118
Het selecteren van de optie voor lage snelheid of de optie voor
hoge snelheid opent dialoogvensters waarin de volgende
parameters kunnen worden gewijzigd.
•
Draaisnelheid: gewenste draaisnelheid in graden per minuut
•
Roerversterking: deze parameter bepaalt de verhouding tussen
het opgegeven roer en de koersfout. Hoe hoger deze waarde,
hoe meer roer er wordt gebruikt. Als de waarde te laag is, duurt
het lang om een koersfout te compenseren en kan de
stuurautomaat geen stabiele koers aanhouden. Als de waarde te
groot is, neemt de overschrijding toe en wordt de sturing
instabiel.
•
Tegenroer: verhouding tussen wijziging in koersfout en
roerkracht. Een hoger tegenroer zorgt ervoor dat de roerkracht
bij het naderen van de ingestelde koers sneller afneemt
•
Autotrim: bepaalt de roerkracht van de stuurautomaat om te
compenseren voor een constante koersafwijking, bijvoorbeeld
veroorzaakt door externe krachten, zoals wind of stroming. Hoe
lager de automatische koerscorrectie, hoe sneller een constante
koers offset wordt tenietgedaan
Ú Notitie:
In VRF modus regelt deze parameter de tijdconstante
van de roerschatting. Bij een lagere waarde maakt het roer een
snellere schatting en wordt het roer sneller afgestemd op de
bewegingen van de boot.
•
Roer init.: hiermee bepaalt u hoe het roer door het systeem
wordt gestuurd bij het overschakelen van handmatig sturen naar
een automatische modus.
- Centreer (Midscheeps): zet het roer in de nulstand
- Werkelijk: handhaaft de roercorrectie
•
Roerlimiet: bepaalt de maximale roeruitslag in graden vanuit de
midscheepse positie in de automatische modus. De instelling
Stuurautomaat
| Vulcan Series Gebruikershandleiding