Instandhouden
9.1 Inspectie en onderhoud
Met een meting als hierboven omschreven verkrijgt u de volgende informatie over de isolatie
van de wikkelingen:
● Is de wikkelkopisolatie vervuild met geleidend materiaal?
● Heeft de wikkelkopisolatie vocht opgenomen?
Met deze informatie kunt u beslissen voor inbedrijfstelling van de machine of over eventuele
maatregelen zoals reiniging of drogen van de wikkeling.
● Kan de machine in bedrijf worden genomen?
● Moeten er reinigings- of drogingsmaatregelen worden genomen?
Gedetailleerde informatie over controle van de grenswaarden kunt u hier vinden:
"Isolatieweerstand en polarisatieindex controleren" (Pagina 51)
9.1.3
Inspectie bij storingen
Natuurrampen of buitengewone bedrijfssituaties, zoals overbelasting of kortsluiting zijn
storingen die elektrisch of mechanisch te veel van de machine vragen.
Voer na dergelijke storingen onmiddellijk een inspectie uit.
9.1.4
Eerste inspectie na montage of reparatie
Voer na ca. 500 bedrijfsuren, uiterlijk na 6 maanden na inbedrijfstelling de volgende controles
uit:
Tabel 9-1
Controle
of de elektrische parameters in acht worden genomen.
De toegestane temperaturen op de lagers mogen niet worden overschreden.
of de rust en de geluiden tijdens het draaien van de machine niet erger zijn
geworden.
In het fundament zijn geen verzakkingen of scheuren ontstaan. (*)
(*) Deze controles kunt u bij bedrijf of bij stilstand uitvoeren.
Verdere controles kunnen in overeenstemming met de installatiespecifieke verhoudingen
nodig zijn.
LET OP
Schade aan de machine
Als u bij de inspectie ongeoorloofde afwijkingen vaststelt, verhelp deze dan onmiddellijk.
Anders kan dit tot materiële schade aan de machine leiden.
114
Controle na montage of reparatie
Tijdens be‐
Bij stil‐
drijf
stand
X
X
X
X
SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8
Bedieningshandleiding 11/2018
X