TiS60+
Gebruiksaanwijzing
Selecteren in tabel
Kiezen uit een lijst met veelgebruikte materialen:
1.
Ga naar Meting > Emissiviteit > Tabel selecteren.
W / X
2.
Druk op
om het materiaal te markeren.
1
3.
Druk op
om het materiaal te selecteren.
Als u een waarde instelt op <0,60, wordt W weergegeven op het
display van de Imager, samen met deze waarschuwing:
Let op:
W
Emissiviteit <0,6
(zie handleiding)
1
Druk op
om het bericht te wissen.
Achtergrond (compensatie van de gereflecteerde
achtergrondtemperatuur)
Op het tabblad Achtergrond wordt de compensatie voor
gereflecteerde achtergrondtemperatuur ingesteld. Zeer warme of
zeer koude objecten kunnen de ogenschijnlijke temperatuur en
meetnauwkeurigheid van het beoogde doel beïnvloeden, met
name als de emissiviteit van het oppervlak laag is. Door de
gereflecteerde achtergrondtemperatuur aan te passen, verkrijgt u
in veel situaties betere temperatuurmetingen Zie voor meer
informatie
Emissiviteit
instellen.
De achtergrondtemperatuur aanpassen:
1.
Ga naar Meting > Achtergrond.
W / X
2.
Druk op
om de waarde te wijzigen.
1
2
3.
Druk op
of
wanneer u klaar bent.
Opmerking
Als de Weergave is ingesteld op Alles weergeven,
ziet u de informatie over de huidige gereflecteerde
achtergrondtemperatuur als BG = xx,x.
12
Spot-temperaturen
De spot-temperaturen zijn drijvende HOOG/LAAG-
temperatuurindicatoren, die over het display bewegen als de
temperatuurmetingen van het beeld fluctueren.
Indicatoren voor hete en koude spots in-/uitschakelen:
1.
Ga naar Meting > Spot-temp..
W / X
2.
Druk op
om AAN of UIT te markeren.
1
2
3.
Druk op
of
om de nieuwe waarde te accepteren.
Door de gebruiker te definiëren spotmarkeringen
Er zijn maximaal drie instelbare spotmarkeringen met vaste
temperatuur op het display beschikbaar. U kunt deze markeringen
gebruiken om een deel te markeren voordat u het beeld opslaat.
De markeringselectie kan worden ingesteld op Alle uit, Eén
marker, Twee markers of Drie markers.
Een markering instellen:
2
1.
Druk op
.
W / X
2.
Druk op
om Meting te markeren.
1
Z
3.
Druk op
of
om het menu weer te geven.
W / X
4.
Druk op
om Markeringen te markeren.
1
Z
5.
Druk op
of
om het menu weer te geven.
W / X
6.
Druk op
om de gewenste functie te markeren,
Alle uit, Eén markering, Twee markeringen en Drie
markeringen.
1
Z
7.
Druk op
of
om de markeringsoptie in te stellen en
naar het scherm 'Markering verplaatsen' te gaan. U ziet het
pictogram Markering verplaatsen en de labels van de
functietoetsen veranderen in Klaar, Volg. en Annul..