Inhoudsopgave
Advertenties
6 Montage
6.2.2.2 Oplegrail en steunbocht monteren
1
1.
Bepaal waar u ze gaat plaatsen.
2.
Maak een voldoende grote doorbraak.
3.
Boor een gat in de achterste schachtwang.
4.
Snijd de oplegrail indien nodig af (2).
5.
Bevestig de steunbocht (1) door het instellen van de
positieschroef op de steunrail zodat na de inbouw de
rookgasbuis in het midden in de schacht geplaatst is.
6.
Plaats de oplegrail met het steunboog in de schacht.
6.2.2.3 Verbindingselement inzetten
1.
In de plaats van de totale lengte van de flexibele rook-
gasleiding met een enkel stuk te overwinnen, kunt u
meerdere deelstukken inzetten en met verbindingsele-
menten (art.-nr. 0020077525) verbinden.
2.
Maak de rookgasleiding met een zaag of een schaar in
een rib zo kort als nodig is.
3.
Monteer de dichting in de onderste onbeschadigde rib
van de rookgasleiding.
Gevaar!
Gevaar voor intoxicatie door rookgassen
die vrijkomen!
Condensaat dat blijft staan, kan de dichtingen
beschadigen.
▶
Let op de inbouwrichting van het verbin-
dingselement (markering) zodat de af-
dichtingen niet door stiltstaande condens
beschadigd worden.
4.
Schuif het uiteinde van de rookgasafvoerleiding tot aan
de aanslag in het element.
5.
Maak het element vast met de kliksloten.
32
2
6.2.2.4 Flexibele rookgasleiding DN 60 in de
schacht monteren
1
2
3
4
5
6
7
9
10
1
Kap van de schachtkap
2
Mondingsbuis
3
Verbindingselement met
mof
4
Montagekruis
5
Rand van de monding
1.
Bepaal de totale lengte van de flexibele rookgasleiding
(6) van de schachtmonding (5) tot aan de steunbocht
(9).
2.
Maak in eerste instantie enkel een raming van de to-
tale lengte. Tel daarbij een veiligheidstoeslag afhanke-
8
6
Flexibele rookgasleiding
DN 60
7
Verbindingselement
(art.-nr. 0020077525)
8
Insteekelement
9
Steunbocht
10
Oplegrail
Montagehandleiding 0020151728_05
Advertenties
Inhoudsopgave
