6 Montage
6.2.3.5 Flexibele dubbele rookgasleiding in de
schacht monteren
1.
Bepaal de totale lengtes van de flexibele rookgasleidin-
gen (7) van de bovenkant van de schachtmonding tot
aan de steunbochten (15).
2.
Maak in eerste instantie enkel een raming van de totale
lengte. Tel hierbij een veiligheidstoeslag van minstens
50 cm.
3.
Snijd de rookgasleidingen in een gleuf met een zaag of
een schaar op de juiste lengte af.
–
Snijd de buigzame rookgasafvoerleiding maar af
wanneer u ze aan de monding van de schacht be-
vestigt.
4.
Monteer indien nodig eerst de verbindingselementen.
5.
Monteer de beide rookgasleidingen tegelijk.
–
Afstandhouders tussen flexibele rookgasleiding en
schachtwand zijn niet vereist.
Montagehulp bevestigen
3.
6.
Klem de adapterring op het einde van de flexibele rook-
gasleiding.
7.
Schroef de aluminiumkegel met kabel op de adapter-
ring.
8.
Breng de rookgasleidingen van boven in de schacht in,
de kabel van de montagehulp als eerste. Iemand moet
er aan de monding van de schacht altijd op toezien dat
de rookgasleidingen steeds centraal zitten, dit om me-
chanische schade te vermijden. Een tweede persoon
neemt de kabel van de montagehulp in de installatie-
ruimte van het product aan en trekt de rookgasleidingen
met de montagehulp door de schacht.
Aanwijzing
Een montagehulp kan volstaan als de rook-
gasleidingen aan de einden met een kabel-
binder verbonden worden.
De rookgasleidingen kunnen ook van on-
deren naar boven gemonteerd worden als
de schachtopening groot genoeg gekozen
wordt.
9.
Als de flexibele rookgasleidingen helemaal in de
schacht ingebracht zijn, demonteer dan de montagehul-
pen.
36
1.
2.
10. Monteer de dichting in de onderste onbeschadigde rib
van de rookgasleiding.
11. Breng een beetje van het meegeleverde glijmiddel op
de afdichting aan. Let er bij de montage op dat de af-
dichting niet uit de groef gedrukt wordt.
12. Schuif het onderste uiteinde van de rookgasleiding tot
aan de aanslag in het insteekelement .
13. Maak het insteekelement vast met de kliksluitingen.
14. Steek het insteekelement aan de onderzijde van de
rookgasleiding in de steunbocht. De vastzethaken moe-
ten achter de afdichtingsuitsparing van de steunbocht
vastklikken.
15. Monteer de schachtkap van de flexibele dubbele rook-
gasleiding. (→ Pagina 46)
16. Monteer de schacht-/wandaansluiting. (→ Pagina 30)
6.2.4
Flexibele verbrandingsgasleiding DN 80
monteren
Om de flexibele verbrandingsgasleiding in de schacht te
monteren wordt eerst de schachtdoorbraak gemaakt. Daarna
wordt de steunrail met de steunbocht gemonteerd. Vervol-
gens wordt de leiding in de schacht gemonteerd.
Opgelet!
Beschadigingsgevaar door lage tempera-
turen
Bij lage temperaturen en in onverwarmde
ruimtes neemt de flexibiliteit van de rookgas-
leiding af.
▶
Transporteer de rookgasleiding voorzich-
tig op het dak.
▶
Controleer vóór de montage alle onderde-
len op beschadigingen.
Opgelet!
Gevaar voor beschadiging door ondes-
kundige montage!
De afdichtingen kunnen door verkeerde mon-
tage beschadigd worden.
▶
Monteer de buizen altijd met een draaibe-
weging.
Montagehandleiding 0020151728_05