Werken met het apparaat
Diagnose
10. Let op info- en instructievenster.
11. Bevestig info- en instructievenster met
Communicatie met voertuig wordt opgebouwd.
12. Selecteer indien nodig nog meer subfuncties.
13. Bevestig keuze met
.
14. Let op info- en instructievenster.
15. Bevestig info- en instructievenster met
Communicatie met voertuig wordt opgebouwd. Basisinstelling wordt automatisch uitgevoerd.
Na succesvolle basisinstelling verschijnt de tekst: Basisinstelling succesvol uitgevoerd.
9.4.7 Codering
Met deze functie kunnen componenten en ECU's worden gecodeerd. Coderingen zijn noodzakelijk wanneer
componenten zijn vervangen of wanneer extra functies in een elektronisch systeem moeten worden vrijgegeven.
9.4.7.1
Manuele codering uitvoeren
WAARSCHUWING
Geen of verkeerde codering van de ECU
Dood of ernstig letsel van personen ten gevolge van een niet of een verkeerd werken van de ECU.
Materiële schade aan voertuig of omgeving
Neem bij uitvoering van een codering het volgende in acht:
•
Voor enkele werkzaamheden zijn speciale opleidingen vereist, bijv. voor werkzaamheden aan
de airbag.
•
Let op info- en instructievenster.
Ga voor het uitvoeren van manuele codering als volgt te werk:
1. Voer stappen 1–11 uit zoals beschreven in hoofdstuk Voertuigselectie (Pagina 72).
VOORZICHTIG
Losraken van de DT VCI bij bediening van de koppeling
Letselgevaar/gevaar van materiële schade
Ga vóór het starten als volgt te werk:
1. Parkeerrem aantrekken.
2. Schakel versnelling in neutrale stand.
3. Let op info- en instructievenster.
BELANGRIJK
Kortsluiting en spanningspieken bij aansluiting van de DT VCI
Gevaar van vernieling van voertuigelektronica.
Schakel het voertuigcontact uit vóór het aansluiten van de DT VCI in het voertuig.
2. Steek de DT VCI in de diagnose-aansluiting van het voertuig.
Beide leds van de DT VCI knipperen. DT VCI is operationeel.
90
.
.
mega macs 56