Pieper aan- en uitzetten
De meterpieper attendeert gebruikers op berichten,
bedieningsfouten (zoals onjuiste kabelaansluitingen voor de
geselecteerde functie) en nieuw waargenomen waarden voor
MIN MAX- en piekregistratie. De pieper wordt ook gebruikt voor
de continuïteitsfunctie, maar wordt niet via deze setup-optie voor
die functie geregeld. Zie 'Continuïteit testen' voor informatie over
de continuïteitspieper.
Ga als volgt te werk om de meterpieper aan of uit te zetten. Druk
op de softkey met het label Setup en zet de menuselector naast
het menu-item met het label Instrument. Druk vervolgens op de
softkey met het label Instrument en zet de menuselector naast
het menu-item met het label Beeper. Druk op de softkey met het
label Edit om de cursor op de aan/uit-selectie te zetten. Gebruik
7 en 8 om de pieper aan of uit te zetten. De status van de
pieper wordt weergegeven in de statusbalk van het display (zie
item 12 in afbeelding 2).
De modus Afvlakken in- en uitschakelen
Als een ac-ingangssignaal ruis heeft of snel verandert, kan met
de afvlakmodus een stabielere aflezing worden weergegeven.
Om de afvlakmodus in- of uit te schakelen, drukt u op de softkey
met het label Setup en plaatst u de menuselector naast het
menu met het label Instrument. Druk vervolgens op de softkey
met het label Instrument en plaats de menuselector naast het
menu-item met het label Smoothing. Druk op de softkey met het
label Edit om de cursor op de aan/uit-selectie te zetten. Gebruik
7 en 8 om de afvlakmodus in- en uit te schakelen.
Andere setup-opties gebruiken
Aanvullende setup-opties bevatten informatie over de meter en
daarnaast een aantal algemene meterfuncties. Bij selectie van
Meter Info worden serienummer, modelnummer, firmwareversie,
calibratiedatum en calibratieteller weergegeven. De naam van de
bediener, het bedrijf, de locatie en contactgegevens worden ook
weergegeven als deze in de meter zijn geladen vanuit de
FlukeView® Forms-software.
Bij selectie van Calibration kan een bevoegde
calibratietechnicus een wachtwoord invoeren om de meter te
calibreren. Zie het document 287/289 Calibration Information
voor calibratie van de meter.
Met de optie Secure Erase kan het voor de gebruiker
toegankelijke geheugen worden gewist, zoals verplicht gesteld
onder de Homeland Security-regelgeving. De metercalibratie
gaat niet verloren als deze laagniveau wisfunctie wordt
uitgevoerd.
Als er nieuwe meterfuncties worden gemaakt, kan de laatste
versie van de software worden gedownload naar de meter vanaf
de supportwebpagina van Fluke via de optie Software Update .
Gebruik van geheugen
De meter beschikt over een geheugen om individuele metingen,
metingen die gedurende een gespecificeerde tijdsperiode zijn
verzameld, en meetgebeurtenissen op te slaan.
Alle opgeslagen gegevens kunnen worden bekeken op de meter
of worden gedownload op een pc via de infrarood (IR)-
communicatieverbinding met gebruik van FlukeView™ Forms.
True-rms Digital Multimeters
Gebruik van geheugen
49