Afbeelding
1
toont de interne constructie van de LC 108 voor
directe aanloop.
7
Afb. 1
Afbeelding
2
toont de aansluitklemmen, genoemd onder positie 2
en 3.
Afb. 2
Verklaring van de symbolen in afb.
Pos.
Omschrijving
1
CU 211 moduul.
Aansluitklemmen voor de niveauschakelaars
2
(11-12, 21-22, 31-32, 41-42).
Aansluitklemmen voor:
• ingang voor de PTC-weerstand/thermisch contact van
de motor (T11-T21),
• uitgang voor de externe storingsmelder voor storing
3
hoogniveau (H-NC, H-COM, H-NO) (alleen bij
bepaalde uitvoeringen),
• uitgang voor de externe storingsmelder voor
algemene storing (G-NC, G-COM, G-NO).
Motorbeveiligingsrelais (magneetschakelaar en
4
thermischrelais samengebouwd).
5
Aansluitklemmen voor netvoeding.
Zekeringshouders t.b.v. het stuurstroomcircuit
6
(1 tot 3 afhankelijk van de uitvoering netspanning/
stroom).
9
Pg kabeldoorvoerwartels.
10
Aardrail (
).
PE
4
278
254
1
en 2:
Als de afstand tussen de regelaar en de put groter is
dan 20 meter is het niet raadzaam om elektrodes te
gebruiken, omdat dan problemen kunnen optreden
met de signalen die teruggezonden worden naar de
N.B.
regelaar.
In deze gevallen is het aan te raden om vlotterscha-
kelaars te gebruiken.
Tussen de regelaar en de vlotterschakelaars kunnen
N.B.
kabels van max. 100 meter worden aangesloten.
3.3 Montage van de LC 108 t.b.v. ster-driehoek
aanloop
Alvorens met de montage te beginnen, dienen de transportbe-
schermingen, indien aanwezig, uit de kast verwijderd te worden.
Monteer de LC 108:
•
op een vlakke wand,
•
met de Pg kabeldoorvoerwartels naar beneden gericht
(extra Pg kabeldoorvoerwartel, indien nodig, dienen in de
onderzijde van de behuizing te worden gemonteerd),
•
met vier schroeven door de montagegaten in de achterwand
van de kast, zie afb. 3.
Afbeelding
3
toont de interne constructie van de LC 108 t.b.v. de
ster-driehoek aanloop.
Afb. 3