2
Veiligheid
Veiligheidsvoorzieningen
Beschadiging, defecten en misbruik
van veiligheidsvoorzieningen
De bestuurder moet alle eventuele bescha-
digingen of andere defecten van de heftruck
of voorzetapparatuur onmiddellijk bij het toe-
zichthoudend personeel melden.
Heftrucks en voorzetapparaten die niet goed
werken of niet veilig zijn, mogen niet worden
gebruikt tot zij afdoende zijn gerepareerd.
Veiligheidsvoorzieningen en -schakelaars
mogen niet worden verwijderd of gedeacti-
veerd.
Vaste instelwaarden mogen alleen worden
gewijzigd met goedkeuring van de fabrikant.
Werkzaamheden aan de elektrische installatie
(bijv. het aansluiten van een radio, extra
schijnwerpers etc.) zijn alleen toegestaan
na schriftelijke goedkeuring van de fabrikant.
Alle ingrepen aan de elektrische installatie
moeten worden gedocumenteerd.
45758043405 [NL]
23