het pictogram getoond. Het rode pictogram wordt gebruikt als de huidige stromingssnelheid toeneemt, en het blauwe pictogram als deze afneemt. Hoogte getij Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Met deze functie vergroot u de weergave van kaartitems en tekst. Ú Notitie: Op de kaart kunt u niet zien of deze functie geactiveerd Kaartinstellingen De opties in het dialoogvenster Kaartinstellingen zijn afhankelijk van de kaartbron die is geselecteerd in het systeem. Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
De koers van uw vaartuig wordt gebaseerd op informatie van de actieve koerssensor, en de COG wordt gebaseerd op informatie van de actieve GPS-sensor. Voor andere vaartuigen worden de COG-gegevens opgenomen in de meldingen die worden ontvangen van het AIS systeem. Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Toont de laylines vanaf de markering/het waypoint. Dit geeft de doelkoers aan die gevaren moet worden om de markering/het waypoint te bereiken. Getijdestroomcorrectie Past de door het systeem berekende getijdenvector toe op de laylines als aanpassing aan de getijdenstroming. Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 52
(TWA), Aan de windse bootsnelheid (BS), Voor de windse TWA en Voor de windse BS op te geven voor verschillende ware windsnelheden. Voor het bepalen van layline- doelen heeft het systeem zo nauwkeurig mogelijke tabelgegevens nodig. Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
PredictWind Instellingen Hiermee kunt u uw PredictWind-aanmeldingsgegevens invoeren en opgeven hoe u weersbestanden wilt downloaden. De aanmeldingsgegevens worden ook gebruikt bij het downloaden van routes vanaf de PredictWind-website. Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Hiermee schakelt u de weergave van deze items op kaartpanelen in/uit. Ú Notitie: Als u tracks wilt weergeven in het kaartpaneel, moeten de optie Weergeven in het dialoogvenster Tracks en de optie Tracks in het dialoogvenster Kaartinstellingen allebei zijn ingeschakeld. Kaarten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Een waypoint wordt gebruikt om een positie te markeren waarnaar u later mogelijk wilt terugkeren. Twee of meer waypoints kunnen ook worden gecombineerd om een route te creëren. Waypoints, routes en tracks | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
U kunt een waypoint ook verwijderen door dit te selecteren in het dialoogvenster Routes en dit vervolgens te verwijderen in het dialoogvenster Waypoint wijzigen. U kunt alle waypoints of waypoints met symbolen uit het systeem verwijderen in het dialoogvenster Waypoints. Waypoints, routes en tracks | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Het niet-genavigeerde deel van de route is oranje gemarkeerd. Als een deel van de route is genavigeerd, wordt dit zwart weergegeven. U kunt als volgt een raceroute maken: Waypoints, routes en tracks | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 58
• Auto, automatische bepaling van ronding • Bakboord, ronding naar poort • Stuurboord, ronding naar stuurboord • Finish, waypoint is de eindstreep Selecteer Opslaan om uw instellingen op te slaan. Waypoints, routes en tracks | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
U kunt ook bladeren door de lijst met bestaande routes en Nieuwe route selecteren. Selecteer de eerste rij in het dialoogvenster Nieuwe route, zodat deze wordt gemarkeerd. Selecteer de knop Bulk invoer. Waypoints, routes en tracks | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
• Het pop-upvenster van de track selecteren • Selecteer de track in het menu Het dialoogvenster Track wijzigen is ook toegankelijk door de Waypoints tool te selecteren op de Home pagina. Waypoints, routes en tracks | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Selecteer de optie Accepteren om de automatische routebepaling te starten. Als de automatische routebepaling is voltooid, wordt een preview van de route weergegeven. De veilige en onveilige Waypoints, routes en tracks | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 62
Twee routepunten zijn geselecteerd Resultaat na automatische routebepaling PredictWind-weer en -routes Voor informatie over weer en routes in PredictWind raadpleegt u "PredictWind" op pagina 92. Waypoints, routes en tracks | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Routes verwijderen U kunt een route verwijderen door de menu-optie Verwijderen te selecteren wanneer de route is geactiveerd in het paneel. Waypoints, routes en tracks | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Ú Notitie: Als u tracks wilt weergeven in het kaartpaneel, moet zowel de optie Weergeven in het dialoogvenster Track als de optie Tracks in het dialoogvenster Kaartinstellingen zijn ingeschakeld. Waypoints, routes en tracks | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Home pagina als u daar een track selecteert in het dialoogvenster Tracks. Tracks kleuren Tracks kleuren: • Selecteer de track in het dialoogvenster Tracks en stel in het dialoogvenster Track wijzigen de kleur voor de hele track in. Waypoints, routes en tracks | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Gebruik de optie Mijn gegevens synchroniseren van uw MFD om te synchroniseren tussen uw MFD en uw B&G app-account. Ú Notitie: PredictWind waypoints zijn niet inbegrepen in de functie Mijn gegevens synchroniseren. Vereisten • Een account voor de B&G mobiele app Waypoints, routes en tracks | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Wijzigen - gebruik deze optie om aanmeldingsgegevens te wijzigen • Automatisch synchroniseren: synchronisatie vindt periodiek plaats op de achtergrond wanneer u verbinding hebt met internet • Nu synchroniseren - synchronisatie gebeurt onmiddellijk Waypoints, routes en tracks | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
De optie Ga naar cursor is niet beschikbaar als u al aan het navigeren bent. Navigeren naar een waypoint U kunt naar een waypoint navigeren: • van een kaart • door het dialoogvenster waypoint te gebruiken Navigeren | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Een route navigeren U kunt beginnen met het navigeren van een route vanaf: • het kaartpaneel • het dialoogvenster route Navigeren | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Wanneer u begint met navigeren op een systeem met een stuurautomaat, wordt u gevraagd om de stuurautomaat in de navigatiemodus te zetten. Ú Notitie: De vraag of u de stuurautomaat in de navigatiemodus wilt zetten, wordt niet weergegeven als het boottype is Navigeren | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Stelt een onzichtbare cirkel in rond het bestemmings-waypoint. Het vaartuig wordt verondersteld te zijn aangekomen bij het waypoint als het zich binnen deze radius bevindt. Wanneer u een route aflegt, bepaalt de aankomstradius het punt waarop een wending wordt gestart. Navigeren | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Als het vaartuig deze limiet overschrijdt, gaat er een alarm Aankomstalarm Wanneer het aankomstalarm is ingeschakeld, gaat er een alarm af wanneer het vaartuig het waypoint bereikt of zich binnen de opgegeven aankomstradius bevindt. Navigeren | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Hier kunt u de Loran-kettingen (GRI) en het station van voorkeur voor de invoer van waypoints, de cursorpositie en het positiepaneel opgeven. Het grafische voorbeeld toont een cursorpositievenster met informatie over de Loran-positie. Raadpleeg voor meer informatie uw Loran systeemdocumentatie. Navigeren | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
TWA (True Wind Angle) - Groen bij TWA upwind of downwind. Blauw bij 10º of meer off target, of bij een vrije etappe. De indicator gaat van blauw naar steeds groener naarmate u dichter bij de exacte hoek komt.* SailSteer paneel | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Gegevens die tijdberekeningen tonen, worden aangegeven met een -S aan het einde: DTW-S Vaarafstand tot waypoint TTW-S Vaartijd tot waypoint ETA-S Geschatte aankomsttijd SailSteer paneel | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Koers boven selecteren om de SailSteer- overlay te tonen. Als u de menu-optie Kijk vooruit niet selecteert, wordt de SailSteer-overlay getoond met alle oriëntatie-instellingen: Noord boven, Vaarrichting boven en Koers boven. SailSteer paneel | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
De ononderbroken zwarte lijn geeft de startlijn (tussen de twee startmarkeringen) op het kaartpaneel aan. U kunt de overlay van de startlijn op de kaart desgewenst uitschakelen. Race paneel | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
(in graden en afstand) dat het einde met bias oplevert. Einde startlijn niet ingesteld (positie niet opgenomen) Einde startlijn ingesteld (positie opgenomen) Race paneel | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
H5000 en vice versa. Ú Notitie: Alvorens de startlijnpositie in te stellen, dient de GPS- boegcorrectie te worden berekend om het verschil tussen de GPS-positie en de boeg van het vaartuig teniet te doen. Dit kan Race paneel | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Alvorens de startlijnpositie in te stellen met behulp van de pingmethode, dient de boegcorrectie te worden berekend om het verschil tussen de GPS-positie en de boeg van het vaartuig teniet te doen. Begeef u naar de bakboordzijde van de startlijn. Race paneel | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Kaart en het paneel Startlijn. Eindpunten op coördinaten instellen Selecteer de menuopties Coördinaten instellen - Bakboord en Coördinaten instellen - Stuurboord om de coördinaten in te voeren van de eindpunten voor bakboord en stuurboord. Race paneel | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Alle startinstellingen worden ook op dit display getoond. Startlijn Rechte windlijn - wordt getekend vanaf het bias-einde van de startlijn, haaks op de Ware windrichting Afstand (haaks) achter lijn Race paneel | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Layline-rasters tonen Selecteer Raster om layline-raster te tonen in het startlijndiagram. Het raster is een achtergrond die is uitgelijnd met de laylines. Deze Race paneel | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Deze kan ook worden gebruikt om vanaf nul te tellen om de verstreken tijd vast te leggen. U kunt de timer starten en stoppen, opnieuw instellen, synchroniseren en een startwaarde opgeven. Race paneel | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Als er vooraf een tijdswaarde is ingesteld, telt de timer af. Als de startwaarde op nul staat (00:00) als de timer gestart wordt, telt de timer omhoog en neemt de verstreken tijd op. Om het aftellen van de timer te stoppen, selecteert u Stop. Race paneel | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Rollende timer Als u Rollende timer selecteert, begint de timer telkens weer met aftellen als de timer bij nul komt. Dit blijft doorgaan totdat de timer wordt gestopt. Race paneel | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Elke dataveld kan worden gewijzigd, zodat 't het gewenste type data en de periode toont. Selecteer de optie wijzigen in het menu. Activeer het veld dat u wilt wijzigen. Wijzig het type informatie en eventueel de periode. Sla de wijzigingen op. Tijd en wind plots | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Gecombineerde weergave Ware windrichting (TWD) gemiddelde* TWD-trend* Tijdspanne Ware windsnelheid (TWS) gemiddelde TWD-plot TWS-plot TWS-trend* Overstag balk* * Optionele items. Optionele items kunnen afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld via het Wind Plot-paneelmenu. Tijd en wind plots | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Een gemiddelde instelling is een goede balans tussen ruwe en gedempte gegevens. TWD-opties Weergaveopties Hiermee stelt u in dat het plotvenster alleen de TWD, de TWD-trend of zowel de TWD als de TWD-trend weergeeft. Tijd en wind plots | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
(A) over de Overstag balk weer. Deze geeft de tijd aan dat de racetimer nul bereikt. Wanneer de racetimer nul bereikt, verandert de witte lijn in de juiste kleur op basis van uw koers. Tijd en wind plots | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 91
Hiermee stelt u de Wind plot in als dubbele of gecombineerde weergave. De gecombineerde weergave is ontworpen om volledig gebruik van de Wind plot in een kleiner paneel mogelijk te maken, bijvoorbeeld naast een kaartvenster. Tijd en wind plots | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
- Download PredictWind-weerbestanden naar een draagbaar opslagapparaat dat verbonden is met een pc. PredictWind | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
PredictWind website. U opent het dialoogvenster PredictWind GRIB weersverwachting in het dialoogvenster Kaartinstellingen. Selecteer E-mail en voer uw e-mailadres voor aanmelden bij PredictWind in. Selecteer Wachtwoord en voer uw PredictWind wachtwoord in. PredictWind | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
(zie "PredictWind aanmeldingsgegevens" op pagina 93). Nadat een internetverbinding is gemaakt, wordt u met uw aanmeldingsgegevens automatisch aangemeld bij PredictWind en wordt gestart met het downloaden van weergegevens, zoals opgegeven in het dialoogvenster PredictWind GBRIB-weer. PredictWind | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Voorspelling. Zie "PredictWind GRIB overlaybestand opgeven" op pagina 98. Hoge resolutie Op de kaart worden downloadlocaties weergegeven. Selecteer of deselecteer een of meer locaties. De geselecteerde locaties worden gemarkeerd. U kunt locaties toevoegen en verwijderen door later Automatische downloadlocaties te selecteren. PredictWind | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
GRIB weerbestanden wilt downloaden. Nadat u het offshoregebied met een rechthoek hebt gemarkeerd, kiest u de optie Selecteren. Geef de instellingen op voor de offshore-GRIB download (lagere resolutie). Zie "PredictWind downloadinstellingen" op pagina 97. PredictWind | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Als u alleen Offshore GRIB downloadt, kunt u wind- en/of luchtdrukgegevens selecteren. Als u bestanden met hoge resolutie downloadt, zijn de opties WIND of ALLE beschikbaar. Als u ALLE opgeeft, worden zowel wind- als luchtdrukgegevens gedownload. PredictWind | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Het dialoogvenster GRIB weer toont welk GRIB bestand momenteel wordt weergegeven als overlay op de kaart en welke bestanden voor weergave beschikbaar zijn. Beschikbare GRIB bestanden zijn bestanden die handmatig of automatisch van PredictWind gedownload zijn naar de map GRIBS. PredictWind | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Deze informatie vindt u in het paneel Samenvatting. Vereisten • Internetverbinding: de unit moet verbonden zijn met internet • PredictWind-abonnement/-account. Zie www.predictwind.com voor meer informatie. • PredictWind-aanmeldingsgegevens ingevoerd in het instellingendialoogvenster van PredictWind. PredictWind | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Raadpleeg "Opties in het dialoogvenster PredictWind Routering" op pagina 102 voor meer informatie. Druk op Downloaden om een nieuwe route te downloaden uit PredictWind. • Route naar coördinaat PredictWind | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 101
Druk op PredictWind om informatie over de route naar het waypoint op te geven. Raadpleeg "Opties in het dialoogvenster PredictWind Routering" op pagina 102 voor meer informatie. Druk op Downloaden om een nieuwe route te downloaden uit PredictWind. • Bestaande route gebruikenf PredictWind | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
PredictWind, wordt er een route gedownload uit PredictWind. Opties in het dialoogvenster PredictWind Routering Starttijd Geef de startdatum en -tijd op. Als Nu geselecteerd is, zijn de opties voor de datum en tijd niet beschikbaar. PredictWind | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 103
U kunt de volgende modi kiezen: • Routes: hiermee opent u het dialoogvenster PredictWind Routering, waarin Routeer Opties is ingeschakeld. Selecteer Routeer Opties om de windsnelheden en deining op te geven die u onderweg wilt vermijden. PredictWind | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 104
Wanneer er nieuwe routes beschikbaar komen, worden oude routes verwijderd. Wanneer u een route volgt en er op hetzelfde moment een nieuwe versie van die route wordt gedownload, blijft de unit deze route volgen totdat de navigatie is voltooid. PredictWind | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
PredictWind Routering samenvatting Selecteer de optie Samenvatting in het PredictWind menu om gedetailleerde route-informatie weer te geven. De samenvatting bevat extra informatie over wind, stroming, route en deining. Selecteer Volg om de route te volgen. PredictWind | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Stuurautomaatalarmen Om veiligheidsredenen is het raadzaam om alle stuurautomaatalarmen in te schakelen bij het gebruik van de stuurautomaat. Ga voor meer informatie naar "Menu Alarms (Alarmen)" op pagina 218. Stuurautomaat | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
• Selectie Overstag of Gijpen, beschikbaar in de modus Koers vasthouden of Wind wanneer het boottype is ingesteld op Zeilen in het dialoogvenster Stuurautomaat in bedrijf stellen. Start overstag gaan Modusselectie Stuurautomaatcontr Start gijpen oller Stuurautomaat | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Indicatie stuurautomaat De statusbalk toont informatie over de stuurautomaat zolang een stuurautomaat-computer is aangesloten. Stuurautomaatmodi De stuurautomaat heeft verschillende stuurmodi. Het aantal modi en functies binnen een bepaalde modus is afhankelijk van de Stuurautomaat | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Alleen beschikbaar als het boottype is ingesteld op zeilen (configuratie van stuurautomaat). Ú Notitie: Overstag wordt alleen voor de wind uitgevoerd en moet worden uitgeprobeerd op rustige zee bij zwakke wind om te onderzoeken hoe dit werkt op uw vaartuig. Stuurautomaat | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Voordat u de modus NAV inschakelt, moet u een route navigeren of in de richting van een waypoint navigeren. In de NAV-modus kunt u het vaartuig met de stuurautomaat automatisch naar een bepaalde waypoint-locatie of langs een vooraf gedefinieerde route sturen. De positie-informatie wordt Stuurautomaat | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 111
Als de vereiste koerswijziging naar het volgende waypoint kleiner is dan de limiet van de koerswijziging, wijzigt de stuurautomaat de koers automatisch • Als de vereiste koerswijziging naar het volgende waypoint groter is dan de ingestelde limiet, wordt u gevraagd te controleren of Stuurautomaat | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 112
De functie overstag/gijpen kan in de wind-modus worden uitgevoerd tijdens het zeilen met schijnbare of ware wind als referentiepunt. In beide gevallen moet de ware windhoek kleiner dan 90 graden (overstag) en groter dan 120° (gijpen) zijn. Stuurautomaat | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Selecteer om een kompassymbool rond uw boot weer te geven op het kaartpaneel. Het kompassymbool staat uit als de cursor actief is op het paneel. Stuurautomaat Schakelt de weergave over naar de laatste actieve pagina met de stuurautomaatcontroller geopend. Stuurautomaat | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Gijptijd: regelt de snelheid van de gijp tijdens het gijpen in de modus Koers vasthouden en Wind. • Overstag hoek: regelt de hoek van de draai tussen 50º - 150º in de modus Koers vasthouden Stuurautomaat | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 115
(Perf 5) en zich snel herstellen. Het herstel wordt na 15 seconden of zodra de koersfout is gecorrigeerd automatisch uitgeschakeld. De stuurautomaat pakt vervolgens Stuurautomaat | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 116
TWA max: maximale ware windhoek waarvoor de ingestelde reactie bij windstoten en ware windsnelheid van toepassing is. • Afvallen max: maximale hoek die de boot tijdens de stabiliteitscontrole mag afvallen • Kruissnelheid: de gewenste kruissnelheid voor deze boot (comfortabel en zuinig) Stuurautomaat | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
• Tegenroer: De verhouding tussen wijziging in koersfout en roerkracht. Een hoger tegenroer zorgt ervoor dat de roerkracht bij het naderen van de ingestelde koers sneller afneemt. Stuurautomaat | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 118
Hoek koerswijziging bevestigen: Bepaalt de limieten voor de koerswijziging naar het volgende waypoint in de route. Als de vereiste koerswijziging groter is dan de ingestelde limiet, wordt u gevraagd te bevestigen dat de aankomende koerswijziging acceptabel is. Stuurautomaat | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 119
NAC-2/NAC-3-specifieke installatie-instellingen Voor het instellen en in bedrijf stellen van de NAC-2 of NAC-3 raadpleegt u de bij de stuurautomaatcomputer geleverde handleiding voor ingebruikname. Stuurautomaat | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
In dit hoofdstuk worden de functies en opties van allerlei ondersteunde radars beschreven. De functies en opties die voor u beschikbaar zijn, hangen af van de radarantenne(s) die op uw systeem aangesloten zijn. Het radarpaneel Radarinformatievenster Vaarrichtingslijn* Kompas* Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Halo radar en een Broadband radar tegelijkertijd uitzenden vanaf hetzelfde vaartuig. We raden u aan om met één radar tegelijk uit te zenden. Zend bijvoorbeeld met Broadband radar uit voor Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Aan/uit-opties. Energiebesparing De menu-optie Energiebesparing is van toepassing op de instellingen gemaakt in het dialoogvenster Instellingen energiebesparing van de radarbron. De menu-optie Energiebesparing is alleen beschikbaar als de radar in stand- bymodus is. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Als er een alarm tijdens de energiebesparingsmodus wordt geactiveerd, blijft de radar voor onbepaalde tijd uitzenden. De energiebesparingsmodus moet in dit geval handmatig opnieuw worden ingeschakeld. De energiebesparingsinstellingen worden toegepast op beide radarbereiken in de modus dubbel bereik. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Als de radar is geïnstalleerd in de buurt van een mast of constructie kan dit leiden tot ongewenste weerkaatsingen of interferentie op het radarbeeld. Gebruik de functie Sector onderdrukking om te zorgen dat de radar niet meer scant in de richting van maximaal vier sectoren. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Activeer de cursor op het paneel en houd uw vinger vervolgens ingedrukt op het scherm om het cursorsymbool te veranderen in een selectiecirkel, die boven uw vinger verschijnt. Sleep de selectiecirkel zonder uw vinger van het scherm te halen naar de gewenste positie. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Aangezien zeeruis op korte afstand is en regenruis vaak op langere afstand, kunnen de regenruisinstellingen worden aangepast zonder dat de echo's in het zeeruisgebied worden aangetast. Het radarbeeld kan worden aangepast zoals in de volgende onderdelen beschreven. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 127
Het gebruik van deze modus wordt afgeraden in drukke havenomgevingen. Beschikbare besturingselementen voor verschillende gebruiksmodi Niet alle besturingselementen zijn aanpasbaar in elke modus. In de volgende tabel staan de vooraf ingestelde besturingselementen en de aanpasbaarheid van elk besturingselement. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 128
Deze modus is actief als zee-echo is ingesteld op Automatisch of Haven/Offshore (de opties verschillen per radarmodel). De versterking van de radarontvanger wordt dynamisch aangepast tijdens de 360-graden sweep volgens het zee-echoniveau voor hogere doelgevoeligheid benedenwinds en bij zwaardere zeegang. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 129
Als het niveau zee-echo wordt verhoogd, kunnen sommige doelen niet worden gedetecteerd, zelfs niet via zee- echofiltering, aangezien boeien of andere kleine objecten echo's produceren van een lager niveau dan de echo's van de golven. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Doeltrackingzones Met de functie doeltrackingzones kunnen radardoelen automatisch worden verkregen wanneer ze een door de gebruiker bepaalde zone binnenkomen. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 131
Schakel dit uit om alle uit te schakelen. De zones worden van het radarbeeld verwijderd. De radar stopt met het verkrijgen van doelen binnen de zones en er worden geen alarmmeldingen verzonden. Ú Notitie: Het ZoneTrack-doellimiet is 50 doelen per zone. Het doellimiet kan niet worden gewijzigd. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Vorm: Sector Vorm: Cirkel Kies Opslaan om uw instellingen op te slaan. Alarminstellingen voor veiligheids- of doeltrackingzones Er kan een alarm worden ingesteld om geactiveerd te worden als een radardoel de grenzen van de zone doorbreekt. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Het systeem maakt gebruik van de volgende symbolen voor doelen: Radardoel, niet in beweging. Gevolgd radardoel, niet in beweging. Er zit een ring om gevolgde radardoelen. Ze geven ook het ID- nummer van het doel weer. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 134
AIS-doel volgen en visualiseren. Ú Notitie: Het systeem blijft het gevolgde radardoel analyseren als doelkoppeling actief is. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Soms kan het symbool van een doel dat op hoge snelheid werd verkregen na bepaalde tijd wegglippen van de daadwerkelijke doelpositie en dit kan leiden tot de melding Verloren doel. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
(minder dan 3 NM) kan aan beide kanten van de hoofdecho en op dezelfde afstand, bogen of reeksen kleine echo's genereren. Als deze effecten een uitbreiding van de hoofdecho zijn, kunnen kortstondige fouten veroorzaken voor de Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
"Vaartuigen en gevolgde doelen" op pagina 149. De optie Gevaarlijk vaartuig moet zijn ingeschakeld in het gedeelte Vaartuigen van het dialoogvenster Alarminstellingen anders zal het systeem geen waarschuwingen weergeven als er een gevaarlijk vaartuig wordt gedetecteerd. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Weergeven: hiermee wordt het berichtendialoogvenster • gesloten en het radarpaneel geopend met de pop-upmelding Gevaarlijk vaartuig geactiveerd. U kunt de pop-upmelding van het vaartuig in het radarpaneel selecteren om de AIS-vaartuig details te bekijken. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
RO-verwerking wist alle echo's die in hetzelfde bereik worden gevonden als ze niet in elke sweep aanwezig zijn. De RO moest worden gekozen afhankelijk van de omgeving rond het eigen vaartuig: Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Doppler-kleuring is een navigatiehulpmiddel om bewegende doelen die uw schip naderen of ervan afwijken te onderscheiden. De radar geeft aan of een doel uw schip nadert of ervan afwijkt wanneer aan deze voorwaarden wordt voldaan: Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Naderende en afwijkende bewegende doelen kunnen in sommige omstandigheden als neutraal (niet gekleurd) worden aangegeven. De navigator dient dergelijke situaties te kunnen herkennen om veilig gebruik te kunnen maken van de functie VelocityTrack als hulpmiddel om botsingen te vermijden. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 142
VelocityTrack-snelheid. Niet gekleurd (C3 en D3/D4) geeft aan dat het doel tijdelijk • neutraal is omdat de relatieve snelheid op dat moment lager is dan de maximum VelocityTrack-snelheid. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Koers boven werd geactiveerd. Als het schip keert, blijft de peilingschaal constant, terwijl de koerslijn meedraait met de koerswijziging van het schip. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Verplaats de cursor naar de gewenste offset-positie en bevestig uw selectie. Modus Radarbeweging Radarbeweging wordt linksboven op het radarpaneel aangegeven als TM (True motion - Ware beweging) of RM (Relative motion - Relatieve beweging). Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 145
(raadpleeg "Radarinstellingen" op pagina 148). Doelsporen Een doelspoor geeft de doelverplaatsing aan door nalichten, waarbij de intensiteit na verloop van tijd geleidelijk afneemt. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Definiëren van een EBL/VRM markering Zorg dat de cursor niet actief is. Activeer het menu Meer, selecteer EBL/VRM en vervolgens EBL/VRM 1 of EBL/VRM 2. De EBL/VRM bevindt zich nu op het radarbeeld. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Een opgenomen radarbestand kan gebruikt worden om een voorval of een operationele fout te documenteren. Een gelogd radarbestand kan ook gebruikt worden door de simulator. Ú Notitie: De menuoptie Opnemen is beschikbaar als Opnemen is ingeschakeld in de Geavanceerde systeeminstellingen. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Symbolen op radarpaneel Kies of u symbolen op het radarpaneel wilt weergeven of verbergen: • Noordindicator • Afstandsringen U kunt het aantal ringen dat op het radarpaneel wordt weergegeven in het dialoogvenster Geavanceerde instellingen opgeven. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
AIS doelen, zelfs als de AIS doelen als gevaarlijker worden beschouwd. Vaartuigen en gevolgde doelen Dit dialoogvenster bevat instellingen voor zowel AIS- als radardoelen. Specifieke AIS-instellingen zijn alleen beschikbaar als u een compatibel AIS-apparaat op uw systeem hebt aangesloten. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 150
De radius van de cirkel komt overeen met het dichtstbijzijnde naderingspunt dat is ingesteld in het dialoogvenster Vaartuigen en gevolgde doelen. Zie "Vaartuigen en gevolgde doelen" op pagina 149. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
De installatie-optie wordt gebruikt voor het opgeven van instellingen voor radarinstallatie. Installatie-instellingen moeten worden opgegeven voordat u de radar gebruikt. De instellingen voor installatie/configuratie worden beschreven in de aparte installatiehandleiding van de radar of de display-unit. Radar | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
U kunt naar AIS doelen zoeken met behulp van de optie Zoeken in het menu. Als de cursor actief is, zoekt het systeem naar vaartuigen nabij de cursorpositie. Als de cursor niet actief is, zoekt het systeem naar vaartuigen nabij de positie van uw vaartuig. Doelinformatie weergeven | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Het dialoogvenster Vaartuigen toont ook ontvangen AIS berichten. AIS-vaartuig details Gedetailleerde informatie over een AIS-doel is verkrijgbaar via het dialoogvenster AIS-vaartuigen. Om het dialoogvenster weer te geven: • selecteer de pop-up AIS • selecteer de optie Info in het menu | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Het bericht kan worden gelezen op het tabblad Berichten in het dialoogvenster met vaartuigen. Selecteer de vaartuigknop op de werkbalk om het dialoogvenster met vaartuigen weer te geven. | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Dit bericht bevat het unieke MMSI-nummer van de AIS SART, en de positie, afstand en vaarrichting van de AIS SART ten opzichte van uw vaartuig. U hebt de volgende opties: • Het alarm negeren | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Ú Notitie: De optie Gevaarlijk vaartuig moet zijn ingeschakeld anders zal het systeem geen waarschuwingen weergeven als er een gevaarlijk vaartuig wordt gedetecteerd. | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Weergeven: hiermee wordt het berichtendialoogvenster • gesloten en het kaartpaneel geopend met de pop-upmelding Gevaarlijk vaartuig geactiveerd. U kunt de pop-upmelding van het vaartuig in het kaartpaneel selecteren om de AIS-vaartuig details te bekijken. | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
(stippellijn). Wordt als een rechte lijn weergegeven als het doel recht gaat of als er geen gegevens over de wendsnelheid van het AIS-doel beschikbaar zijn. Bewegend AIS-doel met spoor. Bewegend AIS-doel met voorspelde koersverlenging (gebaseerd op wendsnelheid uit AIS-gegevens). | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 159
AIS AtoN (navigatiehulpmiddelen) doelsymbool. AIS AtoN (navigatiehulpmiddelen) gevaarlijk doel. De gele kleur wordt weergegeven als het radarpalet zwart/rood of zwart/groen is. AIS AtoN (navigatiehulpmiddelen) gevaarlijk doel. De paarse kleur wordt weergegeven als het radarpalet wit/rood is. | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Voor uw eigen boot wordt de koersinformatie uitgelezen uit de actieve koerssensor; de COG-informatie wordt ontvangen van de actieve GPS. Voor andere vaartuigen worden de COG-gegevens opgenomen in de meldingen die worden ontvangen van het AIS systeem. | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 161
- Max AIS targets - alle of een maximum aantal AIS-doelen weergeven. - Verberg langzamere doelen - doelen langzamer dan een bepaalde snelheid of alle doelen ongeacht de snelheid weergeven. - Verberg verloren doelen - verloren doelen die in de opgegeven tijd verloren zijn gegaan verbergen. | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Stelt de richting in van het AIS-pictogram, gebaseerd op koers- of COG-informatie. Lengte geschiedenis Sporen kunnen worden gebruikt om de vorige posities van een doel te visualiseren. De lengte van de geschiedenis bepaalt de tijdweergave van het trail. | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Vereisten De unit heeft een ingebouwde echosounder. Een compatibele echosounder-transducer is vereist. Het beeld Oppervlak Bodem Visbogen Bereikschaal Diepte Temperatuur Frequentie Echosounder | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Activeer de cursor op het paneel en houd uw vinger vervolgens ingedrukt op het scherm om het cursorsymbool te veranderen in een selectiecirkel, die boven uw vinger verschijnt. Sleep de selectiecirkel zonder uw vinger van het scherm te halen naar de gewenste positie. Echosounder | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Historie weergeven Als de cursor op het paneel wordt getoond, wordt de historiebalk (A) bovenaan het paneel getoond. De historiebalk toont het beeld dat u op dat moment bekijkt ten opzichte van de gehele opgeslagen beeldhistorie. Echosounder | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Geef opname-instellingen in het dialoogvenster Opnemen op. Opname van loggegevens stoppen Gebruik de optie Stop loggen om het opnemen van logboekgegevens te stoppen. Echosounder | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Overdragen en volgt u de aanwijzingen om u aan te melden en de logbestanden naar C-Map Genesis over te dragen. U kunt u aanmelden en de bestanden op een later tijdstip overdragen wanneer het apparaat verbonden met internet is. Echosounder | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
• Lage frequenties, bijvoorbeeld 50 kHz, gaan diep. Hij genereert een brede kegel, maar is gevoeliger voor ruis. Ze zijn geschikt voor bodemonderscheiding en het doorzoeken van een groot gebied. Echosounder | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Het gebruik van meerdere transducers op hetzelfde frequentiebereik kan interferentie veroorzaken. Raadpleeg de installatiehandleiding van de unit voor informatie over het instellen van bronnen. Geavanceerde opties De menuoptie Geavanceerd is alleen beschikbaar als de cursor niet actief is. Echosounder | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Het kan nodig zijn om de pingsnelheid aan te passen om interferentie te beperken. Log sonar Selecteer deze optie om het vastleggen van echosounder- gegevens te starten of te stoppen. Raadpleeg "Loggegevens opnemen" op pagina 166 voor meer informatie. Echosounder | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Bodemvergrendeling De bodemvergrendelingsmodus is handig als u doelen dicht bij de bodem wilt weergeven. In deze modus toont de linkerkant van het paneel een beeld waar de bodem vlakker wordt. De bereikschaal Echosounder | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 172
Pauze Hiermee pauzeert u het beeld, zodat u het beeld in detail kunt bestuderen. Met de pauzefunctie stopt de echosounder met pingen. Het systeem verzamelt geen gegevens als het beeld op deze manier wordt gepauzeerd. Echosounder | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Alle transducers meten de waterdiepte van de transducer tot de bodem. Daardoor zijn de gemeten waterdiepten exclusief de afstand tussen de transducer en het laagste punt van de boot in het water of de afstand van de transducer tot het wateroppervlak. Echosounder | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Wanneer deze optie is uitgeschakeld, wordt de interne echosounder in de unit uitgeschakeld. Deze wordt niet weergegeven als echosounderbron voor units in het netwerk. Schakel deze optie uit op units zonder aangesloten transducer. Echosounder | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 175
Netwerkbron van diepte- en temperatuurgegevens gebruiken De unit kan diepte- en temperatuurgegevens van een op een Ethernet aangesloten echosounder via het NMEA 2000 netwerk delen. Gebruik deze optie om te selecteren via welke Ethernet- netwerkbron de gegevens worden gedeeld. Echosounder | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Vertrouw niet uitsluitend op deze apparatuur als hoofdbron voor navigatie of het detecteren van gevaren. Waarschuwing: Gebruik deze apparatuur niet om diepte of andere omstandigheden voor zwemmen of duiken te meten. Het ForwardScan beeld Diepteschaal en vaartuigpositie ForwardScan | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Het maximale voorwaartse bereik is 91 meter (300 voet). Ruisonderdrukking Filtert signaalinterferentie en vermindert ruis op het scherm. Zones tonen Toont waarschuwingszones (geel) en kritieke zones (rood) op het scherm. Zie "Kritieke afstand vooruit en Kritieke diepte" op pagina 180. ForwardScan | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
166 voor meer informatie. Voorl. koers verlenging Gebruik de koersverlenging op de kaart om ForwardScan op het kaartpaneel te monitoren. De kleuren van de koersverlenging zijn gebaseerd op de alarmwaarden van ForwardScan. ForwardScan | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Geel - waarschuwing Groen - veilig Verlenging ForwardScan instellen Selecteer ForwardScan in het dialoogvenster Kaartinstellingen om de koersverlenging van ForwardScan op het kaartpaneel te bekijken. ForwardScan installatie-instellingen Geef de instellingen op in het dialoogvenster ForwardScan installatie. ForwardScan | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Alarminstellingen in. Voor meer informatie over het inschakelen van alarmen raadpleegt u "Menu Alarms (Alarmen)" op pagina 218. U kunt de kritieke waarschuwingszones op het beeld weergeven door de menu-optie Zones tonen te activeren. Kritieke zone Kritieke zone ForwardScan | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Alle transducers meten de waterdiepte van de transducer tot de bodem. Daardoor zijn de gemeten waterdiepten exclusief de afstand tussen de transducer en het laagste punt van de boot in het water of de afstand van de transducer tot het wateroppervlak. ForwardScan | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 182
Om de diepte vanaf het wateroppervlak tot de bodem weer te geven stelt u de offset in als de verticale afstand tussen de transducer en het wateroppervlak B (positieve waarde) • Zet de offset op 0 voor de diepte onder de transducer. ForwardScan | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
U kunt ook limieten voor de analoge meters instellen. Alle bewerkingsopties zijn beschikbaar in het Instrumentspaneelmenu. Beschikbare bewerkingsopties zijn afhankelijk van de gegevensbronnen die op het systeem aangesloten zijn. Instrumenten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 184
Selecteer de meter die u wilt wijzigen. De geselecteerde meter wordt weergegeven met een gekleurde achtergrond Selecteer de informatie die moet worden weergegeven, configureer limieten,, en verander eventueel de bron van de informatie Sla de wijzigingen op door Opslaan te kiezen in het menu Instrumenten | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
In het voorbeeld hieronder ziet u 3 x grote windveer + 1 x keer kleine windveer = 35 knopen, en is 60 knopen aangegeven met 1 x pijlvormige windveer + 1 x grote windveer. Weer | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Het bestand kan worden geïmporteerd vanaf iedere locatie die zichtbaar is in het opslagbeheer. Ú Notitie: De in het geheugen aanwezige GRIB gegevens worden door de geïmporteerde GRIB gegevens overschreven. U kunt de GRIB-bestanden importeren: • Via opslagbeheer Weer | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 187
• Via de menuoptie Prognose in het kaartpaneel. De optie Grib weer is alleen beschikbaar als Grib weer als overlay op de kaart is ingesteld. Weer | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
De GRIB data bevat weervoorspellingen voor een ingesteld aantal dagen. De weerdata kan van animaties worden voorzien en er kan een voorspelling voor een specifieke datum en tijd worden weergegeven. De tijdschalen verschillen afhankelijk van het bestand dat u gebruikt. Weer | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
De SiriusXM weerservice beslaat diverse binnenwateren en kustgebieden van Noord-Amerika. Zie www.siriusxm.com/ sxmmarine voor meer informatie. Sirius statuspaneel Als de weermodule op het systeem is aangesloten, krijgt u toegang tot het Sirius statuspaneel. Weer | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Sirius weerpaneel Het Sirius weerdisplay kan als overlay op uw kaartpaneel worden weergegeven. Als de weer-overlay geselecteerd is, wordt het kaartmenu uitgebreid met de beschikbare weeropties. Kleurnuances voor neerslag Oppervlakte waarnemingen Weer | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Als kleurcodering is geselecteerd, wordt aan de linkerkant van het display de SST-kleurenbalk getoond. U bepaalt hoe de kleurcodes worden gebruikt om ZWT weer te geven. Raadpleeg "Kleurcodes aanpassen" op pagina 194. Weer | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 192
Ú Notitie: Deze functie is alleen beschikbaar voor bepaalde SiriusXM-abonnementen. Weerpictogrammen Er zijn verschillende weersymbolen beschikbaar om de huidige of verwachte weersomstandigheden te tonen. Selecteer een pictogram om gedetailleerde weerinformatie te tonen. Weer | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 193
Verenigde Staten en Canada, met uitzondering van de gebieden op volle zee. U kunt een zeegebied selecteren en vervolgens de weersverwachting bekijken. U kunt ook een zeegebied selecteren als uw huidige favoriete zone. U wordt dan geïnformeerd over weerswaarschuwingen in dat gebied. Weer | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Transparantie Hiermee past u de transparantie van de overlay aan. Weeralarmen U kunt de onweer- of stormalarmen instellen wanneer deze omstandigheden zich voordoen binnen een bepaald bereik van uw vaartuig. Weer | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 195
De National Weather Service heeft een watchbox gedefinieerd. Wanneer het alarm voor watchbox is ingeschakeld, gaat er een alarm af wanneer uw vaartuig een watchbox binnengaat of zich hierin bevindt. Weer | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
De bedieningsknoppen, tools en opties verschillen per audiobron. Bedieningsbalk Audiocontroller, kleine en grote displays Knop Maximaliseren, breidt de audiocontroller uit Bron en broninformatie Bedieningsknoppen Aan/uit-knop De Uit-knop bevindt zich op kleine displays in de bronnenlijst. Audio | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Het aantal bronnen is afhankelijk van de actieve audioserver. Bluetooth-apparaten Als uw audioserver Bluetooth ondersteunt, wordt Bluetooth vermeld als bron. Via het Bluetooth-pictogram in de audiocontroller kunt u de audioserver koppelen met Bluetooth-audioapparaten zoals een smartphone of tablet. Audio | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Audio. Sirius service bestrijkt de binnenwateren en kuststreken van de VS in de Atlantische en Stille Oceaan, de Golf van Mexico en de Caraïbische Zee. De SiriusXM producten die u ontvangt hangen af Audio | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
• selecteer de audiobedieningsknop omhoog of omlaag Vergrendelen van kanalen U kunt geselecteerde Sirius-kanalen vergrendelen, zodat ze niet worden uitgezonden. U moet een door uzelf ingestelde 4-cijferige code invoeren om kanalen te vergrendelen en ontgrendelen. Audio | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
De smartphones en tablets kunnen vervolgens worden gebruikt om de unit op afstand te bekijken en te bedienen. Raadpleeg "Afstandsbediening van de MFD" op pagina 204 voor meer informatie. Draadloze instellingen Biedt configuratie- en instellingsopties voor de draadloze functionaliteit. Internetverbinding | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Details Bluetooth apparaat te openen. Gebruik het • details van het apparaat weer te geven • het apparaat te verbinden of de verbinding ermee ongedaan te maken, of het uit de apparatenlijst te verwijderen (vergeten) Internetverbinding | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
In dit dialoogvenster kunt u ook de verbinding verbreken met apparaten die geen toegang meer nodig hebben. Draadloze apparaten Dit dialoogvenster toont de beschikbare draadloze apparaten. Selecteer een apparaat om aanvullende details weer te geven. Internetverbinding | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 203
Er moet een Iperf-server worden uitgevoerd op de unit voordat de test vanaf de tablet wordt gestart. Na het verlaten van de pagina wordt Iperf automatisch gestopt. Internetverbinding | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Verbinden via een hotspot Als u een telefoon of tablet en de MFD('s) verbindt met dezelfde hotspot kunt u uw telefoon of tablet gebruiken om alle MFD's in hetzelfde netwerk te bedienen. Afstandsbediening van de MFD | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
De lijst omvat zowel verbonden als niet verbonden MDF's. Selecteer de MFD die u wilt bedienen. Als de MFD niet verbonden is, volgt u de instructies op de MFD en de tablet of telefoon om verbinding te maken. Afstandsbediening van de MFD | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Beheer van via Wi-Fi verbonden externe bedieningsunits U kunt het toegangsniveau wijzigen en de via Wi-Fi verbonden externe bedieningsunits verwijderen. Afstandsbediening van de MFD | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
MFD te verbinden. Wanneer het pictogram is geselecteerd gebeurt het volgende: • Bluetooth wordt ingeschakeld op de MFD • het dialoogvenster Bluetooth wordt geopend met een lijst van alle Bluetooth-apparaten binnen bereik Uw telefoon gebruiken met de MFD | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Standaard wordt alle berichten getoond in de berichtenlijst. Deze lijst kan worden gefilterd zodat alleen verzonden of ontvangen berichten worden getoond. Uw telefoon gebruiken met de MFD | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Problemen met de telefoon oplossen Het is niet mogelijk om een iPhone aan te sluiten De eerste keer dat een MFD verbinding probeert te maken met een iPhone, kan de volgende foutmelding verschijnen: Uw telefoon gebruiken met de MFD | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
• de telefoon is verbonden, maar heeft geen geluid tijdens een gesprek Zie "Bluetooth-apparaten beheren" op pagina 211 voor het weergeven van apparaatdetails. Uw telefoon gebruiken met de MFD | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
MFD Controleer of de berichten-app niet open en actief is op de iPhone. Bluetooth-apparaten beheren Bluetooth-apparaten binnen bereik worden getoond in het dialoogvenster Bluetooth-apparaten. Zie "Bluetoothopties" op pagina 201. Uw telefoon gebruiken met de MFD | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
De statuslijst toont de status en beschikbare gegevens voor de volgende vaartuigtypen: • • Op het tabblad Berichten worden berichten weergegeven die van andere vaartuigen zijn ontvangen. Selecteer een bericht in de lijst om details ervan weer te geven. Tools en instellingen | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
0 voor dat trippaneel. - Tijd - zet Tripuren terug op 0. - Afstand - zet Trip (afstand) en DSTWR (afstand door het water) terug op 0. - Waterafstand - zet DSTWR terug op 0. Tools en instellingen | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Ú Notitie: Het apparaat moet verbonden zijn met internet om deze functie te gebruiken. Zie "Internetverbinding" op pagina 200. Instellingen Tools en instellingen | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Satellieten De optie Satellieten geeft een grafische weergave en numerieke waarden weer voor beschikbare satellieten. Ú Notitie: De inhoud van de dialoogvensters Satellieten varieert afhankelijk van de aangesloten antenne. Tools en instellingen | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Winkel, geactiveerd vanaf de werkbalk Fabrieksinstellingen terugzetten Hiermee stelt u de geselecteerde instellingen terug in op de standaard fabriekswaarden. Ú Notitie: Als u waypoints en routes, of tracks selecteert, worden deze permanent verwijderd. Tools en instellingen | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Via de optie Support hebt u toegang tot de ingebouwde Service Assistant. Raadpleeg "Servicerapport" op pagina 226. Services Voor toegang tot websites die functies voor services leveren. Tools en instellingen | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Als er meer dan één alarm tegelijk actief is, kunnen in het pop- upvenster Alarmen 3 alarmmeldingen worden weergegeven. De alarmen staan op volgorde van gebeurtenis, met bovenaan het alarm dat het laatst geactiveerd is. De andere alarmen worden weergegeven in het dialoogvenster Alarmen. Menu Alarms (Alarmen) | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Hiermee worden de interne en externe audio-alarmen in- of uitgeschakeld als er een alarmsituatie zich voordoet. Dialoogvensters Alarmen De dialoogvensters Alarmen worden geactiveerd vanuit het dialoogvenster Alarminstellingen of door de knop Alarm op de werkbalk te selecteren. Menu Alarms (Alarmen) | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Overzicht van de alarmgeschiedenis met tijdstempel. De alarmen blijven in de lijst totdat ze handmatig worden gewist. Instellingen Overzicht van beschikbare alarmopties in het systeem, met huidige instellingen. In deze lijst kunt u alarmlimieten activeren, deactiveren en wijzigen. Menu Alarms (Alarmen) | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Simulator bronbestanden U kunt selecteren welke databestanden de simulator gebruikt. Dit kunnen vooraf opgenomen gegevensbestanden van uw apparaat zijn, uw eigen opgenomen logbestanden, of logbestanden op een op de unit aangesloten opslagapparaat. Simulator | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Geavanceerde simulatorinstellingen Via de instellingen voor de geavanceerde simulator kunt u de simulator handmatig bedienen. Simulator | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Controleren van de connectoren Duw de stekkers in de connector. Als de connectoren zijn voorzien van een vergrendeling of een positieknop , moet u ervoor zorgen dat deze in de juiste stand staat. Onderhoud | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
"Back-up maken van uw systeemgegevens" op pagina 227. Geïnstalleerde software en software-updates Het dialoogvenster toont de softwareversie die op dit moment is geïnstalleerd op deze unit (A). Als de unit is verbonden met internet toont het dialoogvenster tevens beschikbare software-updates (B). Onderhoud | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
U kunt handmatig de update(s) starten vanuit het dialoogvenster Updates. De software updaten vanaf een opslagapparaat U kunt de software-update downloaden van www.bandg.com. Breng de update-bestanden over naar een compatibel opslagapparaat en plaats het opslagapparaat in de unit. Onderhoud | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
De bijlagen van het rapport mogen maximaal 20 MB groot zijn. Het rapport kan worden opgeslagen op een opslagapparaat en per e-mail worden verzonden naar de technische ondersteuning. U kunt het ook rechtstreeks uploaden als u een internetverbinding hebt. Onderhoud | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Het wordt aanbevolen gebruikersgegevens en uw instellingendatabase regelmatig te kopiëren, als onderdeel van uw back-upprocedure. Waypoints Met de optie Waypoints in het dialoogvenster Opslag kunt u gebruikersgegevens opslaan. Exportindeling De volgende indelingen zijn beschikbaar om waypoints te exporteren: Onderhoud | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 228
Ú Notitie: Gebruik geen geheugenkaarten met een kaartproduct voor het exporteren/importeren van gegevens. Regio exporteren Met de optie Regio exporteren kunt u het gebied selecteren waarvan u de gegevens wilt exporteren. Selecteer de optie Regio exporteren. Onderhoud | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Ú Notitie: Gebruikersgegevens die uit het geheugen zijn gewist of verwijderd, kunnen niet worden hersteld. De instellingendatabase exporteren Met de optie Instellingendatabase in het dialoogvenster Opslag exporteert u uw gebruikersinstellingen. Onderhoud | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Systeeminstellingen importeren Waarschuwing: Bij het importeren van systeeminstellingen worden alle bestaande systeeminstellingen overschreven. Sluit een opslagapparaat aan op de unit Blader door het geheugen en selecteer het gewenste back- upbestand om het importeren te starten Onderhoud | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
CZone systeem beschikbaar is op het netwerk. Bij uw CZone systeem wordt een afzonderlijke handleiding geleverd. Raadpleeg deze documentatie en de installatiehandleiding van de unit voor het installeren en configureren van het CZone systeem. Integratie van apparaten van derden | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Dialoogvenster Digital Switching Configuratie CZone digitale switching apparaten kunnen worden uitgeschakeld in het dialoogvenster Digital Switching Configuratie. Integratie van apparaten van derden | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Als dit toestel zich op hetzelfde NMEA 2000-netwerk bevindt als een Naviop Loop-systeem, kan dit apparaat worden gebruikt om het Naviop Loop-systeem te bedienen. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie van het Naviop- systeem. Integratie van apparaten van derden | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
• Op een favoriete knop op de startpagina om bewerkingsmodus te openen. Blader door een lijst met beschikbare opties zonder een van de opties te activeren. Schuif de schuifregelaar op een schuifbalk omhoog of omlaag. Bijlage | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Alarmen te bevestigen. Wijzig zo nodig de alarminstelling of los het probleem op, zodat hetzelfde alarm niet direct opnieuw wordt verzonden door het systeem. Bijlage | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 236
Bluetooth. Het systeem werkt als simulator. Schakel de simulator in/uit in het dialoogvenster Simulatorinstellingen. Radar is gepauzeerd. Als u de radar wilt inschakelen, selecteert u de optie Uitzenden in het menu op de pagina Radar. Bijlage | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 237
Er is een compatibele afstandsbediening aangesloten op de unit. Het systeem synchroniseert gegevens tijdens het opstarten. Probleem met bestandsoverdracht, veroorzaakt door een onderbreking van de internetcommunicatie. Bestanden uploaden, bijv.: servicerapport, C-MAP genesis, routebestanden naar PredictWind, etc. Bijlage | Vulcan Series Gebruikershandleiding...
Pagina 239
®Reg. U.S. Pat. & Tm. Off en ™ algemene wettelijke markeringen. Ga naar www.navico.com/intellectual-property om de wereldwijde handelsmerkrechten van Navico Holding AS en andere entiteiten te www.bandg.com bekijken.