Inhoudsopgave
Advertenties
10.3 Bedieningspaneel
Drainage toepassing, pag.
52
en 53.
Voor deze toepassingen dient de stikker, geleverd met de LC 108
op de CU 211 moduul bedieningspaneel geplakt worden, zoals
aangegeven in afb. 28. De stikker kan op de bodem aan de bin-
nenkant van het LC 108 kastje gevonden worden.
Afbeelding
28
toont hoe de stikker dient te worden geplaatst.
CU 211
Afb. 28
Afbeelding
29
toont het bedieningspaneel van het moduul
CU 211.
1
CU 211
1
12
11
10
9
8
7
Afb. 29
Verklaring van de symbolen in afb. 29:
Pos.
Omschrijving
Groen signaallampje, knippert tijdens de inschakelver-
1
traging en brand continu tijdens bedrijf van de pomp.
Rood signaallampje geeft een pompstoring weer.
2
Knippert: Storing in PTC weerstand/thermo schakelaar
Aan: Fout in de motorbeveiliging.
Rood signaallampje, geeft een verkeerde fase-volgorde
3
weer (alleen bij bepaalde uitvoeringen en drie fase
pompen).
4
Rood signaallampje, geeft een algemene storing weer.
Keuzeschakelaar ON-OFF-AUTO, drie posities,
5
zie hoofdstuk 10.5.
Resetknop, drukknop voor het handmatig resetten van
storingsmeldingen naar externe storingsmelders en de
7
ingebouwde zoemer (alleen bij bepaalde uitvoeringen),
zie hoofdstuk 10.5.
Oranje signaallampje, welk geactiveerd wordt door de
flowschakelaar.
Indien de flowschakelaar een vloeistofstroom regi-
8
streert, zal het signaallampje continu branden.
De pomp wordt uitgeschakeld indien de flowschakelaar
geen vloeistofstroom meer registreert, en de looptijd
verstreken is, zie hoofdstuk 10.2.
9
en
Hebben geen functie voor deze toepassing!
10
Oranje signaallampje, welke geactiveerd wordt door de
schakelaar voor handmatig herinschakelen.
De pomp wordt ingeschakeld indien de schakelaar in
stand "aan" wordt geplaatst (herinschakelen) (het sig-
11
naallampje brandt continu).
De pomp wordt uitgeschakeld indien de flowschakelaar
geen vloeistofstroom meer registreert, en de looptijd
verstreken is, zie hoofdstuk 10.2.
Groen signaallampje, welke aangeeft dat de netvoeding
12
ingeschakeld is.
1
1
2 3 4
5
1
10.4 Batterij back-up functies
Drainage toepassing, pag.
52
en 53.
Indien de CU 211 is voorzien van een back-up batterij (toebeho-
ren voor bepaalde uitvoeringen), worden de volgende functies uit-
gevoerd in het geval dat de stroomvoorziening naar de LC 108
uitvalt (zie ook de onderstaande afbeeldingen):
•
De algemene storing wordt geactiveerd, het rode signaal-
lampje is aan - deze storing kan niet gereset worden!
•
Indien de externe storingsmelder t.b.v. de algemene storing
gevoed wordt door een externe spanningsbron, blijft de melder
actief - kan niet d.m.v. de resetknop worden gereset!
•
De ingebouwde zoemer (alleen bij bepaalde uitvoeringen)
wordt geactiveerd - kan met de resetknop worden gereset!
Onderstaande tabel toont de situaties die kunnen ontstaan indien
de voedingsspanning naar de LC 108 uitvalt en een back-up bat-
terij is aangesloten:
= het signaallampje is uit.
= het signaallampje is aan.
= het signaallampje knippert.
Stroomuitval:
CU 211
1
• De algemene storing is actief.
Het rode signaallampje is aan.
• Het groene signaallampje (voeding)
is uit.
35
Advertenties
Inhoudsopgave
