4
Speciale uitrusting
Speciale uitrusting
Kruipgangoptie Pedestrian
Met de kruipgangoptie, Pedestrian genaamd,
kunt u met de trekker vooruitrijden zonder
dat er een bestuurder achter het stuur hoeft
te zitten. De snelheid kan worden ingesteld
tussen 1 en 4 km/h. De snelheid is standaard
beperkt tot 3 km/h.
Als er een bestuurder achter het stuur zit, kan
niemand de kruipsnelheidsknop activeren.
De knop (1) voor gebruik van de Pedestrian-
optie bevindt zich aan de rechter- of linkerzijde
van de trekker. Deze knop bevindt zich altijd
naast een noodstopschakelaar (2).
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar voor voeten
Blijf met uw voeten uit de buurt van de wielen van
de trekker.
Draag veiligheidsschoenen.
Ga als volgt te werk om de kruipgangoptie te
gebruiken:
– Controleer of het voorwiel van de trekker
rechtuit staat
– Laat de verlichting van de trekker ingescha-
keld en stap van de trekker af
– Druk op de kruipsnelheidsknop (1). Houd
de knop ingedrukt. De machine rijdt vooruit.
Hij stopt automatisch na 4 meter, zelfs als
de bestuurder de knop (1) blijft indrukken
– Druk bij gevaar op de noodstopschakelaar
(2). De circuits worden onderbroken
OPMERKING
Als het voorwiel + of - 10° afwijkt, wordt de
functie automatisch gestopt. Op het display
van de trekker knipperen de indicatielampjes
voor de rijrichting en de centrale lampjes om
te attenderen op de vastgestelde storing.
De bestuurder moet het wiel weer in de
rechtuitstand zetten om de functie opnieuw
te gebruiken.
100
1191 801 15 59 [NL]
Gebruik