LET OP!
Kans op letsel als de gebruiker niet correct
wordt vastgezet in het mobiliteitshulpmiddel.
– Vastzetsystemen mogen alleen worden gebruikt
als het gewicht van de rolstoelgebruiker 23 kg
of meer is.
– Zelfs als het mobiliteitshulpmiddel is
uitgerust met een bekkengordel of een
ander geïntegreerd gordelsysteem in het
mobiliteitshulpmiddel, is dit geen vervanging
voor een echte veiligheidsgordel die voldoet
aan ISO 10542 in het vervoersmiddel.
Gebruik altijd de veiligheidsgordel die in het
transportvoertuig is geïnstalleerd.
– Veiligheidsgordels moeten zo strak mogelijk
worden aangetrokken zonder dat dit ongemak
voor de gebruiker veroorzaakt.
– Veiligheidsgordels mogen niet worden geplaatst
als deze zijn gedraaid.
– Zorg dat het derde verankeringspunt van de
veiligheidsgordel niet rechtstreeks aan de vloer
van het voertuig maar aan een van de zijkanten
van het voertuig is bevestigd.
1529700-AA
LET OP!
Kans op letsel als de gebruiker niet correct wordt
vastgezet in het mobiliteitshulpmiddel.(vervolg)
– Zowel de veiligheidsgordel als de vastzetgordels
voor het bovenlichaam moeten worden
gebruikt om de passagier vast te zetten zodat
de mogelijkheid van botsingen van het hoofd
of de borstkas met de voertuigonderdelen
wordt verminderd. Ze dienen samen te worden
gebruikt en alleen waarvoor ze zijn ontworpen.
– Een aan de rolstoel verankerd vastzetsysteem
voor de gebruiker, d.w.z. een 3-punts gordel,
harnas of bekkensteunen (schootbanden,
schootgordels) mag niet worden gebruikt of
worden vertrouwd om een een gebruiker vast
te zetten in een rijdend voertuig. Gebruik
in plaats daarvan altijd een aan het voertuig
verankerd en gecertificeerd vastzetsysteem
voor de gebruiker.
Transport
123