Waarschuwing
Vlotterschakelaars of elektroden welke in een explo-
siegevaarlijke omgeving worden gemonteerd moeten
via een EEx barrière worden aangesloten, b.v.
Grundfos nummer 96440300.
De EEx barrière mag niet in de explosiegevaarlijke
ruimte geplaatst worden.
Installaties welke in een explosiegevaarlijke omge-
ving worden toegepast, dienen elk voor zich goedge-
keurd te zijn voor deze toepassing. Bovendien moe-
ten de kabels in de explosiegevaarlijke omgeving
aangebracht worden in overeenstemming met de
locale richtlijnen.
Vlotterschakelaars van hetzelfde type als degene
met het Grundfos productnummer 96003332 of
96003695, d.w.z. vlotterschakelaars met vergulde
contacten toepasbaar voor lage spanningen en stro-
N.B.
men (40 V / 100 mA), dienen te worden toegepast.
Alle EEx-goedgekeurde vlotterschakelaars zijn ook
toepasbaar.
Van de vlottersschakelaars moeten de maakcontacten worden
aangesloten, d.w.z. de aders bruin en zwart, indien Grundfos vlot-
terschakelaars met artikelnummers 96003332 of
96003695 worden toegepast.
Verklaring van de symbolen in afb.
pag. 41:
Pos.
Omschrijving
Vlotterschakelaar voor aan/uit schake-
1
len van de pomp.
Vlotterschakelaar voor storing hoogni-
2
veau.
6
1
op pag.
40
en afb.
2
op
Klemnummer
11-12
31-32
4.2 Instelling
2 vlotterschakelaars, pag.
40
en 41.
Het CU 211 moduul bezit een 10-polige DIP-schakelaar in de
rechteronderhoek, zie afb. 5.
De voeding van de regelaar dient, tijdens het instel-
len van de DIP-schakelaars, uitgeschakeld te zijn,
Voorzichtig
om een correcte configuratie na het inschakelen
zeker te stellen.
De instellingen van de DIP-schakelaars bieden de volgende
mogelijkheden:
•
keuze van de inschakelvertraging en automatische testrun
(schakelaar 4),
•
instellen van de uitschakelvertraging (schakelaar 5, 6 en 7),
•
keuze voor automatisch-reset storing (schakelaar 9),
•
keuze voor automatisch herinschakelen (schakelaar 10).
Afb. 5
Stel de DIP-schakelaars in zoals weergegeven in afb. 5.
Elke individuele schakelaar (1 tot 10) kan in de stand aan of uit
geselecteerd worden.
De DIP-schakelaars mogen niet op andere combina-
N.B.
tie worden ingesteld dan in dit hoofstuk staan
beschreven.
Stel de schakelaars 1 tot en met 10 als volgt in:
•
Schakelaars 1, 2 en 3, soort toepassing:
Wanneer de instelling van de DIP-schakelaars is gewijzigd,
dient de regelaar voor tenminste 1 minuut te worden uitge-
schakeld!
Deze instelling bepaalt de soort van de toepassing
(2 vlotterschakelaars, pag.
•
Schakelaar 4, inschakelvertraging en automatische testrun
(alleen bij toepassen van batterij back-up):
Wanneer de instelling van de DIP-schakelaars is gewijzigd,
dient de regelaar voor tenminste 1 minuut te worden uitge-
schakeld!
In deze stand wordt de inschakelvertraging willekeurig
ingesteld tussen 0 en 255 sec., nadat de voedings-
spanning opnieuw wordt ingeschakeld en wanneer het
vloeistofniveau voldoende hoog is.
De automatische testrun wordt elke 24 uur uitgevoerd.
Indien de voedingsspanning opnieuw wordt ingescha-
keld, zal de pomp onmiddellijk inschakelen,
indien het vloeistofniveau voldoende hoog is.
Geen automatische testrun.
40
en 41).