TiS60+
Gebruiksaanwijzing
Een palet instellen:
2
1.
Druk op
.
W / X
2.
Druk op
om Beeld te markeren.
1
Z
3.
Druk op?
or
om het menu weer te geven.
W / X
4.
Druk op
om Palet te markeren.
1
Z
5.
Druk op
of
om het menu weer te geven.
W / X
6.
Druk op
om Standaard of Ultra Contrast te
markeren.
W / X
7.
Druk op
om een palet te selecteren.
8.
Druk op:
1
•
om de wijziging te accepteren en terug te keren naar
de live-weergave.
2
Y
•
of
om de wijziging te accepteren en terug te
keren naar het vorige menu.
3
•
om de wijziging te annuleren en terug te keren naar
de live-weergave.
IR-Fusion
-technologie
™
Met de IR-Fusion™-technologie kunt u infraroodbeelden beter
begrijpen, analyseren en bespreken door het gebruik van een met
elkaar uitgelijnd zichtbaar beeld en infraroodbeeld. De Imager legt
bij elk infraroodbeeld automatisch een zichtbaar beeld vast om u
precies te laten zien waar een potentieel probleem zich kan
bevinden, en stelt u in staat dit effectiever door te geven aan
anderen.
Auto-combinatieniveau:
•
5 voorinstellingen: 0, 25, 50, 75, 100
•
Beeld-in-beeld (PIP): 25, 50, 75, 100
De IRFusion -modus instellen:
2
1.
Druk op
.
W / X
2.
Druk op
om Beeld te markeren.
1
Z
3.
Druk op
of
om het menu weer te geven.
14
W / X
4.
Druk op
om IR-Fusion te markeren.
1
Z
5.
Druk op
of
om het menu weer te geven.
W / X
6.
Druk op
om een optie te markeren.
7.
Druk op:
1
?om de wijziging te accepteren en terug te keren
•
naar de live-weergave.
2
Y
•
of
om de wijziging te accepteren en terug te
keren naar het vorige menu.
3
•
om de wijziging te annuleren en terug te keren naar
de live-weergave.
Kleuralarmen
De Imager heeft kleuralarmen voor schijnbare temperatuur.
Beschikbare alarmtypen:
•
Hi/Lo-alarm
•
Isotherm alarm
Het kleuralarm voor hoge temperaturen toont een volledig
zichtbaar beeld en geeft alleen infraroodinformatie voor objecten
of gebieden met een hogere temperatuur dan het ingestelde
alarmniveau. Het kleuralarm voor lage temperaturen (of het
dauwpunt) toont een volledig zichtbaar beeld en geeft alleen
infraroodinformatie voor objecten of gebieden met een lagere
temperatuur dan het ingestelde kleuralarmniveau. De gebruiker
moet deze parameters handmatig bepalen en instellen.
Opmerking
De Imager neemt het dauwpunt van de omgeving of
van oppervlakken niet automatisch waar. Als u de
kleuralarmfunctie voor lage temperaturen wilt
gebruiken als kleuralarm voor het dauwpunt, moet u
handmatig bepalen en invoeren welke
dauwpunttemperatuur voor oppervlakken de beste
resultaten geeft. Afhankelijk van de situatie kunnen de
weergegeven kleuren gebieden met mogelijke
dauwpuntcondensatie weergeven.