Ú Notitie:
Overstag gaan moet worden uitgeprobeerd op rustige
zee bij zwakke wind om te ervaren hoe dit gaat met uw boot.
Door het grote aantal bootkarakteristieken (van pleziervaart- tot
raceboten) kan het gedrag van de overstagfunctie van boot tot
boot verschillen.
Overstag gaan in AUTO-modus (Koers vasthouden) verschilt van
overstag gaan in WIND-modus. In AUTO-modus is de overstaghoek
vast en gedefinieerd door de gebruiker. Raadpleeg "Overstag gaan in
WIND-modus" op pagina 112 voor meer informatie.
U kunt de overstagfunctie starten vanuit de AUTO-modus.
Als de overstagrichting is geselecteerd, wijzigt de stuurautomaat de
huidige ingestelde koers volgens de ingestelde vaste overstaghoek.
De modus Geen drift
De modus Geen drift combineert de stuurautomaat- en de positie-
informatie van de GPS.
In de modus Geen drift wordt de boot langs een berekende tracklijn
in een door de gebruiker ingestelde vaarrichting gestuurd. Als het
vaartuig van de oorspronkelijke koerslijn afdrijft ten gevolge van
stroming en/of wind, volgt het de lijn als een krab.
1.
Keer het vaartuig in de gewenste richting
2.
Activeer de modus Geen drift. De stuurautomaat tekent een
onzichtbare peillijn op basis van de huidige vaarrichting vanuit
de positie van de boot
Anders dan in AUTO-modus (Koers vasthouden), gebruikt de
stuurautomaat de positie-informatie nu om de koersafwijking te
berekenen en uw track automatisch recht te houden.
Gebruik de pijlknoppen Bakboord en Stuurboord in de
stuurautomaatcontroller om de koerslijn opnieuw in te stellen in de
modus Geen drift.
Ontwijken
Als u een obstakel moet ontwijken in de modus Geen drift, kunt u
de stuurautomaat in de modus Standby zetten en
stuurbekrachtiging of het roer gebruiken totdat het obstakel is
gepasseerd.
Als u binnen 60 seconden teruggaat naar de modus Geen drift, kunt
u kiezen of u verder gaat op de vorige ingestelde peilingslijn.
Stuurautomaat
| Vulcan Series Gebruikershandleiding
109