6.3
Voorbereiding
6.3.1
Schakeling van de wikkeling controleren
Bij een open uitvoering van de wikkeling, dus wanneer het begin en het einde van de
wikkelingen (zie hoofdstuk "Benaming van de klemmen" (Pagina 73)) rechtstreeks in de
aansluitkasten zijn geleid, wordt de schakeling met behulp van schakelbruggen in de
aansluitkast gerealiseerd. De schakelbruggen voor de open schakeling mogen bij de
wikkelingscontrole niet worden verwijderd, let hiervoor op het schakelbeeld.
● Controleer of de schakeling (ster of driehoek) overeenkomt met de gegevens op het
● Controleer of de aansluitwaarden overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje.
6.3.2
Klemaanduiding
Bij de klemaanduidingen volgens IEC / EN 60034‑8 gelden voor draaistroommachines de
volgende definities:
Tabel 6-1
1
x
6.3.3
Kabel selecteren
Houd bij de keuze van de aansluitleidingen rekening met de volgende criteria:
● Nominale stroomsterkte
● Nominale spanning
● Een eventuele servicefactor
● Installatiegebonden voorwaarden, zoals de omgevingstemperatuur, het installatietype,
● Vereisten volgens IEC/EN 60204‑1
● Vereisten volgens IEC/EN 60079‑14
● Projecteringsaanwijzingen
SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8
Bedieningshandleiding 11/2018
typeplaatje.
klemaanduidingen aan bijvoorbeeld 1U1-1
U
1
-
1 Benaming
Kencijfer voor pooltoewijzing bij machines met omschakelbare polen, voor zover
van toepassing. Een lager cijfer komt overeen met een lager toerental. Een speci‐
aal geval voor onderverdeelde wikkeling.
x
Fasenbenaming U, V, W
x
Kencijfer voor schroefdraadbegin (1) of schroefdraadeinde (2) resp. bij meer dan
een aansluiting per schroefdraad
x Bijkomend kengetal indien bij meerdere klemmen met verder een gelijke benaming
een aansluiting van parallelle nettoevoerleidingen verplicht is
kabeldiameter bepaald door de benodigde kabellengte, enzovoort.
Elektrische aansluiting
6.3 Voorbereiding
73