287/289
Gebruiksaanwijzing
Stroom meten
XWWaarschuwing
Om beschadiging aan de meter en eventueel letsel
te voorkomen, mag u de stroom in een circuit nooit
meten als het nullastpotentiaal naar aarde groter is
dan 1000 V.
WLet op
Om eventuele beschadiging aan de meter of de te
testen apparatuur te voorkomen, moet u de
zekeringen van de meter controleren voordat u de
stroom meet. Zie 'Onderhoud' verderop in deze
gebruiksaanwijzing. Gebruik de juiste
aansluitingen, de juiste functie en het juiste bereik
voor uw meting. Leg de probes nooit aan over
(parallel met) een willekeurig circuit of component
als de meetkabels met de stroomaansluitingen zijn
verbonden.
Stroom is de elektronenstroom door een geleider. Om de stroom
te meten, moet u het te testen circuit openen en vervolgens de
meter in serie met het circuit plaatsen.
Tijdens het verrichten van stroommetingen knippert
het display wanneer de ingangsstroom groter is dan 10
A voor de A -aansluiting en 400 mA voor de mA/
aansluiting. Dit is een waarschuwing dat de stroom de
stroomgrens van de zekering bereikt.
Ga als volgt te werk om wissel- of gelijkstroom te meten:
38
NB
μ
A -
1.
Schakel de stroom naar het circuit uit. Ontlaad alle
hoogspannings condensators.
2.
Steek de zwarte meetkabel in de COM -aansluiting. Steek
de rode kabel in een ingang voor het geschikte meetbereik.
Om te voorkomen dat de 440 mA-zekering van de
meter doorslaat, moet u de mA/μA-aansluiting alleen
gebruiken als u zeker bent dat de stroom lager is dan
400 mA.
3.
Als u de A-aansluiting gebruikt, stel de draaiknop dan in op
A. Als u de mA/μA-aansluiting gebruikt, stel de draaiknop
dan in op X voor stroom onder 5000 μA (5 mA) of op
A voor stroom boven 5000 μA. Zie afbeelding 21 voor de
meetkabelaansluitingen en functieselectie. Zie 'Functie
Input Alert' voor informatie over de waarschuwingen die de
meter geeft als de kabels verkeerd worden gebruikt voor
stroommetingen.
4.
Open de te testen circuitbaan (zie afbeelding 22). Breng de
rode probe in contact met de meer positieve zijde van de
verbreking; breng de zwarte probe in contact met de meer
negatieve zijde van de verbreking. Het verwisselen van de
meetkabels levert een negatieve aflezing op, maar
beschadigt de meter niet.
5.
Schakel de stroom naar het circuit in; lees vervolgens het
display. Noteer de rechts op het display vermelde
meeteenheid (μA, mA of A).
6.
Schakel de stroom naar het circuit uit en ontlaad alle
hoogspanningscondensators. Verwijder de meter en herstel
de normale werking van het circuit.
NB