•
Controleer de aanwezigheid van gevaarlijke
spanning niet aan de hand van de optie
laagdoorlaatfilter. De aanwezige spanning is
mogelijk hoger dan de afgelezen waarde.
Controleer eerst of er geen gevaarlijke
spanning aanwezig is door de spanning te
meten zonder het filter. Selecteer vervolgens
de filterfunctie.
•
Gebruik uitsluitend door een
veiligheidsinstituut goedgekeurde meetkabels
met dezelfde nominale spanning, categorie en
stroomsterkte als de meter.
•
Gebruik de door de plaatselijke en landelijke
overheid vereiste veiligheidsuitrusting
wanneer u werkt op gevaarlijke locaties.
•
Neem de plaatselijke en landelijke
veiligheidsvoorschriften in acht wanneer u
werkt op gevaarlijke locaties.
WLet op
Neem onderstaande richtlijnen in acht om
beschadiging van de meter of de te testen
apparatuur te voorkomen:
•
Schakel de stroom naar de stroomkring uit en
ontlaad alle hoogspanningscondensators
voordat u de weerstand, continuïteit, dioden of
capaciteit meet.
•
Gebruik de juiste aansluitingen, de juiste
functie en het juiste bereik voor alle metingen.
•
Verwijder de batterijen niet terwijl de meter
aanstaat of wanneer een signaal op de
ingangen van de meter wordt aangelegd.
•
Voordat u stroommetingen verricht, moet u de
zekeringen van de meter controleren. (Zie
'Zekeringen testen' in de gebruiksaanwijzing
op de bijgeleverde cd.)
•
Gebruik de modus LoZ niet om de spanning te
meten in circuits die door de lage
ingangsimpedantie (≈3 kΩ) van deze modus
beschadiging kunnen oplopen (alleen model
289).
Gevaarlijke spanning
Om u te wijzen op de aanwezigheid van een potentieel
gevaarlijke spanning verschijnt het symbool als de meter een
spanning van 30 V of hoger of een overspanning (overload, OLY)
waarneemt.
True-rms Digital Multimeters
Gevaarlijke spanning
3