4
Slepen
– Parkeer de aanhangwagen.
Automatische koppeling gebruiken
Aanhangwagen aankoppelen
GEVAAR
Een verkeerde werking van de koppeling vergroot
de kans op ongevallen.
De veiligheid van de koppeling kan alleen worden
gecontroleerd aan de hand van de stand van de
koppelpen (2).
De koppelpen mag na het aankoppelen van een
aanhangwagen niet buiten zijn geleiding uitsteken.
– Trek nooit een aanhangwagen als de koppelpen
(2) buiten zijn geleiding uitsteekt.
Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder
ervoor te zorgen dat de koppelpen goed vastzit
voordat er een aanhangwagen wordt getrokken.
WAARSCHUWING
Een onjuiste werking leidt tot verwondingsgevaar.
– Steek uw handen of armen niet in de open
koppeling.
– Beveilig de aan te koppelen last met bijvoor-
beeld wielkeggen tegen wegrollen.
– Rijd de machine langzaam achteruit.
– Stop de machine vlak voor de trekstang van
de aanhangwagen.
– Rijd de trekker voorzichtig naar de dissel
van de aanhangwagen tot de dissel in de
vangmuil van de aanhangerkoppeling zit.
Bij contact wordt de koppeling gesloten en de
hendel (1) van de koppeling klikt omlaag.
Zorg dat de koppelpen (2) van de aanhanger-
koppeling niet buiten zijn geleiding uitsteekt.
– Sluit de verlichting van de aanhangwagen
(indien aanwezig) aan op de verlichtings-
connector van de trekker en controleer of
de verlichting correct werkt.
– Verwijder de beveiligingen tegen wegrollen
van de aangekoppelde last.
– Schakel de rem van de aanhangwagen uit
(indien aanwezig).
86
1191 801 15 59 [NL]
Gebruik