Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Automatische Aanpassing Van Het Meetbereik Bij Weerstandsmeting Deactiveren; Trigger Configureren; Triggerpositie Configureren - Hella Gutmann mega macs 56 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor mega macs 56:
Inhoudsopgave

Advertenties

Meettechniek
Oscilloscoop
1. Met
>
auto-set starten.
OPMERKING
Bij verandering van het meetsignaal gedurende de lopende meting corrigeert de auto-set-
functie het meetbereik niet automatisch. Voor een automatische aanpassing van het
meetbereik moet auto-set worden gestart.
MT 56 analyseert een maal het inkomend signaal. Meetbereik wordt automatisch ingesteld.
2. Met
een pagina teruggaan.
10.1.3.3 Automatische aanpassing van het meetbereik bij weerstandsmeting
deactiveren
Hier wordt het meetbereik voor weerstandsmetingen standaard automatisch aangepast. Dit gebeurt door middel van
de functie Auto range. Om het meetbereik manueel te kunnen configureren, moet de functie Auto Range
gedeactiveerd worden.
Ga als volgt te werk om Auto range te deactiveren:
1. Met
Instellingen ophalen.
2. Tabblad >Divers< selecteren.
3. Onder Auto Range met
4. Selecteer >Uit<.
Auto range is gedeactiveerd.
5. Bevestig keuze met
.
Het geselecteerde meetbereik wordt niet meer voortdurend automatisch aangepast. Nu kan het meetbereik
manueel worden geconfigureerd.

10.1.4 Trigger configureren

Wanneer de tijdas in de oscilloscoop <1,0 s is ingesteld, dan vindt de signaalopname plaats in triggerbedrijf.
Pas wanneer het signaal een bepaald spanningspunt bereikt, wordt de weergave van het signaal gestart (trigger).
Omdat het spanningspunt steeds op dezelfde plaats van het beeldscherm wordt gefixeerd, ontstaat er voor het oog
een stilstaand beeld. De standaardinstellingen voor de trigger zijn in de meeste gevallen voldoende voor een duidelijke
weergave van het signaal. Wanneer de standaardinstellingen voor de trigger echter niet voldoende zijn, dan kan de
weergave met verschillende triggerparameters worden beïnvloed:
Triggermodus
Triggerflank
Triggerniveau

10.1.4.1 Triggerpositie configureren

Door verstellen van de triggerpositie kan de signaalweergave naar links of naar rechts worden verschoven.
Ga als volgt te werk om de triggerpositie tijdens actieve meting te configureren:
1. Met
trigger-instellingen openen.
Onderste werkbalk wordt aangepast. Triggerpositie is met een blauw kruis gekenmerkt.
2. Met
triggerpositie instellen.
Alternatief kan de triggerpositie worden ingesteld door te tikken op de signaalweergave.
3. Met
een pagina teruggaan.
114
lijst openen.
mega macs 56

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave