Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Minispir Gebruiken; Spirometrie Testen; Meldingen Over Aanvaardbaarheid, Herhaalbaarheid En Kwaliteit - MIR MiniSpir Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor MiniSpir:
Inhoudsopgave

Advertenties

MiniSpir
2.2

De MiniSpir gebruiken

Raadpleeg de handleiding van de MIR Spiro-software voor een correct gebruik van het apparaat en voor de configuratie van
gegevens vereist voor de interpretatie van de resultaten (eerste configuratie, kalibratie van de turbine, beheer van patiëntgegevens,
weergave van vorige gegevens en interpretatie van resultaten).
2.3

Spirometrie testen

WAARSCHUWING
Het apparaat mag alleen door gekwalificeerd personeel worden gebruikt dat volledige kennis over spirometrie heeft.
Dit is belangrijk voor de correcte uitvoering van de testen, voor de aanvaardbaarheid van gemeten parameters en voor
de correcte interpretatie van resultaten.
Om een spirometrietest correct uit te voeren, is het sterk aanbevolen om de instructies zoals hierna beschreven zorgvuldig op te volgen.
• Steek het mondstuk minstens 0,5 cm in het holle gedeelte van de turbine.
• Plaats de neusklem op de neus van de persoon, zodat de lucht niet via de neusgaten kan ontsnappen.
• Houd de MiniSpir in één hand vast, zoals een mobiele telefoon. De zijde met het ID-etiket moet in de hand van de gebruiker liggen.
• Steek het mondstuk goed in de mond achter de tanden, let daarbij goed op dat er geen lucht kan ontsnappen via de zijkanten
van de mond.
• Het is aanbevolen om de test rechtopstaand uit te voeren en om tijdens het uitademen voorover te gaan buigen, wat het
uitademen bevordert dankzij een samendrukking van de onderbuik.
WAARSCHUWING
Tijdens een test mag men de USB-kabel niet aanraken, om interferentie met de gegevensoverdracht naar de pc te vermijden
en om de test niet te vroeg te stoppen.
Merk op dat het noodzakelijk is dat alle lucht uit de longen wordt uitgeademd, voor een nauwkeurige spirometrie. Het is
belangrijk er extra op te wijzen dat het mondstuk en de turbine voor eenmalig gebruik op het einde van elke test
vervangen moeten worden.
6 seconden na de initiële geforceerde uitademing, laat de MiniSpir een continue bieptoon weerklinken. Dit volstaat voor de dokter
om te begrijpen of de patiënt de minimale uitademingstijd heeft bereikt, overeenkomstig de vereisten zoals bepaald door de
belangrijkste internationale pneumologieverenigingen.
2.4

Meldingen over aanvaardbaarheid, herhaalbaarheid en kwaliteit

Aanvaardbaarheid, bruikbaarheid en herhaalbaarheid van FVC- en FEV1-parameters voor elke test zijn gedefinieerd zoals
samengevat in Tabel 7 van de richtlijn ATS/ERS 2019:
Voor FEV1 en FVC
Criterium voor aanvaardbaarheid en bruikbaarheid
Moet EVOL (VEXT of BEV) <5% van FVC of 0,100 l hebben, wat groter is
Mag tijdens de eerste seconde uitademing geen hoest hebben*
Mag tijdens de eerste seconde uitademing geen sluiting van de glottis hebben*
Mag na 1 seconde uitademing geen sluiting van de glottis hebben
Moet een van deze drie EOFE-indicatoren (end of forced expiration = einde van
geforceerde uitademing) bereiken:
1.
Uitademingsplateau (<0,025 l in de laatste 1 seconde uitademing)
2.
Uitademingstijd >15 seconden
3.
FVC is binnen de herhaalbaarheidstolerantie of is groter dan de grootste eerder
waargenomen FVC †
Mag geen tekenen vertonen van een afgedicht mondstuk of spirometer
Mag geen tekenen vertonen van een lek
Als de maximale inademing na EOFE groter is dan FVC, dan moet FIVC - FVC
<0,100 l of 5% van FVC, wat groter is‡
Herhaalbaarheidscriteria (toegepast op aanvaardbare FVC- en FEV1-waarden)
Leeftijd > 6 jaar:
Het verschil tussen de twee grootste FVC-waarden moet <0,150 l zijn, en het verschil tussen
de twee grootste FEV1-waarden moet <0,150 l zijn
Leeftijd < 6 jaar:
Het verschil tussen de twee grootste FVC-waarden moet <0,100 l of 10% van de hoogste waarde
zijn, wat groter is, en het verschil tussen de twee grootste FEV1-waarden moet <0,100 l of 10%
van de hoogste waarde zijn, wat groter is
Afkortingen: EVOL (VEXT of BEV) = terug geëxtrapoleerd volume; EOFE = einde van geforceerde uitademing; FEV075 =
geforceerd uitademingsvolume in de eerste 0,75 seconden.
Het gradensysteem (bovenstaande Tabel 10) zal de onderzoeker informatie verschaffen of de waarden gerapporteerd zijn
van bruikbare manoeuvres die niet aan alle aanvaardbaarheidscriteria voldoen.
*Voor kinderen tot 6 jaar oud moet men minstens 0,75 seconden uitademing zonder afsluiting van de glottis of hoesten hebben
voor een aanvaardbare of bruikbare meting van FEV0.75.
† Doet zich voor wanneer de patiënt niet lang genoeg kan uitademen om een plateau te bereiken (bijv. kinderen met hoge
elastische terugslag of patiënten met restrictieve longstoornis) of wanneer de patiënt inademt of loskomt van het mondstuk
MINISPIR
Gebruikershandleiding
Rev 2.4
Gebruikershandleiding
Vereist voor
Vereist voor
aanvaardbaarheid
bruikbaarheid
FEV1
FVC
FEV1
JA
JA
JA
JA
NEE
JA
JA
JA
JA
NEE
JA
NEE
NEE
JA
NEE
JA
JA
NEE
JA
JA
NEE
JA
JA
NEE
pagina 13 van 17
FVC
JA
NEE
JA
NEE
NEE
NEE
NEE
NEE

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave