Werken met het apparaat
Diagnose
12. Gewenste foutcode kiezen.
Betreffende reparatiehulp verschijnt.
De reparatiehulp omvat:
•
Foutcode-nummer en evt. het origineel foutcode-nummer
•
Fouttitel
•
Verklaring van functie en taak van de component
•
Voertuigspecifieke gegevens, bijv. schema
•
Mogelijke gevolgen
•
Mogelijke oorzaken, wanneer en onder welke omstandigheden zich de fout voordeed en deze werd
opgeslagen.
•
Algemene diagnoses die onafhankelijk zijn van het type voertuig en die voor het betreffende probleem niet
steeds op alle voertuigen van toepassing zijn
13. Repareer het voertuig. Verwijder vervolgens de opgeslagen foutcodes uit het voertuigsysteem.
9.4.2.2
Foutcodes in voertuigsysteem wissen
Met deze functie kunnen de uitgelezen foutcodes van een voertuigsysteem worden gewist.
Ga voor het wissen van foutcodes van een voertuigsysteem als volgt te werk:
1. Voer stappen 1–13 uit zoals beschreven in hoofdstuk Foutcodes uitlezen (Pagina 79).
OPMERKING
Na het wissen zijn alle geselecteerde foutcodes onherroepelijk uit het ECU-geheugen
verwijderd.
Sla daarom de uitgelezen gegevens steeds van tevoren op in de >Car History<.
2. Met
foutcodes van voertuigsysteem wissen.
Foutcodes in het ECU-geheugen worden verwijderd.
Na succesvol wissen verschijnt de tekst: Foutcodes wissen is uitgevoerd.
9.4.2.3
Globale test foutcode-lezen
De globale test controleert alle ECU's die in de software aan het voertuig zijn toegewezen op foutcode-vermeldingen.
OPMERKING
Aangezien de opgeslagen foutcodes na de globale test met foutcode-wissen niet meer kunnen
worden opgeroepen, raden wij u aan om eerst de globale test met foutcode-lezen uit te voeren.
Ga voor het uitvoeren van de globale test met foutcode-lezen als volgt te werk:
80
mega macs 56