2.1 Toepassingen
De LC 108 geeft de mogelijkheid tot
•
het regelen van één pomp op basis van een signaal van vlot-
terschakelaars of elektroden,
•
het selecteren van de automatische testrun gedurende lange
stilstandperioden (elke 24 uur),
•
batterij voeding in geval van spanningswegval (is een toebe-
horen voor bepaalde uitvoeringen),
•
inschakelvertraging in het bereik van 0 tot 255 sec. (willekeu-
rig) na overschakelen van batterij-bedrijf op netspanningsbe-
drijf resulteert dit in een gelijkmatige netbelasting indien meer-
dere pompsystemen op hetzelfde moment worden
ingeschakeld),
•
keuze voor het automatisch resetten van storingen,
•
keuze voor automatisch herinschakelen,
•
instellen van een uitschakelvertraging voor het aanpassen op
de actuele bedrijfsomstandigheden,
•
weergave van het vloeistofniveau,
•
storingsmelding bij:
– te hoog vloeistof niveau,
– overbelasting (m.b.v. motor motorbeveiligingsschakelaar),
– oververhitting (m.b.v. PTC-weerstand of thermisch contact in
de motor),
– verkeerde fase volgorde (alleen bij bepaalde uitvoeringen),
– spanningsonderbreking (alleen bij bepaalde uitvoeringen),
– defecte vlotterschakelaar, elektrode of flowschakelaar,
– drooglopen.
Standaard is de LC 108 uitgerust met één uitgang voor een alge-
mene storingmelding. Bepaalde uitvoeringen hebben een extra
uitgang voor een storingsmelding hoog niveau.
Verder omvat de regelaar een zoemer (alleen bij bepaalde uitvoe-
ringen).
2.2 Uitvoeringen
De actuele uitvoering van de regelaar, spanning, etc, zijn ver-
werkt in de typecodering zoals weergegeven op typeplaat welke
zich aan de zijkant van het bedieningspaneel bevindt.
De LC 108 is leverbaar voor directe of ster-driehoek aanloop.
De LC 108 kan worden aangesloten en ingesteld voor bedrijf/
regeling op zeven verschillende wijzen, zie hoofdstuk
met 10.:
•
Hoofdstuk
4. Systemen met 2
(Elektroden kunnen ook gebruikt worden.)
•
Hoofdstuk
5. Systemen met 3
(Elektroden kunnen ook gebruikt worden.)
•
Hoofdstuk
6. Systemen met 4
(Elektroden kunnen ook gebruikt worden.)
•
Hoofdstuk
7. Systemen met 2
•
Hoofdstuk
8. Systemen met 3
•
Hoofdstuk
9. Systemen voor
•
Hoofdstuk
10. Systemen voor drainage
4.
tot en
vlotterschakelaars.
vlotterschakelaars.
vlotterschakelaars.
elektroden.
elektroden.
vultoepassingen.
toepassingen.
3. Locatie en montage
Waarschuwing
Alvorens werkzaamheden aan pompen te beginnen,
welke gebruikt worden voor het verpompen van
vloeistoffen, waarvan mag worden aangenomen dat
zij schadelijk zijn voor de gezondheid, dient een
grondige reinigingen en/of ventilatie plaats te vinden
van de pomp, put, enz., in overeenstemming met de
locale richtlijnen.
Alvorens aansluitingen in de LC 108 te maken, of
werkzaamheden te verrichten aan de pomp, put, etc,
moet zeker gesteld zijn dat de elektrische voeding is
uitgeschakeld, en niet per ongeluk ingeschakeld kan
worden.
Het installeren dient te geschieden door geautoriseerd personeel
in overeenstemming met de locale richtlijnen.
3.1 Locatie
Waarschuwing
De LC 108 regelaar en een EEx barrière, indien
noodzakelijk, mogen niet in een explosiegevaarlijke
ruimte gemonteerd worden.
Alleen explosieveilige vlotterschakelaars mogen in
explosiegevaarlijke ruimtes toegepast worden. De
vlotterschakelaars moeten via een EEx barrière wor-
den aangesloten, b.v. Grundfos nummer 96440300.
De LC 108 kan toegepast worden bij een omgevingstemperatuur
-30 °C tot +50 °C.
Beschermingsklasse: IP65.
Indien de LC 108 buiten wordt gemonteerd, dient deze onder een
afdak of in een bedieningspaneel te worden geplaatst.
De LC 108 mag niet aan direct zonlicht worden blootgesteld.
3.2 Montage van de LC 108 voor directe aanloop
Alvorens met de montage te beginnen, dienen de transportbe-
schermingen, indien aanwezig, uit de kast verwijderd te worden.
Monteer de LC 108:
•
op een vlakke wand,
•
met de Pg kabeldoorvoerwartels naar beneden gericht
(extra Pg kabeldoorvoerwartel, indien nodig, dienen in de
onderzijde van de behuizing te worden gemonteerd),
•
met vier schroeven door de bevestigingsgaten in de achter-
wand van de kast, zie afb. 1. De bevestigingsgaten dienen met
een 4 mm boor te worden geboord. Plaats de schroeven in de
gaten en draai ze stevig aan. Plaats de plastic doppen, gele-
verd met de regelaar, op de schroeven (IP65).
3