11. In bedrijf stellen
Waarschuwing
Alvorens werkzaamheden aan pompen te beginnen,
welke gebruikt worden voor het verpompen van
vloeistoffen, waarvan mag worden aangenomen dat
zij schadelijk zijn voor de gezondheid, dient een
grondige reinigingen en/of ventilatie plaats te vinden
van de pomp, put, enz., in overeenstemming met de
locale richtlijnen.
Alvorens aansluitingen in de LC 108 te maken, of
werkzaamheden te verrichten aan de pomp, put, etc,
moet zeker gesteld zijn dat de elektrische voeding is
uitgeschakeld, en niet per ongeluk ingeschakeld kan
worden.
Voorafgaand aan de inbedrijfstelling, dient de aansluiting en de
DIP-schakelaar instelling te zijn uitgevoerd overeenkomstig de
hoofdstukken
4.
tot en met
10.
De inbedrijfstelling dient uitgevoerd te worden door geautoriseerd
personeel.
Voer de volgende handelingen uit:
1. Controleer of de vlotterschakelaars, de elektroden of de flow-
schakelaar aangesloten zijn volgens het bedradingschema
van de bedoelde toepassing.
2. Controleer of de zuigzijde van de pomp ondergedompeld in de
vloeistof is.
3. Stel het motor beveiligingsrelais in op de stroomsterkte, ver-
meld op de typeplaat.
4. Waarschuwing:
Waarschuwing
Stel de motorbeveiliging in op de waarden in de tabel
op basis van het nominaal vermogen van de motor
zoals vermeld op het typeplaatje.
Omrekentabel voor instellen van motorbeveiligingsrelais
I
I
N
10
13
17
22
28
36
46
60
77
100
5. Schakel de elektrische voeding in.
Alleen voor drie-fase pompen: Controleer op verkeerde
fasevolgorde (alleen bepaalde uitvoeringen), (de pomp kan
niet ingeschakeld worden indien de fasevolgorde verkeerd
is!).
6. Schakel de pomp in, zie hoofdstuk 4.5, 5.5, 6.5, 7.5, 8.5,
of 10.5.
7. Controleer dat de pomp niet droogloopt. Het risico van droog-
lopen kan uitgesloten door een gewijzigde tijdinstelling door
middel van de DIP-schakelaar in overeenstemming met
hoofdstuk 4.2, 5.2, 6.2, 7.2,
sen van de vlotterschakelaars of de elektroden.
8. Alleen voor drie-fase pompen: Controleer of de draairich-
ting van de pomp in overeenstemming is met de installatie- en
bedieningsinstructies voor de bepaalde pomp.
9. Kies de vereiste bedrijfstand door middel van de ON-OFF-
AUTO keuzeschakelaar, zie hoofdstuk 4.5, 5.5, 6.5, 7.5, 8.5,
9.5
of 10.5.
I
direct
ster-driehoek
10
5,8
13
7,5
17
9,6
22
12,4
28
16,1
36
20,7
46
26,8
60
34,6
77
44,7
100
57,7
9.5
8.2
of
9.2
en/of door het verplaat-
12. Onderhoud
Waarschuwing
Alvorens werkzaamheden aan pompen te beginnen,
welke gebruikt worden voor het verpompen van
vloeistoffen, waarvan mag worden aangenomen dat
zij schadelijk zijn voor de gezondheid, dient een
grondige reinigingen en/of ventilatie plaats te vinden
van de pomp, put, enz., in overeenstemming met de
locale richtlijnen.
Alvorens aansluitingen in de LC 108 te maken, of
werkzaamheden te verrichten aan de pomp, put, etc,
moet zeker gesteld zijn dat de elektrische voeding is
uitgeschakeld, en niet per ongeluk ingeschakeld kan
worden.
Bij normale toepassingen en bedrijfsvoering is de LC 108 rege-
laar onderhoudsvrij.
Hoewel, het is raadzaam om kleine controles uit te voeren aan de
LC 108 regelaar, de pompput, tanks, pompen, etc, met geschikte
intervallen. Deze controles dienen uitgevoerd te worden door
geautoriseerd personeel.
•
Controleer de afdichtingen van de voorzijde van de LC 108
kast en die van de Pg kabeldoorvoerwartels.
•
Controleer de kabelingangen voor de explosiegevaarlijke
omgeving.
•
Controleer op eventuele vervuiling van de pompput/tank.
Vuil kan zich ophopen in ruimten met vrijwel stilstaande vloei-
stoffen.
•
Controleer op aanzet van vuilophoping rondom de vlotterscha-
kelaars, elektroden of de flowschakelaar.
•
Controleer op mogelijke blokkering van de zuigzijde van de
pomp. Een blokkade wordt meestal veroorzaakt door een
groot vast object.
•
Indien de LC 108 geïnstalleerd is in een bijzonder agressieve
omgeving, is het raadzaam om de motor beschermingscontac-
ten te controleren op eventuele chemische aantasting welke
resulteert in corrosie. In kenmerkende installaties zullen de
motorbeschermingscontacten verscheidene jaren werken zon-
der inspecties te vereisen.
De bovenstaande lijst is niet volledig. De LC 108 kan
in andere systemen, installaties en/of omgevingen
N.B.
geplaatst zijn, waarin grondig en regelmatig onder-
houd vereist is.
37