Montage
5.1 Montage voorbereiden
5.1
Montage voorbereiden
5.1.1
Voorwaarden voor de montage
Voor het begin van de montagewerkzaamheden moeten de volgende voorwaarden vervuld
zijn:
● Deze bedieningshandleiding en montagehandleiding zijn beschikbaar voor het personeel.
● De machine staat uitgepakt klaar voor de montage op de plaats van de montage.
LET OP
Hoge temperaturen
Tijdens het bedrijf worden de machineonderdelen heet. Aanbouwdelen, bijvoorbeeld
leidingisolatie, kunnen door hoge temperaturen worden beschadigd.
● Temperatuurgevoelige onderdelen, bijvoorbeeld normale leidingen of elektronische
● Gebruik enkel hittebestendige delen. De aansluitleidingen, kabel - en leidinginvoerstukken
5.1.2
Isolatieweerstand en polarisatieindex
Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie
verkrijgen over de toestand van de machine. Controleer daarom op de volgende tijdstippen
de isolatieweerstand en de polarisatieindex:
● Voordat de machine de eerste keer gestart wordt
● Na langdurige opslag of een periode van stilstand
● In het kader van onderhoudswerkzaamheden
Met een meting als hierboven omschreven verkrijgt u de volgende informatie over de isolatie
van de wikkelingen:
● Is de wikkelkopisolatie vervuild met geleidend materiaal?
● Heeft de wikkelkopisolatie vocht opgenomen?
50
Opmerking
Isolatieweerstand van de wikkeling bij het begin van de montagewerkzaamheden meten
Meet de isolatieweerstand van de wikkeling indien mogelijk voor het begin van de
montagewerkzaamheden. Als de isolatieweerstand onder de voorgeschreven waarde ligt,
leid dan overeenkomstige correctiemaatregelen in. Voor de correctiemaatregelen moet de
machine mogelijk terug worden gedemonteerd en getransporteerd.
componenten, mogen niet tegen of op machine-aanbouwdelen worden bevestigd.
moeten voor de omgevingstemperatuur geschikt zijn.
SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8
Bedieningshandleiding 11/2018