De ingestelde belichting voor de flitser
vergrendelen
Keuzewiel
Ongeacht de positie van het onderwerp in de compositie kunt u bij
opnamen met de flitser de juiste belichting instellen.
1
Druk op de knop DISPLAY om het LCD-scherm in te
schakelen.
2
Druk op de knop
(p. 64).
Als u een externe flitser gebruikt, raadpleegt u de handleiding van
de flitser voor informatie over de instellingen.
3
Stel het autofocusframe of het spotmetingframe scherp
op het onderwerp waarvoor u de flitserbelichting wilt
vergrendelen en druk de sluiterknop half in.
4
Druk tegelijkertijd op de knop
De belichtingsinstelling wordt vergrendeld en het pictogram
verschijnt op het LCD-scherm.
De flitser maakt een proefflits en de flitserbelichting wordt
vergrendeld op de benodigde sterkte om het onderwerp te
belichten.
Telkens wanneer u op de knop
proefflits en wordt de vereiste intensiteit voor die compositie
vergrendeld.
Als u niet het hoofdwiel maar een andere knop of instelknop gebruikt,
wordt de vergrendeling van de flitserbelichting ongedaan gemaakt.
5
Bepaal het beeld opnieuw en maak
de opname.
(Flitser) en schakel de flitser in
.
drukt, maakt de flitser een
107