5.2.2
Lastopnamemiddel controleren
Controleer alle hijsmiddelen zoals de kranen, hijsogen en ringbouten voordat u de machine
optilt:
● Controleer de aan de machine aangebrachte lastopnamemiddelen op mogelijke schade.
● Controleer voor het gebruik of de lastopnamemiddelen behoorlijk bevestigd zijn.
● Gebruik alleen toegelaten, onbeschadigde en voldoende bemeten voorzieningen voor de
5.2.3
Rotorkleminrichting verwijderen
Als een rotorkleminrichting op de machine aanwezig is, verwijder deze dan zo laat mogelijk;
bijvoorbeeld pas voor het ophijsen van het aangedreven element of het aandrijfelement.
Opmerking
Opslag rotorkleminrichting
Sla de rotorkleminrichting onmiddellijk op. Deze moet bij een eventuele demontage en volgend
transport opnieuw worden aangebracht.
5.2.4
Rotorvergrendeling verwijderen bij machines in verticale bouwvorm
LET OP
Demontage van de kleminrichting voor de rotor in horizontale positie.
Als u de rotorblokkering bij horizontale stand van de machine demonteert, kan het lager
beschadigd raken.
● Demonteer de rotorblokkering uitsluitend bij verticale stand van de machine.
SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8
Bedieningshandleiding 11/2018
Vervang de lastopnamemiddelen als ze beschadigd zijn.
kabelgeleiding of spreidvoorzieningen voor het hijsen van de machine. Controleer deze
voor het gebruik.
WAARSCHUWING
De machine kan vallen
Als de hijspunten of hijsmiddelen beschadigd zijn of niet correct zijn bevestigd, dan kan
de machine vallen tijdens het hijsen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke
materiële schade veroorzaken. Controleer de lastopnamemiddelen en hijsmiddelen voor
het gebruik.
5.2 Machine op de inzetplaats hijsen en positioneren
Montage
55