Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hologic Cellient Gebruikershandleiding pagina 15

Inhoudsopgave

Advertenties

I
NLEIDING
Voor cytologiemonsters moet het automatische monsterafgifteproces van het Cellient-systeem worden
LET OP:
gebruikt.
Weefselfragmenten en corebiopten (naald maximaal 14 gauge*) moeten worden verwerkt via het proces voor
handmatige monsterafgifte van het Cellient-systeem.
* Een 14 gauge-biopsienaald heeft een inwendige diameter van circa 1,6 mm.
Opmerking:
Eerdere verwerking van monsters in PreservCyt-oplossing kan het volume in het potje
hebben verminderd tot onder het vereiste minimum, zoals aangeduid door de
ondoorzichtige lijn op de zijkant van het potje. Er moet dan extra PreservCyt-oplossing aan
het potje worden toegevoegd om de minimale hoeveelheid van 20 ml te verkrijgen.
Opmerkingen bij het gebruik van de handmatige afgiftemodus:
In de potjeshouder moet een potje met PreservCyt-oplossing met minimaal 20 ml oplossing
worden geladen.
Pas voor het hanteren van weefselmonsters standaardtechnieken voor histologische
laboratoria toe.
Fragmenten en corebiopten in formaline moeten direct met een tang of pipet worden
overgebracht naar het putje voor monsterplaatsing. Weefselmonsters moeten kleiner zijn
dan 1,6 mm doorsnee of 14g ID.
Bij gebruik van een ballonpipet moet de hoeveelheid formaline die naar het putje voor
monsterplaatsing wordt overgebracht, tot een minimum wordt beperkt.
LET OP:
Beperk de hoeveelheid vloeistof die handmatig in de cassette wordt gepipetteerd tot maximaal 5 ml.
Bij grotere hoeveelheden kan het afvalreservoir overvol raken waardoor de Cellient-processor beschadigd raakt.
Beperk de hoeveelheid handmatig gepipetteerde vloeistof tot maximaal 5 ml. Het
afvalreservoir heeft een capaciteit van 60 - 65 ml afvalvloeistof. (Dit afval wordt vervolgens
afgevoerd naar de afvalverzameltank voordat het volgende celblokje wordt verwerkt).
De handmatige afgiftemodus gebruikt 55 ml vloeistof om een blokje te verwerken, plus de
hoeveelheid vloeistof die door de bediener is gepipetteerd. Beperk de hoeveelheid gepipetteerde
vloeistof tot maximaal 5 ml.
Monsterbehandeling en -stabiliteit
De door het Cellient-systeem gemaakte celblokjes worden op dezelfde manier opgeslagen,
getransporteerd en behandeld als conventionele cytologische celblokjes. Raadpleeg de in uw
laboratorium geldende richtlijnen voor het hanteren van monsters.
1.4
Gebruikershandleiding Cellient
-systeem

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave