Gebruik
Buitenbedrijfstelling en opslag
Trekker uit gebruik nemen
Er moeten voorzorgsmaatregelen worden
getroffen als de trekker gedurende een
langere periode niet wordt gebruikt. De
procedures zijn afhankelijk van de duur van
de periode waarin de machine niet wordt
gebruikt.
Langdurig opslaan van de trekker
De volgende handelingen moeten op de
trekker worden uitgevoerd om corrosie te
voorkomen, als de trekker voor een lange
periode wordt gestald. Als de machine langer
dan twee maanden wordt gestald, moet hij in
een schone en droge ruimte worden geplaatst.
De ruimte moet goed zijn geventileerd en er
mag geen risico van bevriezing zijn.
De volgende procedures dienen te worden
uitgevoerd:
– Reinig de trekker grondig.
– Controleer het hydrauliekolieniveau en vul
indien nodig olie bij.
– Bedek alle ongelakte metalen delen met
een dunne laag olie of vet.
– Olie alle scharnieren en gewrichten.
– Controleer de toestand van de batterij en
de dichtheid van de elektrolyt. Onderhoud
de batterij volgens de voorschriften van
de fabrikant. (Volg de instructies van de
fabrikant op.)
– Spuit een geschikte contactspray op de
contacten.
– Hef de trekker op en breng er blokken onder
aan zodat de wielen de grond niet raken, om
onherstelbare vervorming te voorkomen.
– Dek de trekker af met een katoenen laken
om hem tegen stof te beschermen.
LET OP
Gebruik geen kunststoffolie, omdat kunststoffolie
de vorming van condenswater bevordert.
Raadpleeg de afdeling After Sales Service
voor verdere maatregelen die genomen
moeten worden als de trekker voor langere
tijd zal worden gestald.
Na langere tijd weer in gebruik nemen
Wanneer de trekker langer dan zes maanden
niet is gebruikt, moet hij grondig worden ge-
controleerd voordat hij weer in gebruik wordt
genomen. Deze controle is vergelijkbaar met
de inspectie ter voorkoming van ongevallen
op de werkvloer. In dit kader moeten alle pun-
ten en onderdelen worden gecontroleerd die
belangrijk zijn voor de veiligheid van de trek-
ker.
Voer de volgende procedures uit:
– Reinig de trekker grondig.
– Controleer of de weergegeven tijd klopt.
– Olie alle scharnieren en gewrichten.
– Controleer de toestand en de dichtheid van
de elektrolyt en laad de batterij indien nodig
opnieuw op.
– Controleer of er geen sporen van water
door condensatie zichtbaar zijn in de
hydrauliekolie. Tap indien nodig af.
– Voer alle onderhoudswerkzaamheden uit
als voor de eerste ingebruikname.
– Neem de trekker in gebruik.
– Controleer tijdens de ingebruikname vooral:
• Rijaandrijving, bedieningssysteem en
stuurinrichting
• Remmen
1191 801 15 59 [NL]
Buitenbedrijfstelling en opslag
4
111