4
De trekker bedienen in bepaalde situaties
– Schakel het contact uit en verwijder de
sleutel.
– Druk op de noodstopknop.
– Verwijder alle items die zouden kunnen
vallen.
– Zorg ervoor dat de batterij goed is vergren-
deld en dat de deur van het batterijcompar-
timent goed is gesloten.
– Bescherm alle onderdelen die in aanraking
komen met de hijsinrichting.
– Bevestig de hijsinrichting zoals afgebeeld.
– Hijs de trekker langzaam en voorzichtig op.
GEVAAR
Ga nooit onder een geheven last staan.
Als de trekker wordt opgehesen, moet ervoor
worden gezorgd dat er zich geen personen in de
buurt bevinden.
110
1191 801 15 59 [NL]
Gebruik