Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Triggermodus Configureren; Triggerflank Configureren; Triggerniveau Configureren - Hella Gutmann mega macs 56 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor mega macs 56:
Inhoudsopgave

Advertenties

mega macs 56

10.1.4.2 Triggermodus configureren

Via de triggermodus wordt geregeld wanneer de oscilloscoop een triggering begint. Er bestaan de volgende
triggermodi:
Automatisch (standaardinstelling)
De oscilloscoop triggert met regelmatige intervallen en stelt daarbij steeds het signaal op het beeldscherm.
Wanneer het opgenomen signaal geen triggeromstandigheden oplevert, kan desondanks een signaal worden
weergegeven.
Normaal
Het signaal wordt uitsluitend weergegeven en geactualiseerd wanneer dit het manueel vastgelegde triggerniveau
passeert. Het bestaande beeld wordt zolang weergegeven totdat het signaal opnieuw het triggerniveau passeert.
OPMERKING
Om de triggermodus te kunnen configureren, moet de expertmodus ingesteld zijn op >Aan<.
Ga als volgt te werk om de triggermodus tijdens actieve meting te configureren:
1. Met
Instellingen ophalen.
2. Tabblad >Trigger< selecteren.
3. Onder Triggermodus met
4. >Normaal< selecteren.
5. Bevestig keuze met
.
De selectie wordt automatisch opgeslagen.

10.1.4.3 Triggerflank configureren

Via de triggerflank kan worden ingesteld of de triggering plaatsvindt bij positieve (stijgend spanningssignaal) of bij
negatieve triggerflank (dalend spanningssignaal). Vanaf fabriek is de triggerflank standaard ingesteld op Positief. Een
signaal dat in het begin een negatieve triggerflank heeft wordt zo onder omstandigheden niet compleet op het
beeldscherm weergegeven. Een wisseling van de triggerflank levert mogelijk een betere signaalweergave op.
OPMERKING
Om triggerflank te kunnen wijzigen, moet de expertmodus ingesteld zijn op >Aan<.
Ga als volgt te werk om de triggerflank tijdens actieve meting te configureren:
1. Met
Instellingen ophalen.
2. Tabblad >Trigger< selecteren.
3. Onder Triggerfland met
4. Selecteer >Positief< of >Negatief<.
5. Bevestig keuze met
.
De selectie wordt automatisch opgeslagen.

10.1.4.4 Triggerniveau configureren

Via het triggerniveau wordt geregeld bij welk spanningspunt getriggerd wordt. Vanaf fabriek is het triggerniveau
standaard ingesteld op >automatisch<.
OPMERKING
Om het triggerniveau te kunnen wijzigen, moet de expertmodus ingesteld zijn op >Aan<.
Ga als volgt te werk om het triggerniveau tijdens actieve meting manueel te configureren:
lijst openen.
lijst openen.
Meettechniek
Oscilloscoop
115

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave