Het foto-effect wijzigen (vervolg)
3
Selecteer een instelling met het
hoofdwiel of met de pijl
de multifunctionele keuzeknop.
Wanneer
Wanneer u op SET drukt, verschijnt er een
scherm voor het instellen van het contrast,
de scherpte en de kleurverzadiging.
Selecteer in dit scherm de gewenste optie
met de pijl
keuzeknop, stel de optie in met de pijl
of
op de multifunctionele keuzeknop
en druk op de knop SET.
Contrast
Met deze functie past u de mate van helderheid aan.
Selecteer (zwak), 0 (neutraal) of + (sterk).
Scherpte
Met deze functie bepaalt u hoe scherp omtrekken worden
gedefinieerd.
Selecteer (zwak), 0 (neutraal) of + (sterk).
Verzadiging
Met deze functie past u de kleurdiepte aan.
Selecteer (laag), 0 (neutraal) of + (hoog).
U kunt direct na het selecteren van de instellingen een opname
maken door op de sluiterknop te drukken. Na de opname wordt het
menu opnieuw weergegeven, zodat u de instellingen eenvoudig kunt
wijzigen.
4
Druk op de knop FUNC. of klik op het hoofdwiel.
De witbalans kan niet worden ingesteld wanneer de modus
(Sepia) of
100
is geselecteerd
of
op de multifunctionele
(Zwart/Wit) is geselecteerd.
of
op