4.3 Bedieningspaneel
2 vlotterschakelaars, pag.
40
en 41.
Afbeelding
7
toont het bedieningspaneel van het moduul CU 211.
1
CU 211
1
12
11
10
9
8
7
Afb. 7
Verklaring van de symbolen in afb. 7:
Pos.
Omschrijving
Groen signaallampje, knippert tijdens de inschakelver-
1
traging en brand continu tijdens bedrijf van de pomp.
Rood signaallampje geeft een pompstoring weer.
2
Knippert: Storing in PTC weerstand/thermo schakelaar
Aan: Fout in de motorbeveiliging.
Rood signaallampje, geeft een verkeerde fase-volgorde
3
weer (alleen bij bepaalde uitvoeringen en drie fase
pompen).
4
Rood signaallampje, geeft een algemene storing weer.
Keuzeschakelaar ON-OFF-AUTO, drie posities,
5
zie hoofdstuk 4.5.
Resetknop, drukknop voor het handmatig resetten van
storingsmeldingen naar externe storingsmelders en de
7
ingebouwde zoemer (alleen bij bepaalde uitvoeringen),
zie hoofdstuk 4.5.
Oranje signaallampje, welke geactiveerd wordt door de
8
vlotterschakelaar t.b.v. het aan- en uitschakelen van de
pomp.
3 oranje signaallampjes, welke worden geactiveerd door
9, 10
de vlotterschakelaar van de storing hoogniveau.
en
In geval van een storing hoogniveau knippert het boven-
11
ste lampje, terwijl de onderste twee continu branden.
Groen signaallampje, welke aangeeft dat de netvoeding
12
ingeschakeld is.
8
2
3 4
5
1
4.4 Batterij back-up functies
2 vlotterschakelaars, pag.
40
en 41.
Indien de CU 211 is voorzien van een back-up batterij (toebeho-
ren voor bepaalde uitvoeringen), worden de volgende functies uit-
gevoerd in het geval dat de stroomvoorziening naar de LC 108
uitvalt (zie ook de onderstaande afbeeldingen):
•
De algemene storing wordt geactiveerd, het rode signaal-
lampje is aan - deze storing kan niet gereset worden!
•
Indien de externe storingsmelder t.b.v. de algemene storing
gevoed wordt door een externe spanningsbron, blijft de melder
actief - kan niet d.m.v. de resetknop worden gereset!
•
De ingebouwde zoemer (alleen bij bepaalde uitvoeringen)
wordt geactiveerd - kan met de resetknop worden gereset!
•
Indien het vloeistofniveau in de put boven het hoogniveau uit
komt, gaat het bovenste oranje signaallampje knipperen, en
de tweede van boven continu branden.
•
Indien de inschakelvertragingsfunctie en automatische testrun
geselecteerd zijn (schakelaar 4 van de DIP-schakelaar), zal
de inschakeling vertraagd worden op het moment dat de net-
spanning weer ingeschakeld wordt, en het vloeistofniveau vol-
doende hoog is, zie hoofdstuk 4.2.
Onderstaande tabel toont de situaties die kunnen ontstaan indien
de voedingsspanning naar de LC 108 uitvalt en een back-up bat-
terij is aangesloten:
= het signaallampje is uit.
= het signaallampje is aan.
= het signaallampje knippert.
Stroomuitval:
CU 211
1
• De algemene storing is actief.
Het rode signaallampje is aan.
• Het groene signaallampje (voeding)
is uit.
Stroomuitval en storing hoogniveau:
• De algemene storing is actief.
Het rode signaallampje is aan.
CU 211
1
• Het bovenste oranje signaallampje
knippert.
• Het tweede oranje signaallampje van
boven is aan.
• Het groene signaallampje (voeding)
is uit.