7.2.6 Instructies voor het gebruik van de accu's
LET OP!
Risico op beschadiging van de accu's.
– Vermijd een extreme ontlading van de accu's
en zorg dat de accu's nooit volledig leeg raken.
•
Let op de accuvermogensindicator! Laad de accu's op
wanneer de indicator aangeeft dat het accuvermogen
laag is.
Hoe snel de accu's ontladen, hangt af van diverse
omstandigheden, zoals omgevingstemperatuur, staat
van de bestrating, bandenspanning, gewicht van de
gebruiker, rijstijl en het gebruik van de verlichting,
indien aanwezig.
•
Probeer de accu's altijd op te laden voordat het
ledlampje in het rode bereik komt.
Als de laatste 3 ledlampjes branden (twee rode en
één oranje), betekent dit dat de resterende capaciteit
ongeveer 15% bedraagt.
•
Als de ledlampjes tijdens het rijden rood knipperen,
betekent dit dat de accu's extreem worden belast. Deze
situatie moet onder normale omstandigheden worden
vermeden.
•
Als er maar één rood ledlampje knippert, is
de accubeveiligingsfunctie ingeschakeld. In een
dergelijke situatie neemt de snelheid en het
acceleratievermogen drastisch af. Op deze wijze
kunt u het mobiliteitshulpmiddel nog langzaam uit
een gevaarlijke situatie manoeuvreren voordat alle
elektronica uiteindelijk uitvalt. Dit betekent 'diep
ontladen' en dient te worden vermeden.
1529700-AA
•
Vergeet niet dat bij temperaturen onder 20 °C de
nominale capaciteit van de accu begint af te nemen. Zo
neemt bij een temperatuur van -10 °C de capaciteit af
tot ongeveer 50% van de nominale accucapaciteit.
•
Om schade aan de accu´s te voorkomen, dient u te
vermijden dat ze helemaal leegraken. Rijd niet met
bijna lege accu's als dat niet per se nodig is. Hierdoor
worden de accu's overmatig belast en wordt hun
verwachte levensduur verkort.
•
Hoe eerder u de accu's opnieuw oplaadt, hoe langer
ze leven.
•
De mate van ontlading is van invloed op de levensduur.
Hoe harder de accu moet werken, hoe korter de
verwachte levensduur is.
Voorbeelden:
– Eén diepe ontlading vormt een belasting die gelijk
is aan 6 normale cycli (groene/oranje display is
uitgeschakeld).
– De levensduur van de accu bedraagt ongeveer 300
cycli bij een ontlading van 80% (eerste 7 ledlampjes
uit) of ongeveer 3000 cycli bij een ontlading van 10%
(één ledlampje uit).
Het aantal ledlampjes is afhankelijk van het
type bedieningskast.
•
Onder normale omstandigheden moet de accu worden
ontladen totdat alle groene en oranje ledlampjes uit
zijn. Dit moet binnen één dag gebeuren. Een laadcyclus
van 16 uur is nodig om de accu opnieuw in de juiste
conditie te brengen.
Bedieningssysteem
115